Speciaalzaak gedragen door creatief vakmanschap Voedings- en genotmiddelen De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen vormen een steeds geringer deel van de totale bestedingen. In de jaren '60 was meer dan 40% van de bestedingen bestemd voor voedings- en genotmiddelen, in de jaren '70 was dit percentage al onder de 30 gedaald. Naar verwachting zal dit voor de jaren '80 nog lager uitkomen. Desondanks zijn de totale bestedingen aan voedings- en genotmiddelen in hoeveelheden gemeten vrij stabiel. Ook het aandeel van de diverse produktgroepen binnen deze bestedingen verandert nauwelijks, zij het dat er wat meer vraag komt naar kant-en-klare, snel te bereiden artikelen en dergelijke. Ook is de vraag naar de meer luxe voedings- en genotmiddelen toegenomen. Voor de speciaalzaken in voedings- en genotmiddelen zou er dus weinig reden tot klagen moeten zijn. Het tegendeel is echter waar. Speciaalzaak moet voorop blijven lopen e speciaalzaken hebben al ja ren op rij hun marktaandeel zien dalen, omdat voedings- en genotmiddelen in toene mende mate bij de algemene levensmiddelenzaken (bij voorbeeld supermarkten) worden gekocht. Deze ont wikkeling heeft zich ook in 1986 voortgezet. Een aantal jaren geleden zijn super markten begonnen met de verkoop van verse artikelen, omdat de hierop te be halen marge aanzienlijk hoger is dan op de droge kruidenierswaren. Later zijn de wat kleinere levensmiddelenzaken de Drs. P. C. C. den Dubbelden Bedrijfstakonderzoek Samenwerking speciaalzaken levert extra aantrekkingskracht op. supermarkten gevolgd, zodat het nu heel gebruikelijk is dat de consument bij de levensmiddelenbedrijven terecht kan voor de aankoop van onder andere dag verse produkten als vlees, kaas, brood, aardappelen, groenten en fruit. Het te gelijkertijd veranderende koopgedrag van de consument speelde goed in de kaart van de algemene levensmiddelen- bedrijven. Door toename van het aantal een en tweepersoons huishoudens en toename van het aantal werkende vrou wen blijft er voor het doen van de bood schappen weinig tijd over, zodat men het liefst alles tegelijk koopt, bij het al gemene levensmiddelenbedrijf dus. De speciaalzaken in voedings- en genot middelen hebben tegen deze, voor hen ongunstige, ontwikkeling aanvankelijk weinig actie ondernomen. Pas na enige jaren (voor sommigen te laat) is men wakker geschud. Vanuit de diverse branche-organisaties zijn acties ontke tend tot behoud en zo mogelijk ter ver groting ofwel terugwinning van het marktaandeel van de speciaalzaken. Tot nu toe heeft dit alles echter niet mogen baten; de daling van de marktaandelen is nog niet tot staan gebracht. Voor een deel is dit te wijten aan het feit dat veel van de door speciaalzaken ondernomen verkoopactiviteiten navolging vinden bij de algemene levensmiddelenbedrijven. Voorbeelden hiervan zijn onder andere het plaatsen van afbakovens in brood winkels ter versterking van het ambach telijk karakter. Dezelfde afbakovens ech ter treft men tegenwoordig ook aan in wat grotere supermarkten. Voor de aan koop van een breed assortiment voor gesneden groenten en kant-en-klare sa lades, zoals dat veelal bij de speciaal zaak voor aardappelen, groenten en fruit wordt aangetroffen, kan men te genwoordig ook bij vele levensmidde lenbedrijven terecht. Een ander voor beeld is dat veel levensmiddelenbedrij ven een ambachtelijke slagerij binnen hun muren huisvesten, waardoor de consument meer keuze geboden krijgt dan bij voorverpakt vlees en het vers imago groter is. Toch zijn er voor de speciaalzaken in voedings- en genotmiddelen nog moge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 13