Cultuur en ondernemerschap in een organisatie naar menselijke maat \v In het verleden werd een gecentraliseerde organisatiestructuur in brede kring gezien als een uitstekend middel om de doelstellingen van een onderneming te verwezenlijken. Fervente aanhangers van dit centralisme beschouwen een decentrale structuur vooral uit oog punt van efficiency en besluitvorming als een 'blok aan het been' van de ondernemingsleiding, die direct controleerbare en bovenal snelle resultaten wil boeken. Toch blijken, vooral in turbulente tijden, decentrale organisaties met een grote handelingsvrijheid voor zelfstandige eenheden, zeer goed te floreren en zeer stevig in de economische branding te staan. Het blijken vaak organisaties van de lange adem te zijn die, met ruimte voor 'intern ondernemerschap' Hntrapreneuring) van medewerkers, in staat zijn een sterke band met de praktijk te onderhouden. Hieraan gekoppeld is de onderne ming vaak in staat een menselijke maat te behouden, wat met name in de sector van de dienstverlening een factor van niet te onder schatten belang is. Drs. B. J. van Tol kijkt in dit artikel eens naar de ontwikkelingen op dit terrein, waarbij aandacht voor de kwaliteit van de manager in relatie tot de uitdagingen in het bankbedrijf. Met in zijn ooghoek natuurlijk de Rabobankorganisatie met haar sterk de centrale structuur. eel wat bedrijven hebben in de afgelopen 10 a 20 jaar gestreefd naar groei en diver sificatie. Zo zijn zeer grote bedrijven ontstaan met een zeer uiteenlopend produkten en dienstenpakket, meestal ondergebracht in werkmaat schappijen onder leiding van een hoofd kantoor. De laatste jaren kan geconsta teerd worden dat een toenemend aantal van dit soort complexe en in hoge mate centraal geleide organisaties, mede als gevolg van een slechte gang van zaken, gedeeltelijk gesaneerd, uiteengevallen of geheel is verdwenen. Met het door voeren van een 'ontmantelingsproces' worden branche-vreemde werkmaat schappijen afgestoten en valt men terug op de oorspronkelijke kernactiviteit. De aloude strategie van 'schoenmaker blijf bij je leest' lijkt weer opgang te doen. In het verlengde hiervan is meer in het al gemeen de tendens waarneembaar dat bedrijven zich bewust afvragen of hun organisatie niet effectiever te maken is door complexe overkoepelende structu ren af te bouwen en kleine overzichtelij ke, zelfstandige eenheden daarvoor in de plaats te stellen. Vervreemding Het streven is om het bedrijf zo te orga niseren dat vervreemding van de prak tijk, van de markt, van leiding ten op zichte van medewerkers, en omgekeerd, wordt voorkomen. Dat kan alleen in een bedrijf waar de menselijke maat herken baar is en die, mede daardoor, over een grote mate van handelingsvrijheid be schikt. Bij de medewerkers kan daar door de idee groeien dat men zelf on dernemerschap en creativiteit aan de dag kan, en mag leggen. Daarbij is het van groot belang alle krachten die er zijn, zowel binnen als buiten het bedrijf, te mobiliseren en te organiseren om de hoogste mate van levensvatbaarheid te bereiken en te behouden. Een factor van belang wordt gevormd door de bedrijfs cultuur: alle medewerkers doorvoelen de zin van het bestaan van het bedrijf. Hieraan worden leidraden voor denken en doen binnen het bedrijf zelf ontleend en een uitstraling 'naar buiten toe' be reikt. Het hangt sterk samen met de be drijfscultuur of creativiteit en intern on dernemerschap gevrijwaard zijn van be perkende invloeden. Bedrijfscultuur ont staat lokaal en niet centraal. Wel kan centraal een gemeenschappelijke filoso fie inzake na te streven waarden worden geformuleerd, lokaal echter krijgt deze de eigenlijke vertaling in cultuur. Een ze kere mate van spanning tussen de orga nisatiefilosofie en de bedrijfscultuur kan gezond zijn maar mag zeker niet leiden tot het ondergeschikt maken van de be drijfscultuur. Anders gaat het gevoel, en ook de wil snel verloren om de eigen verantwoor delijkheid voorop te stellen. Hierdoor kan een typisch bureaucratisch gedrag in de hand worden gewerkt en kunnen tegenovergestelde effecten, dan welke men beoogt, gaan optreden. Uitdagingen binnen het bankbedrijf In het bankbedrijf tekent zich ruwweg een drietal ontwikkelingen af, waarin uitdagingen voor het management besloten liggen en die creativiteit voort vloeiend uit intern ondernemerschap op een zo breed mogelijke basis binnen het bedrijf onontbeerlijk maken. Allereerst is er de noodzaak tot een constante produktvernieuwing. Het gaat daarbij niet om de ontwikkeling van allerlei revolutionaire veranderingen in het produkten- en dienstenpakket. Drs. B. J. van Tol Management ontwikkeling

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 22