at ons bezighoudt... Zeven maal Zuidlaren 'Rente voorspellen is koffiedik kijken Informele kredietbeheersing voortgezet Nog geen jaar geleden werd de Prins Bernardhoeve in Zuidlaren door brand getroffen. Een groot deel van dit wijd en zijd bekende hallencomplex ging in de verwoestende vlammen verloren, even als veel waardevol documentatie- en ar chiefmateriaal. Men is in Zuidlaren ech ter bepaald niet bij de pakken neer gaan zitten en met vereende krachten is een totaal nieuw complex opgebouwd. Met zes hallen onder één dak beschikt Zuid laren nu over een standruimte van maar liefst 30 000 m2. Samen met de Land- bouw-RAI en Liempde vormt Zuidlaren een begrip in agrarisch Nederland van wege haar landbouwwerktuigenbeurs. De gewoonte daarbij is dat de Land- bouw-RAI in de even en Zuidlaren en Liempde in de oneven jaren worden ge organiseerd. Dit jaar dus de beurt aan de laatsten. Dat Zuidlaren na de calami teiten van februari '86 nu reeds in staat is - voor de zevende maal - haar Landbouwwerktuigenbeurs te huis vesten, mag gerust een klein wonder worden genoemd. Van 2 tot en met 6 februari verwacht men het bezoekers aantal van 65 000 in 1985 ruim te over schrijden. De standhouders, ditmaal zijn het er alweer zo'n 200, hebben er weer alles aangedaan om het uit heel Neder land, maar ook Noord-Duitsland toestromende publiek hun, vaak gloed nieuwe, produkten zo informatief en aanschouwelijk mogelijk te presenteren. De Rabobank is vanzelfsprekend van de partij. Met woord en geschrift staat de standbemanning klaar om de bezoekers van dienst te zijn met name waar het gaat om de financiële belangenbeharti ging. Het maandblad laat zich niet on betuigd. Juist met het oog op het ge beuren in Zuidlaren verschijnt dit extra groen getinte nummer, waarin een varia aan artikelen betreffende de land- en tuinbouw is opgenomen. Een uiting van onze betrokkenheid bij het agrarisch ge beuren, ook in 1987. En tegelijkertijd een hommage aan Zuidlaren en haar Prins Bernardhoeve, die zo glorieus uit de as is herrezen. Alvorens het koffiedik te raadplegen kunnen we vaststellen dat vooral de ta rieven op de geldmarkt in de laatste maand van het vorige jaar een forse op waartse beweging te zien gaven. Was hierbij sprake van een rentehobbel, dat wil zeggen een tijdelijke rentestijging die na korte tijd weer wordt tenietgedaan, of zijn we in een periode van hogere ren tetarieven beland? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zullen de rede nen voor deze rentestijging moeten worden achterhaald. Allereerst was de verslechterde positie van de gulden ten opzichte van de Duit se mark voor de Nederlandsche Bank aanleiding tot verhoging van de tarieven waartegen zij de marktpartijen liquidi teitssteun geeft. Hierdoor kwam de geldmarktrente onder opwaartse druk. Daarnaast was ook bij onze oosterburen sprake van een stijgende rente, die bo vengenoemde ontwikkeling versterkte. Ten slotte is jaarlijks tegen de jaarultimo sprake van seizoenmatige krapte op de geldmarkt, waardoor de rente de nei ging vertoont te stijgen. Ook op de kapitaalmarktrente deed zich eind 1986 een rentestijging voor. Deze werd vooral veroorzaakt door de ont wikkeling van de rente in het buitenland (Duitsland en de Verenigde Staten), en de stijging van de geldmarktrente. Wat zijn de verwachtingen voor het ko mende jaar? Zoals gezegd is voorspellen van de rente-ontwikkeling koffiedik kij ken. Niettemin willen we een poging wagen en een beetje vooruit zien. De re denering zou dan als volgt kunnen zijn. Inderdaad is momenteel sprake van een rentehobbel, maar die zou wel eens wat langer kunnen duren dan gewoonlijk. De rente-ontwikkeling op de geldmarkt zal vooral in de eerste helft van dit jaar worden bepaald door de positie van de gulden en de geldmarktrente bij onze oosterburen. Voorshands zien wij de guldenkoers niet fundamenteel verbete ren ten opzichte van de Duitse mark. De mark zal immers, mede als gevolg van de zwakte van de dollar, zeer sterk blij ven. Om met de gulden enigszins in de pas te blijven bij de Duitse munt zal er voorlopig niet of nauwelijks ruimte zijn voor lagere tarieven op de binnenlandse geldmarkt. Daar de Duitse exportsector echter steeds meer last begint te krijgen van de dure mark en de conjuncturele ontwikkeling bij onze oosterburen wat lijkt af te zwakken, wordt een Duitse discontoverlaging later in het jaar zeer wel mogelijk geacht. Hierdoor kunnen ook de geldmarkttarieven in ons land weer onder neerwaartse druk komen te staan. Per saldo zal de korte rente dit jaar gemiadeld iets lager kunnen uitval len dan in het afgelopen jaar. Ook voor de kapitaalmarktrente voor zien wij een gemiddeld wat lager niveau dan in 1986. Dit neemt niet weg dat ook de lange rente in de eerste helft van dit jaar seizoenmatig opwaarts gedre ven kan worden. De ruime kapitaal marktverhoudingen, de ook voor dit jaar naar verwachting zeer lage inflatie en de redelijke conjuncturele vooruitzich ten lijken op wat langere termijn echter te wijzen op een lichte daling van de ka pitaalmarktrente. Overigens zal deze da ling beperkter van omvang kunnen zijn dan die op de geldmarkt, vanwege de ook voor 1987 weer afgekondigde kre dietbeperking, waardoor de banken in versterkte mate lange middelen zullen moeten aantrekken. Een neerwaarts ge richte rentetendens in met name de Bondsrepubliek zal de binnenlandse fac toren kunnen versterken. Concluderend: ook het 'koffiedik' laat een onzeker beeld zien, waarin wij ech ter toch in de loop van dit jaar enige ruimte voor renteverlaging menen te ontdekken. Op de valreep van het afgelopen jaar gaf de Nederlandsche Bank een persbericht uit waarin zij meedeelde, dat in het ka der van het periodieke overleg tussen haar en de representatieve organisaties van het kredietwezen was afgesproken de informele kredietbeheersing in 1987 voort te zetten. Zoals bekend, was be gin 1986 overeengekomen, dat de ban ken er naar zouden streven het groei tempo van het saldo van hun kredietver lening (met inbegrip van de lange uitzet tingen bij de overheid) en hun lange passiva terug te brengen tot 5'/2 a 6%. De meest recente cijfers gaven echter een stijgingstempo aan dat hier nog steeds belangrijk boven uitging. Gelet op de bedoeling om niet incidenteel, maar meer duurzaam tot een beperking van de bancaire geldschepping te ko men, is bij de continuering van de infor mele kredietbeheersing afgesproken, dat de individuele instellingen hun be leid erop richten de groei van hun netto geldscheppend bedrijf over 24 maan den gemeten niet te laten uitqaan boven 11 a 12%.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 2