Ontwikkeling van de export
Uit deze tabel blijkt dat ruim 70% van
de totale uitvoer wordt geëxporteerd
naar EG-landen. Binnen de EG-landen
nemen vooral België en Duitsland een
belangrijke positie in. Voor enkele pro-
duktgroepen is de afzet in de EG veel
groter dan de genoemde 70%. Zo gaan
vlees en vleeswaren alsmede groenten
en fruit voor respectievelijk 93 en 87%
naar andere EG-landen. Ook energie en
daarmee verwante produkten vinden
grotendeels hun bestemming in de EG.
Deze gegevens tonen aan dat de Neder
landse export in grote mate afhankelijk
is van maatregelen die binnen EG
verband genomen worden.
De gunstige ontwikkeling van de Neder
landse export de laatste jaren was mede
het gevolg van een sterk groeiende we
reldhandel. De groei is echter meer ge
matigd geworden. Oorzaken van de ma
tiging zijn onder andere de sterke waar
devermindering van de dollar, de fors
gedaalde olieprijzen, de onder druk
staande grondstofprijzen, de schuldpro
blemen van met name de Zuidameri-
kaanse landen en de sterke fluctuaties
in de wisselkoersen. Al deze factoren
hebben ertoe geleid dat veel landen,
maar vooral de Verenigde Staten, een
enigszins protectionistisch importbeleid
zijn gaan voeren. Met name door het
heffen van invoerrechten en het instel
len van invoerquota, met als doel de bin
nenlandse industrieën en dienstverle
nende bedrijven te beschermen tegen
buitenlandse concurrentie. De groei van
de Nederlandse export is eveneens
meer gematigd geworden. Voor de ex
port van diensten geldt eveneens dat de
groei is afgezwakt.
De waarde van de export is in het eerste
halfjaar van 1986 met ruim 10% ge
daald, voornamelijk door de waardever
mindering van de dollar en de gedaalde
energieprijzen. Het zijn vooral de grote
bedrijven die energie en energieproduk-
ten exporteren. Zij zien hun export dan
ook sterk verminderen.
De kleine en middelgrote bedrijven zijn
voor wat betreft hun produktie minder
energie afhandelijk. Hun exportgroei ligt
daarom ook iets hoger dan van de in
dustrie als geheel.
De export van de drie eerder genoemde
belangrijkste produktgroepen zal naar
het zich laat aanzien, een van elkaar
verschillende ontwikkeling te zien
geven.
De wereldvoedselmarkt wordt geken
merkt door een groeiend aanbod tegen
over een stagnerende vraag. Met name
de koopkracht van de ontwikkelingslan
den loopt achter als gevolg van de da
ling van de olieprijs (olieëxporterende
landen) en de schuldenproblematiek.
Ook steeds meer arme landen, die re
cent grote voedselimporteurs waren zo
als bijvoorbeeld Indonesië, India en
Saoedi-Arabië, slagen erin wat granen
betreft zelfvoorzienend te worden. De
export van tuinbouwprodukten groeit
daarentegen nog steeds, terwijl de
vraag naar sierteeltprodukten zelfs sterk
is gestegen. Door de sterke daling van
de dollar sinds maart 1985 zijn de we
reldmarktprijzen van agrarische com-
modities gedaald, dat wil zeggen dat de
Nederlandse produkten in prijs zijn
gestegen. Met name de Nederlandse
export van bloemen en kaas naar de
Verenigde Staten ondervinden hiervan
hinder. Zicht op een spoedig herstel van
de markt van de belangrijkste agrari
sche produkten is er voorlopig nog niet.
De export van energieprodukten is ge
daald voornamelijk doordat de export
van aardgas sterk is teruggevallen. De
aardgasexport krijgt steeds meer te ma
ken met concurrerend aardgas uit
Noord-Afrika en Oost-Europa, zodat met
een verdere daling rekening moet wor
den gehouden. Voor de export van de
energieprodukten als geheel zal dit een
geleidelijke daling betekenen. Met be
trekking tot de petrochemische in
dustrie zijn de verwachtingen voor de
toekomstige export ook niet al te hoog
gespannen. In toenemende mate wordt
concurrentie ondervonden uit de OPEC
landen die in hoog tempo bezig zijn een
eigen petrochemische industrie op te
bouwen.
De export van metaal(waren) en ma
chines is de laatste jaren flink aange
trokken. Aanvankelijk steeg de export
met circa 10%, de export van ba
sismetalen zelfs met bijna 15%. Maar
ook in die groei is enige matiging opge
treden. Bij deze produktgroep is even
eens duidelijk waarneembaar dat de in
ternatïonale vraag is verschoven van
halffabrikaten naar eindprodukten. De
grootste exportgroei wordt momenteel
gerealiseerd door de machine-,
elektrotechnische-, optische- en instru
mentenindustrie die relatief veel eind
produkten produceren.
Vooral produkten van de twee laatstge
noemde industrieën staan in het buiten
land kwalitatief hoog aangeschreven
zodat een verdere exportstijging hier ze-
■ÊiiiiÉiiiÉiië