Rabobank Q Investeringen en werkgelegenheid Sectorale ontwikkelingen 'rends Trends gen. Voor de komende jaren wordt een meer gelijkmatige groei van de investe ringen verwacht van zo'n 4 5% per jaar. De in het begin genoemde verbre ding van het draagvlak van de afzet blijkt overduidelijk uit onderstaande tabel. De afzetverwachtingen voor het MKB mutaties per jaar; volume) Particuliere consumptie Toelevering Export Investeringen Afzet MKB Bron: CPB, EIM, Rabobank Nederland zijn voor de komende jaren ook hoopvol gestemd. Met een groei van 2 tot 3% blijven de bedrijven in de pas met de af zetverwachtingen voor het grootbedrijf. Behalve dat de investeringen een be langrijke factor zijn in de afzet, plegen de bedrijven uit het MKB ook zelf in vesteringen voor de instandhouding en modernisering van hun produktie- apparaat. De ontwikkeling in de periode 1980/84 was voor veel bedrijven aanlei ding om uitbreidingsinvesteringen ach terwege te laten en vervangingsinveste ringen zoveel mogelijk uit te stellen. De bruto investeringen in vaste activa (ex clusief woningen) door bedrijven daal den gedurende deze periode dan ook met gemiddeld 2 Vt per jaar in volume. 1980/84 1986/90 - 2 3 8 5 6 3/2 6 214 4 5 0 2 3 De investeringen in het MKB namen zelfs af met 3 tot 4% per jaar. Met het keren van het economisch tij was duide lijk te merken dat er een inhaalvraag was naar vervangingsinvesteringen. Zo namen de investeringen in de industrie in 1984 zelfs toe met meer dan 20% en ook in 1985 nog met meer dan 10%. In andere sectoren was deze inhaalvraag eveneens duidelijk merkbaar, zij het minder geprononceerd. Wellicht door zijn grote diversiteit deed dit verschijn sel zich nog het minst duidelijk voor in het MKB. Daar is duidelijk sprake van een meer gelijkmatig verloop van de in vesteringen. Naar verwachting bedraagt de investe- ringsgroei in het MKB dit jaar 7% (volu me), tegen 9% voor het totale be drijfsleven. Het komend jaar wordt uit gegaan van een investeringsgroei voor het MKB van 5/i%, aflopend tot zo'n 4V4% in 1990. Aanvankelijk ging de toename van de in vesteringen niet gepaard met een groei van de werkgelegenheid. Door een ze kere starheid in de arbeidsbezetting rea geerde de vraag naar arbeid vertraagd op de investeringsgroei. Vanaf 1985 is echter ook duidelijk de werkgelegenheid in de bedrijven toegenomen. Ook de ko mende jaren wordt een verdere groei van de werkgelegenheid verwacht van rond 1% per jaar. In het MKB zijn het vooral de groothandel en de industrie die voor een grotere vraag naar arbeid zorgdragen. In het voorgaande is hier en daar de gro te verscheidenheid in het MKB al aan gestipt. De ontwikkelingen in de ver schillende sectoren kunnen daarom hier en daar afwijken van de ontwikkeling in het MKB als geheel. Zo wijkt de industriële sector in een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 7