is iedere indruk van discontinuïteit te
vermijden. Die willen we ook niet, ik
niet en niemand. Voor mij staat vast,
dat ons hoofdkenmerk tot in lengte van
dagen zal blijven: kwalitatief goede, per
soonlijke dienstverlening. Ik ben er van
overtuigd, dat daaraan grote behoefte
blijft bestaan. De nieuwe technieken
bieden echter mogelijkheden om routi
nehandelingen geleidelijk door middel
van een elektronisch distributiesysteem
te laten geschieden: denk aan kasver-
keer, opvragen van saldi, betalingsver
keer. Dat geeft ook mogelijkheden om
de kosten van bankdiensten te reduce
ren. In de grond der zaak hebben wij te
genover onze leden en cliënten de plicht
zulke diensten ter beschikking te stel
len. Dat is geen koerswijziging, maar
een ontwikkelingsproces in de distribu
tie van onze bankdiensten.'
Op dit punt aangeland, brengen we on
ze organisatiestructuur ter sprake. Kan
deze de komende veranderingen aan?
Zullen onze Rabo-mensen meegaan en
meewerkenWijffels laat ons niet in
onzekerheid. Hij heeft het kennelijk
diep overdacht.
'Er is bij mij geen spoor van twijfel, dat
het genoemde ontwikkelingsproces te
combineren is met onze huidige organi
satiestructuur. Een pas gereed gekomen
studierapport bevestigt dat: het past
helemaal bij onze vertrouwde gedachte
van lokale, zelfstandige Rabobanken.
We hebben heus geen centralistisch
concept nodig. Ik zelf ben een fervent
voorstander van de decentrale benade
ring. Die moeten we versterken.'
'Het wezenlijk belangrijke structurele
kenmerk van de organisatie is de lokale,
autonome bank. Daar sta ik onvoor
waardelijk achter en ik ga er volstrekt
van uit, dat dit 'oude' Rabo-concept in
staat zal zijn de komende ontwikkelin
gen te verwerken. Dat is, anders ge
zegd, het concept van lokaal onderne
merschap van Bestuur en Directie. Ik
geloof daarin. Ik besef ook dat ons suc
ces (of gebrek daaraan) in wezen afhan
kelijk is van de kwaliteit van de mensen
in die functie. Maar als ik vooropstel -
en dat doe ik zonder meer - dat we er
in slagen via onze directeuren en mede
werkers en via onze bestuurders kwali
teit binnen te halen en te houden, dan
denk ik dat we de passende reactie op
de ontwikkelingen beslist zullen vinden.'
'Daar is geen blauwdruk van te maken.
Want de omstandigheden van de markt
maken uit hoe je er op moet reageren.
De laatste twee jaar zie je het aantal
vestigingen teruglopen en je ziet tegelijk
dat het aantal zittingen zich uitbreidt.
Zo wordt de continuïteit bewaard, maar
onder een andere kostenstructuur.'
'Over de ontvankelijkheid van onze ban
ken voor vernieuwingen heb ik echt
geen grote zorgen. Er is een grote be
reidheid om mee te gaan met de ont
wikkelingen. Er zijn nu al 70 geldauto
maten in bedrijf. De Rabobank heeft er
verreweg het meest. De handelsbanken
Het valt je op. Als Wijffels met je praat
gebruikt hij vaak woorden die tegelijk
een voorkeur voor geleidelijkheid en
voor vasthoudendheid verraden. 'U
hebt meer weg van een klassementsrij
der, een marathonloper of nog mooier
van een Elfstedentochtrijder, dan van
een sprinter die zich op de korte baan
concentreert,' zeggen wij. Wijffels
schiet in de lach, maar de vergelijking
bevalt hem kennelijk heel best. 'Klopt
helemaal. Ik denk meestal sterk in even
wichten. Niet te hard beginnen, anders
wordt je doodlopen' En dat klopt voor
ons weer met wat hij ooit eens van zich
zelf vertelde: 'een beetje rechtlijnigheid
zit erin.' Een aantal dingen liggen bij
Wijffels muurvast als uitgangspunten
van zijn overtuiging, maar hij heeft tege
lijk de vooruitziende blik op wat komen
gaat. Als hij een zin met 'ik zie' begint,
dan lees je in zijn ogen dat hij in de verte
iets ontwaart. Nog niet grijpbaar, maar
bereikbaar op termijn. Daar loopt voor
hem de lijn van zijn uitgangspunt heen.
Zijn antwoorden op vragen zijn vaak
kleine betoogjes, ordelijk en bedacht
zaam opgebouwd. Maar even onder de
oppervlakte merk je dat er vuur en war
me gedrevenheid achter zit. Je ziet het
aan zijn gezicht. Iemand om naar te
luisteren. Zijn aanpak is die van de stra
teeg, van een veldheer, die weet wat hij
heeft - sterke en zwakke punten - en
vandaar uit vooruit denkt naar de posi
ties die hij successievelijk met zijn leger
korpsen door taaie volharding moet zien
te bereiken.
De levendige politiek/maatschappelijke
belangstelling van Wijffels is bekend.
'Tot nu toe is dat primair een privé-
aangelegenheid; je bent ook burger van
dit land. Mijn nieuwe functie brengt na
tuurlijk mee, dat ik een publieke rol ga
vervullen, want door de vele belangen
die wij als bankinstelling in ons vereni
gen, heeft de Rabobank tot taak ook op
dit terrein iets te zeggen. Ik wil onbelast
de woordvoerder van die belangen zijn.
Cumulatie van (privé)functies kan on
duidelijkheid geven. Daarom ga ik het
voorzitterschap van het Wetenschappe
lijk Instituut van het CDA neerleggen.
Zuiverheid is in dat soort dingen van
groot belang. Ook voor onze beeldvor
ming naar buiten, moet je dikwijls de
maatschappelijke effecten en dus ook
de politieke aspecten er bij halen. Lardi-
nois heeft er veel aan gedaan ons beeld
in lijn te brengen met wat we maat
schappelijk voorstellen. Dat was nodig
ook. In de toekomst is het misschien
minder aan de orde. We hebben op dat
punt zeker geen achterstand.'
Ook dat was weer een voorbeeld van
Wijffels-achtige evenwichtigheid. Je
merkt dat ook als we even over zijn ge
zin praten. 'In de loop van de week
schieten vrouw en (drie) kinderen er
door je drukke leven wel wat bij in, maar
in het weekend moet er wel erge brand
zijn, willen ze mij uit de huiselijke sfeer
halen. Ik neem ook altijd mijn vakanties
als de kinderen vrij van school zijn.' En
de geestelijke ontspanningWijffels
aarzelt even (het is ten slotte privé): 'Die
vind ik vooral in fysieke inspanning. Het
hele jaar door een keer in de week ten
nissen. En in het weekend op de fiets,
een 'criterium' van 100 km, of in de win
ter wat joggen. En natuurlijk, je leest
ook nog al wat buiten de strikt zakelijke
stukken om.'
Arbeidsvreugde? 'Ja, die heb ik. We zijn
een soort overlegeconomie in onszelf.
Dat kost tijd, maar het is de moeite
waard om beslissingen zorgvuldig te ne
men. Voel me er helemaal in thuis. Je
kunt je er mee identificeren. Dat merk ik
bij mezelf en bij anderen. We zijn een or
ganisatie van mensen en daar hoor ik
bij.'