29
Nieuwe vaardigheden
MWÉSF
Het opleidingsniveau in de agrarische sector is sterk verbeterd in de afgelopen tien jaar.
scholen van gelijk niveau, maar ook verticaal, tot en
met de Landbouwhogeschool (overigens heet de LH
sinds 1 september Landbouwuniversiteit Wagenin-
gen). Uit oogpunt van doelmatigheid een belangrijke
zaak, zeker wanneer er bezuinigingen boven het hoofd
hangen. Toch mag ook de verbinding met aanliggende
onderwijsvormen niet worden veronachtzaamd. Op
agrotechnisch gebied zijn er vele raakvlakken met het
technisch beroepsonderwijs, op het terrein van onder
nemerschap en administratie met administratieve
scholen.
Het cursusonderwijs wordt per provincie gecoördi
neerd door commissies, waar de scholen, het be
drijfsleven en de overheid de grote lijnen van de cur
susprogramma's uitzetten. Een elftal praktijkscholen
verdeeld over verschillende produkties, akkerbouw,
veehouderij, champignons enzovoort, geven praktijk
cursussen van één of twee weken aan leerlingen van
de dagscholen, groepen boeren en tuinders, werkne
mers, loonwerkers, bedrijfsverzorgers en werknemers
uit de agrarische industrie.
Het agrarische onderwijs- en cursusgebeuren is een
veelkleurig schilderij van veebeoordeling en trekker
besturing tot kennis van sociale wetten en computer
management. De Nederlandse boer en tuinder hebben
ten opzichte van hun collega's in het buitenland op het
terrein van scholing een voorsprong. Veranderde om
standigheden eisen kennis van nieuwe teelten en het
leren omgaan met het milieu. Kortom nieuw agrarisch
vakmanschap en ondernemerschap. Bij modern
scholings- en cursuswerk begint de concurrentie
kracht van de land- en tuinbouw.