Accountmanager Van den Hove: 'Belgische markt vraagt om goede strategie' Phiüppe van den Hove is sinds oktober 1985 accountmanager bij de Rabo bank in Antwerpen. Komend uit de Antwerpse bankwereld kent hij tot en met het klappen van de zweep op de fi nanciële markt in België. En naar zijn zeggen kent België de Rabobank, al is enige uitleg soms wel geboden. Een maal zelf Raboman is de coöperatieve dimensie van de Rabobankorganisatie voor hem gaan leven en hij volgt de ver slaglegging van de unieke coöperatieve besluitvormingsprocessen in Neder land met grote belangstelling. 'Het Nederlandse bedrijfsleven in vesteert veel in België. Een groot voor deel van de Rabobank hier in België is daarom dat men in Nederland niet of nauwelijks Belgische banken ziet, terwijl de Rabobank in Nederland natuurlijk volop aanwezig is,' aldus Van den Hove, die er meteen aan toevoegt: 'Antwerpen is een zeer goede basis om vanuit te werken, de stad vervult wat handel en industrie betreft een centrumfunctie voor heel België, ligt dicht bij de Neder landse grens en heeft een van de groot ste havens van de wereld.' Volgens Van den Hove biedt het idee achter het coherente buitenlandse vestigingenbeleid van de Rabobankor ganisatie, ook wel de 'havenfilosofie' genoemd, een goede basis om cliënten over de gehele wereld te volgen. 'Merk ten op die wij er van verwachtten. Er bleek niet echt sprake van een gat in de markt. Enige bijstelling in onze benade ring naar de wat kleinere bedrijven toe leverde veel betere resultaten op. Ook een minder strikte afbakening van de doelgroep heeft daaraan bijgedragen.' 'De Belgische financiële markt is bijzon der hectisch. België bankiert anders dan Nederland. De grote bedrijven werken baar is dat men als vestiging een geïnte greerd deel vormt van een grote interna tionale organisatie. Zo zijn er zeer fre quent contacten met de vestigingen in Hamburg (ADCA), New York, Rotterdam enzovoort.' De Belgische markt is een zeer open markt geworden, in de bancaire wereld is er sprake van een voortschrijdende branchevervaging. De banken, onder aanvoering van de grootsten, zoals De Generale Bank, De Kredietbank en De Bank Brussel Lambert, zijn sterk gaan diversificeren. 'Een goede marktbena deringsstrategie is daarom een eerste vereiste,' zegt Van den Hove, 'en die is ingebed in ons business plan. Dan nog vraagt de Belgische markt om een grote dosis doorzettingsvermogen en flexibili teit, terwijl men daarbij toch ook een ze kere opportuniteit goed kan gebruiken. België is veel minder agrarisch georiën teerd dan Nederland, de industrie voert de boventoon. De agribusiness, de voor naamste doelgroep, is sterk vertegen woordigd in Vlaanderen. Van den Hove: 'Vanuit het business plan bewerken wij een selectie van tussen de 2 a 300 be drijven in de agribusiness, tot op heden met zeer bevredigende resultaten. Door een goede pricing die gekoppeld is aan hoge kwaliteit komen wij in de zeer open Belgische markt goed aan bod. Met onze uitgebreide en zeer persoonlij ke dienstverlening slagen we er in toe nemende mate in een rol als huisbankier te vervullen.' Nu Kantoor Antwerpen inmiddels werkt met drie, binnenkort vier, accountmana gers kan het terrein dat bestreken wordt langzaam maar zeker worden verbreed. De 'klassieke' industrie, zoals bijvoor beeld de chemie en farmacie, vooral sterk vertegenwoordigd in Antwerpen, wordt onder de loep genomen. De han delssector (trading), met het sterk ont wikkelde documentaire karakter, komt binnen het vizier. Ook de financiering van agrarische commodities staat op de rol. Het eigen bankbedrijf