De consument durft weer
te besteden
1984
1985
1986
102
104
106
108
109
109
117
119
121
87
86
79
99
98
96
97
100
104
91
91
99
93
98
109
100
113
123
Gedurende de jaren 1980 t/m 1984 zag
de gemiddelde consument zijn vrij be
steedbaar inkomen dalen met in totaal
bijna 10%. Het zal duidelijk zijn, dat
deze inkomensachteruitgang gepaard
moest gaan met een daling van de uit-
Geldomzet detailhandel (1980 100)
Detailhandel totaal
- Voedingsmiddelen
- Supermarkten/zelfbedieningszaken
- Slagers
- Groentewinkel
- Duurzame en overige artikelen
- Woninginrichting
- Kleding
Auto's (1984 100)
Voorlopige cijfers
Bron: CBS
gaven. De tering werd naar de nering
gezet. De detailhandel werd in deze ja
ren geconfronteerd met een daling van
de geldomzet. Vanaf 1985 is weer een
verbetering van de inkomens opgetre
den. Ook nu wordt de tering weer naar
de nering gezet en vindt het hogere in
komen snel zijn weg naar de winkelier.
Niet alle winkels profiteren echter in de
zelfde mate van het herstel. De indexcij
fers laten dit zien.
Uit deze cijfers komt globaal het volgen
de beeld naar voren. De omzet van de
detailhandel in voedingsmiddelen bleef
in 1986 op hetzelfde niveau als in 1985.
Daarbinnen deden zich wel verschuivin
gen voor: de supermarkt won duidelijk
terrein van de speciaalzaak. De detail
handel in duurzame en overige con
sumptiegoederen boekte een behoorlij
ke omzetstijging. Ook daar deden zich
echter grote verschillen voor.
In bijgaande artikelen wordt achtereen
volgens ingegaan op de groei van vooral
de bestedingen aan duurzame con
sumptiegoederen en het verlies in
marktaandeel van de speciaalzaken.
Nu in 1986 al weer voor het
tweede achtereenvolgende jaar
sprake is geweest van een
stijging van het inkomen voor
de meeste consumenten
nemen ook de bestedingen
weer toe. Opvallend daarbij is
de sterke groei van de uitgaven
aan duuurzame
consumptiegoederen. De
consument heeft de weg naar
de woninginrichter en de
kledingboetiek duidelijk weer
gevonden. De groei is echter
veel sterker dan op basis van
de toch matige stijging van het
inkomen was te verwachten.
De vraag is dan ook of andere
factoren dan alleen het
inkomen een rol spelen.
Vraag naar duurzame
consumptiegoederen zit in de lift.
et begin van de jaren '80
werd gekenmerkt door een
van de ernstigste economi
sche recessies sinds de
Tweede Wereldoorlog. De in
komensachteruitgang dwong
de consument fors te snijden
in zijn uitgavenpakket. Nood
gedwongen moest dit vooral gebeuren
in de zogenaamde vrije uitgaven. Vaste
lasten (wonen, verzekeringen) namen
vaak nog toe. Andere uitgaven (zoals te
lefoon, abonnementen, lidmaatschap
pen) konden dikwijls slechts in hun ge
heel worden afgestoten, hetgeen in de
praktijk vaak op onoverkomelijke be
zwaren stuitte.
Eigenlijk bleef er dus maar een groep
over om vrijwel alle klappen op te van
gen en dat waren de uitgaven aan duur
zame consumptiegoederen. Deze groep
leende zich uitstekend voor bezuinigin
gen. Veel van deze artikelen - denk bij
voorbeeld aan de woninginrichting, kle
ding of auto's - werden gewoonlijk ver
vangen lang voor het einde van de tech
nische levensduur. Zo werd in 1981 in
de woninginrichting slechts 20% van
de aankopen gedaan omdat het oude
bankstel was versleten. De overige
80% betrof derhalve naast eerste
aanschaffing of uitbreiding - aankopen
ter vervanging van artikelen die tech
nisch nog niet versleten waren. Bezuini
gingen zijn dan eenvoudig mogelijk