TrflTln r
Industrielanden
Industrielanden
Ontwikkelingslanden
ook met buitenlandse hulp, aanzienlijke
overheidsinvesteringen hebben ge
pleegd. Tegelijkertijd echter voeren zij
veelal een algemeen economisch beleid,
dat de groei van de agrarische produktie
heeft afgeremd en de bestrijding van de
armoede op het platteland heeft belem
merd. Veel ontwikkelingslanden hebben
dus wel het belang van agrarische ont
wikkeling onderstreept, maar tevens
een ingewikkeld stelstel van be
leidsmaatregelen opgezet, dat sterk te
gen de landbouw gekant is.
Het rapport van de Wereldbank noemt
enkele voorbeelden van zulke tegenstrij
digheden:
Zelf belasting heffen op de uitvoer
van landbouwprodukten, maar tegelij
kertijd klagen over de nadelige invloed
van de dalende grondstoffenprijzen op
hun landbouwsector.
Hun producenten nog niet de helft
van de wereldmarktprijs voor granen
vergoeden en dan hun schaarse devie
zen besteden aan de invoer van voedsel.
De producentenprijzen regelmatig
verhogen, maar een algemene economi
sche politiek voeren die tot geldont
waarding leidt en zo de reële producen
tenprijzen in feite nog lager doet uitko
men dan voorheen.
Een ingewikkeld stelsel van produ
centenbelasting opzetten en dan een
even ingewikkeld en ondoelmatig stel
sel invoeren van subsidies op produktie-
middelen om het effect van die be
lasting weer ongedaan te maken.
De consumptie subsidiëren om de
armen te helpen, maar ten slotte daar
door de inkomens verlagen van boeren
die nog veel armer zijn dan talrijke ste
delijke consumenten die in feite onnodig
van de subsidies profiteren.
9 Zelfvoorziening voor voedsel als een
belangrijke beleidsdoelstelling hoog in
het vaandel schrijven, maar een beleid
voeren dat de boeren belast, de consu
menten subsidieert en zo de afhankelijk
heid van voedselinvoer vergroot.
De voornaamste doelstellingen van de
landbouwpolitiek in de industrielanden
zijn het verhogen van de boereninko-
mens en het stabiliseren van de mark
ten, ten einde de eigen voedselvoorzie
ning tegen redelijke consumentenprij
zen veilig te stellen. Daarnaast spelen
ook het vertragen van de afvloeiing van
Grafiek 1Protectie
PRODUCENTEN
BELASTING
Relatieve
frequentie
24
PRODUCENTEN
SUBSIDIE
16
8
0
0,1
0,5
1,0
1,5
2,0
PRODUCENTEN
BELASTING
2,5 3,0 of hoger
Nominale protectiecoëfficiënt
Relatieve
frequentie
16
PRODUCENTEN
SUBSIDIE
8
0
0,1 0,5
Bron: Wereldbank
1,0
1,5
Drs. A. M. Dierick
Staf groep
Economisch Onderzoek
mensen uit de agrarische sector, het be
schermen van het landschap en het in
stand houden van het traditionele boe
renbedrijf soms een rol.
De ondersteuning van de inkomens in
de agrarische sector heeft echter bijge
dragen tot een stijging van de produktie.
Het voornaamste probleem is nu dan
ook het tegengaan van overproduktie
zonder de inkomens van de boeren be
neden politiek aanvaardbare niveaus te
laten dalen.
2,0 2,5 3,0 of hoger
Nominale protectiecoëfficiënt
Ofschoon directe inkomenstoeslagen
volgens het Wereldbankrapport het
meest doelmatige middel zijn om de
agrarische inkomens te verhogen,
trachten regeringen dit doel toch vrijwel
altijd te bereiken met behulp van prijs-
ondersteunende maatregelen of kosten
verlagende subsidies. De precieze keuze
van de verschillende maatregelen is
echter afhankelijk van allerlei omstan
digheden.
Wanneer een bepaalde politiek op pro
blemen gaat stuiten, wordt er meestal
nog een nieuwe maatregel aan toege
voegd. Dit vergroot evenwel de admi
nistratieve ingewikkeldheid, het ver
hoogt de kosten en het maakt de land
bouw steeds meer gevoelig voor politie
ke in plaats van economische besluiten.
Het doel van de landbouwpolitiek in de
industrielanden is dus meestal wel dui
delijk, maar de uitkomst ervan is vaak
onbegrijpelijk.
Het rapport van de Wereldbank noemt
enkele voorbeelden van zulke ontspo
ringen:
In de Verenigde Staten subsidieert de
overheid allerlei projecten voor de ont
ginning en irrigatie van landbouwgrond,
maar tevens betaalt zij aan boeren een
vergoeding voor het braak laten liggen
van grond.
9 In de Europese Gemeenschap krijgen
boeren voor hun produkten hoge prijzen
uitbetaald, zelfs wanneer zij daarvan
overtollige hoeveelheden voortbrengen.
9 In Japan ontvangen rijstboeren drie-