13
coöperatief bankieren vind
je in de manier waarop we met
leden/cliënten en personeel
omgaan
agrarische uit. We hebben dat bewust
bevorderd.
Hadden we ons tot het agrarische kun
nen beperken? Een pure landbouwkre
dietinstelling kunnen blijven?
'Theoretisch was dat misschien moge
lijk geweest. Maar dan hadden we onze
historische ontwikkeling toch niet goed
doorgetrokken. Kijk, 25 jaar geleden
waren we banken voor de land- en tuin
bouw, maar tegelijkertijd hadden we op
het platteland al een veel ruimere wer
king. We financierden daar als een
'bank voor iedereen', zeker op de dor
pen. Allerlei bedrijven, particulieren,
eigen-woningbouwers en niet te verge
ten de spaarders uit de hele samenle
ving, hoorden tot de cliëntenkring. Op
dat moment konden we ons al niet meer
beperken tot de landbouw. We hadden
immers de spaargelden nodig voor de
investeringen in de landbouw. Boven
dien, we mochten ons niet onttrekken
aan de ingrijpende maatschappelijke en
sociale veranderingen die zich overal in
den lande openbaarden.'
U hebt ook binnen onze organisatie in
grijpende veranderingen meegemaakt.
25 jaar geleden waren er 700 Utrecht
se en 600 Eindhovense banken. Nu
932 Rabobanken.
'Al voor de 'grote' fusie van de Utrecht
se en Eindhovense organisaties was
'Utrecht' (meer dan 'Eindhoven') al vol
op bezig met fusies op lokaal terrein. De
kleine banken konden vaak niet meer
voldoen aan de wensen van het publiek
en door samengaan met een naburige
bank kreeg je beter geoutilleerde eenhe
den. Dat werd enerzijds gestimuleerd
door de centrale bank, maar ook werd
het als een goede zaak, een noodzaak
zelfs, beschouwd door de banken zelf.
Dat moet ook, want een fusie-be
slissing is en blijft een lokale beslis
sing.'
Het woord lokaal wordt met een breed
gebaar krachtig onderstreept en Jan
sen Schoonhoven gaat vol vuur verder.
'We hebben tientallen fusies gehad al
voor de grote fusie. In het algemeen zijn
dat beslist goede fusies geweest. Je
kan je natuurlijk afvragen of het in elk
geval nodig was geweest, maar ook dan
houd je slechts in uitzonderingsgevallen
enige twijfel. Onze fusies hebben zeer
aantoonbaar vruchtdragende activitei
ten opgeleverd. Die fusiebeweging is
zeer geslaagd. Grote pressie vanuit de
centrale bank is er ook nooit uitgeoe
fend. Wel in de jaren na de grote fusie.
Dat was nodig ook, want twee Rabo
banken met eenzelfde werkgebied,
soms gevestigd in dezelfde straat, was
natuurlijk geen houdbare situatie. Afge
zien van zulke gevallen is de druk van
boven nooit zo sterk geweest. De fusie-
gevallen zijn in het veld goed aange
pakt. Besturen en directeuren stelden
zich vooruitstrevend op.'
Hier komt de geëngageerde Rabo-
organisatieman met zijn volle overtui
ging aan het woord:
'Zo'n fusie, dat is mijn uitgangspunt,
moet rijpen! Anders gaan de dingen ka
pot! Een fusie doormaken heeft erg per
soonlijke consequenties, niet alleen
maar zakelijke. Je hebt te maken met
een groot aantal mensen. Die moeten er
achter staan, bestuur en directie en ook
de medewerkers en -werksters. Dat
staat niet voor niets ook in onze Fusie
leidraad. Sommige personen kunnen
het er moeilijk mee hebben. Hun proble
men worden vaak zakelijk verpakt, maar
in feite kunnen die persoonlijk zijn. Dat
moet je in de gaten krijgen. Maar dan
nog zeg ik: in praktisch alle gevallen zijn
het de zakelijke overwegingen die in de
uiteindelijke beslissing de overhand krij
gen. En dat is een goed punt voor onze
organisatie: het eigenbelang komt op de
tweede plaats.'
Zal de toekomst een doorgaande, even
tueel drastische fusiebeweging onder
de Rabobanken laten zien?
'Ik voorzie geen revolutionaire fusiebe
wegingen, maar het proces zal wel
- enigszins - doorgaan. Voor onze
dienstverlening is het nodig, dat zeer
kleine banken door een fusie beter met
de tijd mee kunnen. Denk echter niet te
veel in termen van schaalvergroting.
Het gaat niet om de grootte van zo'n
bank, maar om de kwaliteit! Om betere
diensten op een rendabele wijze aan de
cliënten te kunnen leveren! Misschien
zou op den duur het aantal Rabobanken
tot zo'n 800 kunnen teruglopen, maar
zeker niet tot veel minder.'
'Kijk, de optimale schaalgrootte is nooit
objectief voor alle gevallen vast te stel
len. In het ene gebied is een bepaalde
grootte passend, in het andere beslist
niet. Belangrijk voor iedere Rabobank is
het karakter van haar werkgebied en de
samenhang van dat werkgebied. Daar
door zal in een bepaalde situatie een vrij
kleine bank met f 50 miljoen balansto
taal precies de goede bank zijn, omdat
ze in een optimale verhouding staat tot
aard en omvang van haar werkgebied.
In een andere situatie zie je om dezelfde
redenen dat een tienmaal grotere bank
de beste is. Zeer belangrijk is daarbij de
vraag of de samenwerkingsvorm - op
basis van ledenbetrokkenheid
vruchtbaar en effectief kan zijn. Begrijp
me goed: ook in de grote stad kan aan
ledenbetrokkenheid naar mijn stellige
overtuiging inhoud gegeven worden. Bij
mijn laatste officiële daad, het openen
van het Loosduinse kantoor van de
Haagse Rabobank heb ik daar met na
druk op gewezen. Het vraagt alleen wel
een specifieke aanpak, afgestemd op de
aard van het werkgebied.
We zien ook dat het oordeel van de
besturen vaak sterk van gebied tot ge
bied verschilt. Zo kom je heel andere op
vattingen tegen in West- dan in Zuid-
Nederland.'
'Dat kan moeilijkheden geven. Voor mij
hoort het allemaal bij het spel van
krachten en tegenkrachten. Het is een
spanning die in onze structuur zit inge
bakken. Goed gehanteerd leidt zo'n
spanning tot creativiteit. Dat werkt aan
scherpend en daarom moet er altijd die