Oorzaken mm Vooruitblik door de gebruiksduur simpelweg te ver lengen. Wanneer de auto gemiddeld 11 in plaats van 10 jaar op de weg blijft, betekent dit al een vraaguitval van bijna 10%. Duur zame consumptiegoederen waren dan ook veruit favoriet bij de beperking van de uitgaven, te meer omdat deze vorm van bezuinigingen het consumptiepa troon niet wezenlijk aantast. Het ver loop van de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen laat dan ook een forse daling zien aan het begin van dit decennium (zie figuur). Pas vanaf medio 1985 is weer sprake van een stijging van de geldomzet. Daarna is het echter ook meteen goed raak. Naar verwach ting zal 1986 een omzetstijging te zien geven van zelfs 4%. Sommige branches doen het daarbij nog beter (woningin richting, kleding), terwijl andere de aan sluiting missen (juwelier). Nu de inkomens weer gemiddeld stijgen is de noodzaak niet langer aanwezig om ook de uitgaven te beperken. Een ople ving van de vraag naar vooral duurzame consumptiegoederen ligt derhalve voor de hand. Immers de vervanging daarvan is jarenlang uitgesteld. De inhaalvraag barst nu in alle hevigheid los. De vraag wordt nog versterkt door mode impulsen. Nu het weer enigszins kan, willen veel consumenten meedoen aan de laatste mode. Drs. A. G. M. Broeksteeg Bedrijfsonderzoek Bij de stijging van de vraag naar duurza me consumptiegoederen speelt ook mee, dat de afgelopen jaren een aantal nieuwe produkten op de markt is geko men. De video, de huiscomputer en de compact-disk vinden nu in een snel tempo hun weg naar de consument. Naast deze effecten spelen nog demo grafische factoren een rol bij de vraag naar duurzame consumptiegoederen. Voor veel van deze produkten is het huishouden de vragende eenheid. Nieu we en verhuizende gezinnen vormen voor bijvoorbeeld de woninginrichting de belangrijkste doelgroep. Het aantal nieuwe huishoudens schommelt rond de 100 000 per jaar. Deze zorgen voor een aardige bodem in de vraag. Belang rijker is evenwel het aantal verhuizende gezinnen. In 1984 bedroeg dit ruim 420 000. Naar schatting is dit aantal in 1985 en 1986 toegenomen tot een klei ne 500 000, hetgeen een aardige extra impuls voor de vraag betekende. Op zichzelf is de sterke stijging van de afzet derhalve niet zo verwonderlijk. De vraag is wel, waar de consument het geld vandaan haalt om dit allemaal te betalen. Zoals gezegd was 1986 het tweede achtereenvolgende jaar met een reële inkomensstijging voor de consument. Woninginrichting profiteert - verlaat - van inhaalvraag. Volgens gegevens van het Centraal Planbureau komt de stijging voor 1986 uit op 3%. Naast het inkomen echter is er nog een tweetal andere bronnen waaruit de con sument kan putten. Juist voor de aanschaf van duurzame consumptiegoederen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van consumptief kre diet. Nu het weer wat beter gaat met de economie, durft de consument zich meer in de schulden te steken. Het ver strekte consumptieve krediet groeide in 1985 ten opzichte van 1984 dan ook met bijna 9%. Naar verwachting zal de groei in 1986 uitkomen op ten minste 16%, zodat het afgelopen jaar voor f 8,6 miljard aan nieuwe kredieten is verstrekt. Minder opvallend, maar minstens zo be langrijk is de daling van de woonlasten. Deze zijn voor de bezitter van een eigen woning in 1986 voor het eerst sinds ja ren gedaald. Voor de eigenaar-bewoner met een modaal inkomen kwam deze daling neer op 1% van het inkomen. Dit was vooral het gevolg van de dalende rente en de lagere energiekosten. Voor de huurders was in het algemeen het ef fect van de huurverhoging iets groter dan de daling van de energieprijzen. Aan de sterke stijging van de vraag naar duurzame consumptiegoederen liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Een aantal daarvan (de inhaalvraag, de vrij sterke toename van de verhuizin gen) is incidenteel van aard. Ook aan de inkomenskant zijn factoren werkzaam die tijdelijk van aard zijn. De daling van de woonlasten komt vroeg of laat ten einde. De afzet van het consumptief krediet zal natuurlijk ook niet onbeperkt blijven groeien. Over enkele jaren zijn deze tijdelijke factoren uitgewerkt en mag worden verwacht, dat de vraag weer een meer normaal groeipad zal volgen. Voor 1987 gelden de meeste van deze tijdelijke factoren echter nog volop, zo dat dit jaar wederom op een sterke groei van de bestedingen aan duurzame con sumptiegoederen gerekend mag wor den. Ontwikkeling bestedingen duurzame consumptiegoederen (in 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 12