Het valt op, dat Wijffels zo rustig, wel
overwogen over zo'n geladen onder
werp spreekt. Een onderwerp, waar
nogal wat over te doen is en dat ook
niet van vandaag of gisteren dateert.
Men zou zich heel gemakkelijk in het
koor van felle uitspraken, voor of te
gen, kunnen mengen. Wijffels echter
kiest voor een kalme, beredeneerde be
nadering van de kern van de zaak. Dat
is zijn stijl. Hij zelf beaamt dat: 'Als je
redelijk argumenteert, een probleem
ten principale benadert en redelijke be
langen afweegt, is dat de meest pro-
duktieve wijze om je inzichten duidelijk
te maken. Dat past ook het beste bij
mijn aard. Mijn ervaring is dat je er het
verst mee komt.'
Hetzelfde is te bespeuren als de coöpe
ratieve identiteit van de Rabobank ter
sprake komt.
'Een paar jaar geleden zijn we daarover
beginnen te discussiëren. Initiatief ge
nomen door de Raad van Beheer. Ikzelf
ben van mening dat dit initiatief buiten
gewoon belangrijk is geweest. Ik laat
daar of de discussie in het begin de
juiste volgorde heeft genomen, produk-
tief is dat initiatief naar mijn waarnemen
zeker geweest. Overal in de organisatie
is de vraag naar de bepalende factoren,
naar de wezenskenmerken van onze
banken in het middelpunt van de be
langstelling gezet. Dat heeft de bewust
heid van wat voor bank wij zijn sterk be
vorderd.'
'De gevolgen daarvan worden pas op
langere termijn zichtbaar. Ik merk, zowel
in ons formele overleg als in informele
contacten, dat de elementen die met
ons karakter verbonden zijn, veel cen
traler zijn komen te staan. Er is een pro
ces van herbronning op gang gekomen.
Als je voor allerlei veranderingen staat,
is het van groot belang te weten vanuit
welke bron je bezig bent. Dat is mijn
mening. Die bron werkt door in je taak
en opstelling in de maatschappij.'
'Aldus hebben we een belangrijke voe
dingsbron gekregen voor antwoorden
op de vragen van de toekomst. Ik denk
in dit verband ook aan het weer aanha
len van de banden met de leden. Alle
banken zijn daarmee bezig. Een hele
goede ontwikkeling. Zo kunnen we er
des te beter voor zorgen, dat we ons
toevertrouwde belangen goed blijven
behartigen.'
Wijffels ziet nog even verder vooruit:
'Zo komen we ook, heel concreet, te
recht bij de perspectieven, die zich voor
onze Rabobanken uitstrekken. Als ik
voor de komende periode moet zeggen,
waar het welslagen van onze organisa
tie bij het vervullen van haar rol het
meest van afhankelijk is, dan kom ik op
twee cruciale succesfactoren.
In de eerste plaats gaat het om de kwa
liteit en de motivatie van al die mensen
die de Rabobanken en hun organisatie
vormen.
In de tweede plaats gaat het om de
kwaliteit van de geautomatiseerde
informatie-systemen, waarmee wij ma
terieel de bancaire dienstverlening uit
voeren.'
'Dat betekent, dat we in de komende ja
ren grote aandacht moeten besteden
aan de ontplooiing van de mede
werksters en -werkers, zodat zij in alle
opzichten aan de kwaliteitseisen vol
doen. Inspanningen voor de opleiding
zijn voor ons overigens helemaal niet
ongewoon. Hun omvang is zodanig, dat
deze - als je de tijd er inrekent - een
kostenbeslag vertegenwoordigt dat ge
lijk is aan ca. 5% van de loonsom. Ik
acht het dan ook zeer reëel, dat onze
mensen zichzelf inspanningen willen
getroosten om hun kennis en vaardighe
den op peil te houden en verder te ont
wikkelen. Daarvoor hebben wij als coö
peratieve Rabobanken onze motivatie-
gronden voor het grijpen: het is ons ge
zamenlijk belang er voor te zorgen, dat
we zo goed mogelijk geëquipeerd zijn.'
'Cijfers zijn vergankelijk', zegt Wijffels
schertsend als we opmerken dat hij
ons heel weinig met getallen en per
centages heeft opgezadeld. 'Die zijn
meer de resultaten achteraf, dan rich
tinggevend. Ik maak liever de grote lij
nen duidelijk. Als je op zo'n manier de
kaders aangeeft, geef je anderen de
ruimte om die in te vullen.'
Dat richtinggevende moet Wijffels ook
aangetrokken hebben toen hij tot lid
benoemd werd van de dit jaar door de
minister van Economische Zaken in
gestelde Adviescommissie voor de uit
bouw van het Technologiebeleid, naar
de naam van haar voorzitter kortweg
de commissie-Dekker genoemd.
'Dat trekt me persoonlijk aan', zegt Wijf
fels. 'Het past bij mijn levensovertuiging
om een bijdrage te leveren aan de ont
wikkeling van de maatschappij. Boven
dien is het voor ons als Rabobank van
belang dat we geassocieerd worden
met vernieuwingen in de samenleving.
We hebben nu vier vergaderingen ge
had, maar het is nog te vroeg om te zeg
gen wat er uit komt.'
/Va zijn eerste vier maanden, komt het
er bij Wijffels heel opgewekt en spon
taan uit: 'Ik voel me hier buitengewoon
thuis. Zo'n Rabo gaat in je botten zit
ten. Ik kan me er volstrekt mee vereen
zelvigen.' Heeft hij een andere houding,
denkwijze voor zichzelf moeten aanne
men? Korte pauze voor even nadenken.
'Och, de problemen en onderwerpen
zijn niet zoveel veranderd, al is je optiek
en je rol wel wat anders geworden. Ik
moet optreden als eerste woordvoerder.
In het Werkgebied Aangesloten Banken
was je meer uitvoerend bezig, nu gaat
het om de overall optiek. Dat is dan een
vorm van 'rolverschuiving'. Maar we
zenlijk ben ik met dezelfde dingen in de
weer als vroeger. De grote lijnen hebben
altijd al mijn primaire belangstelling ge
had. Daar heb ik op deze plaats veel ple
zier in.'
'Ik zit hier om vanuit die rol deze bank te
dienen. Ja, zoiets klinkt mooi. Maar
waar kan ik dienstbaarder mee zijn, dan
door het zichtbaar maken van de grote
lijnen, het organiseren van discussies
enz.? Je doet dat ook niet op je eentje,
maar met anderen. Bij ons zelfs met
heel veel anderen.'
JRH
Kwaliteit van mensen en informatiesystemen: cruciale succesfactoren