grijpen? Daar heb je de achtergrond van de sterke groei in onze uitzettingen. Een heel goede zaak, die je vertrouwen geeft in de toekomst.' 'Voor ons betekent het, dat wij met ons financieringsinstrument dat aan- passings- en veranderingsproces moe ten begeleiden. Niet alleen met onze klassieke instrumenten maar ook via ons Garantiefonds en ons Biotech Ven ture Fund. Dat Garantiefonds werkt uit stekend. In 1985, toen het startte, wer den reeds voor f 8 miljoen garanties ge geven, in 1986 kwam daar nog ruim f 20 miljoen bij. We hebben op ons oor spronkelijke budget van f 40 miljoen nog enige ruimte, maar als dat contin gent zijn grens nadert zal er een extra dotatie gedaan worden. Dat is van het begin af de opzet geweest. Door de ga ranties is in bedragen gerekend een veelvoud aan normale bancaire leningen mogelijk geworden. Door ons Biotech Fund, f 30 miljoen, kunnen we steun bieden aan innoverende ondernemin gen, die met nieuwe produkten nieuwe mogelijkheden zullen kunnen ontsluiten voor zowel land- en tuinbouw alsook bij voorbeeld in de farmaceutische sector. Onze eerste ervaringen bevestigen reeds de stimulerende werking, die wij van dit fonds verwachten. Wij willen op passende en verantwoorde wijze als fi nancier voor onze leden bezig zijn. Dat vraagt ook innovaties in de dienstverle ning, ook meer risicodragende vormen van financiering. Wie de toepassings mogelijkheden van de biotechniek in het agrarische bedrijf, maar ook daar buiten beziet, ontwaart meteen dat er aanmer kelijke investeringen nodig zijn. Flet zijn echter relatief risicovolle projecten, waar dikwijls een behoorlijke research- component in meespeelt en waarvan het succes niet vaststaat. Het is 'wa gend' ondernemen, dat echter moet ge beuren. Daarvoor dient een innoverend Biotechnisch Fonds als een nieuw in strument. De biotechniek gaat de boer en de tuinder en de industrie, ook de toeleverende bedrijven, revolutionaire veranderingen brengenl' 'En dan zeg ik: wij hebben in het verle den een belangrijke rol gespeeld bij in grijpende veranderingen, waar met na me de agrarische sector voor stond. Wij hebben de opdracht die rol nu weer te spelen!' We begrijpen, dat de huidige over gangstijd een uitdaging inhoudt voor onze dienstverlening. Staan de voor de komende maanden geplande 'Mana- gement-conferenties' daar ook mee in verband Het is geen kleinigheid om acht keer een tweedaagse conferentie van zo'n 150 mensen te beleggen. Wijffels zelf houdt daar elke keer een doe/gevende inleiding en hij wil er kennelijk graag al wat over zeggen. 'Ook daar heb ik een betoogje voor nodig', zegt hij lachend, maar met serieuze ondertoon. 'Wat zich voordoet bij onze leden en cliënten, doet zich ook bij ons zelf voor. Als Rabobanken staan we voor belang rijke uitdagingen door externe ontwik kelingen: markten veranderen, leden en cliënten vragen om andere diensten, de technologie en de informatica eisen gro te aandacht. De niveaus van deskundig heid, die van onze mensen worden ver wacht nemen steeds toe. Kortom, ook Dat was Wijffels' korte typering van 1986, al blikte hij tussen de regels door al wat vooruit op de toekomst. Een trek die nog duidelijker naar voren komt, als de achtergronden van de door ons er varen sterk gegroeide kredietverle ningsactiviteit ter sprake komen. 'Mijn analyse is, dat kennelijk heel wat ondernemers de huidige tijd zien als een waar grote veranderingen voor de deur staan. Dat merken wij in het midden- en kleinbedrijf, maar vooral in de land- en tuinbouw. Met name de agrarische on dernemers ontmoeten een volstrekt an dere marktomgeving en technologie en dat vraagt om aanpassingen van beleid, ondernemingsactiviteit en bedrijfsvoe ring. Je zou kunnen zeggen dat voor on dernemers twee K's momenteel cen traal staan: Kostprijsverlaging (opvoeren van de efficiency) en verbetering van de Kwaliteit, zowel van de productiepro cessen als van het eindprodukt.' 'Daar ligt ook het perspectief voor de toekomst. Ondernemers die de tijd goed aanvoelen moeten daarop reageren. Is er wel iets kenmerkender voor de onder nemer dan goede kansen zien en aan- 'Over die personeelskosten. Mijn opvat ting is, dat als je tot volumestijging komt, dit van zelfsprekend ook tot uiting komt in het aantal medewerkers. We mogen ons zeker gelukkig prijzen, dat onze organisatie zich zo ontwikkelt, dat de werkgelegenheid er baat bij vindt. Maar waar het mij om gaat, is dat we ook op dit punt het evenwicht bewaren. Dat is van wezenlijk belang voor de con tinuïteit. Zowel van onze organisatie als van de werkgelegenheid.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 9