van Kantoor Ant werpen blijkt zich voorspoedig te ont wikkelen. Na anderhalf jaar van inten sieve marktbewerking is de Rabobank in België voor een groeiend aantal bedrij ven een interessante marktpartij. De naam Rabobank die in België al een be kende klank had, heeft nu ook inhoude lijk haar betekenis gekregen. toch al gauw met zo'n vijftiental ban ken, daar voeg je je dan als zestiende aan toe. De tarievenconcurrentie, zowel qua rente als qua provisie, is moordend. De marges worden en kunnen, gegeven de situatie, door de bedrijven afschuwe lijk klein gehouden worden. Kortlopende leningen zijn veel gevraagd. Dienovereenkomstig is de banktrouw veel minder groot dan in Nederland. Als bank ben je hier gedwongen om ontzet tend veel volume te maken, wil je ten minste lonend bezig zijn. In de sector van de wat minder grote bedrijven, waarin we nu ook penetreren, gaat het er iets rustiger aan toe. De banktrouw is daar ook beduidend groter. Maar de ta rieven bepalen hier in België voor een groot deel de marktaandelen.' Na een wat moeilijke start kreeg Kan toor Antwerpen de wind goed in de zei len. Het inschakelen van Belgische ac countmanagers, thuis in de markt, heeft daaraan ook sterk bijgedragen. Zaken worden in België nogal eens anders af gewerkt dan in Nederland; het land is meertalig; het werven van personeel verloopt anders; er is een sterk ontwik kelde 'lunchcultuur', waarin zakenrela ties vergaderingen of zakengesprekken combineren met een lunch. Kortom, het hele klimaat van zakendoen ademt een wat andere sfeer. Ook de agrarische sector verschilt nogal van de Nederlandse. België kent weinig coöperatief georganiseerde onderne mingen. Er zijn relatief veel kleinere fa miliebedrijven, waarbij er weinig sprake is van onderlinge samenhang. De orga nisatie bij uitstek van de Belgische agra riër is de Boerenbond. De CERA, de coöperatief georganiseerde bank, is de bank van de agrariër. Jansen: 'De samenwerking met de CERA gaat goed. De CERA richt zich vanouds meer op het individuele agrari sche bedrijf. In dat vaarwater komen wij hier niet. Wij verwijzen in die gevallen naar de CERA. Ons startpunt is de agri business geweest, maar de versnippe ring in de agrarische sector werkt daarin door. Landbouwcoöperaties zijn hier niet dik gezaaid. Wel zijn er tendensen tot concentratie merkbaar. Mijn ver wachting is dat er wat dat betreft zeker iets zal veranderen de komende jaren. De agribusiness zal daarom voor ons een zeer voornaam aandachtsgebied blijven, maar we zijn nu in een stadium dat we wat breder gaan uitwaaieren.' Met die laatste uitspraak geeft directeur Jansen aan dat zijn blikken alweer op de toekomst zijn gericht en dat de vraag hoe hij zijn Kantoor in de Belgische markt verder kan uitbouwen hem volop bezig houdt. Tijdens de lunch die we in het, naar Bel gisch gebruik, uitstekend verzorgde per- soneelsrestaurant van het kantoor nutti gen, vertelt Jansen in de persoonlijke sfeer nog wat meer over zijn Belgische ervaringen. Over het bruisende Antwer pen, over de Vogeltjesmarkt waarop we uitkijken, over de Nederlanders die de stad veelvuldig bezoeken, het bezoek uit Nederland dat hem bijna even veel vuldig ten deel valt. Maar als we af scheid van hem nemen, onderstreept hij nog eens: 'Wat goed in het artikel over het voetlicht moet komen, is dat ener zijds onze acquisitie hier in België na tuurlijk zeer gericht plaatsvindt, maar dat anderzijds onze relaties met Neder land, dus naar de aangesloten banken toe, in principe ongelimiteerd zijn. Wij staan klaar!' AJK/PdMM

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 15