Banken boeren beter reid met de wensen van de banken reke ning te houden. Waren de halfjaaroogsten van de ban ken gegeven de weersomstandigheden tevredenstellend? Deze vraag komt op wanneer de onlangs gepubliceerde be richten over de gang van zaken in de eerste helft van 1986 onder de loep worden genomen. Het algemene beeld van de resultaten in het eerste halfjaar vergeleken met die van de overeen komstige periode van vorig jaar kan voor de grote algemene banken als volgt worden gekenschetst. De bruto winst steeg ondanks de vaak fikse kostengroei met niet onverdienstelijke percentages. De toevoeging aan de 'stroppenpot' nam niet meer dan mond jesmaat af. De maatschappelijke contri butie in de vorm van belastingafdrach ten gaf doorgaans een stijging te zien. Het nettoresultaat vertoonde een duide lijke of zelfs forse toeneming. Bij onze organisatie groeiden de baten vergele ken met het gemiddelde stijgingsper centage van de algemene banken slechts gematigd, terwijl onze kosten groei zich in dezelfde orde van grootte als van onze concurrenten bevond. De brutowinst daalde, zulks in tegenstelling tot de algemene banken. Onze toevoe ging aan de voorziening algemene risi co's kon echter in aanmerkelijke mate worden verlaagd. Daardoor werd bij een enigszins hogere belastingpost toch een stijging van de nettowinst gerealiseerd. De gegevens die de Postbank over de ontwikkelingen in het eerste halfjaar van haar bestaan bekend maakte, bie den uiteraard nog weinig of geen verge lijkingsmateriaal. De nieuwkomer was blijkens haar persbericht zelf van oor deel, dat van een goede start mag wor den gesproken. Kortom: de halfjaarcijfers van de banken geven aan dat de opgaande lijn zich voortzet. Daarbij moet worden aangete kend dat het klimaat waarin moest wor den geopereerd in tal van opzichten dan ook geen reden tot klagen gaf: een zich voortzettend algemeen-econo misch herstel, een kwaliteitsverbetering van de (binnenlandse) debiteurenporte feuille, een zeer geringe inflatie, een wat dalende (lange) rente en een voorspoe dige gang van zaken op de effecten beurs. Bij de baten was evenwel op- ln de Centrale Kringvergadering van 3 september ji. is een voortgangsrapportage over het automatiseringsbeleid van de Rabobankorganisatie besproken en het ligt in het voornemen deze voortgangsrapportage ook te bespreken in de najaarskring vergaderingen. Kort na de Centrale Kringvergadering ben ik op 8 september jl. aanwezig geweest bij het officiële in gebruik stellen van de 1000 ste KIK-installatie in het Friese Sur huisterveen. Dit betekent, dat - uitgaande van het aantal Rabobankkantoren per 30 juni 1986 van 234 7 - nog 134 7 kantoren in de komende 2 a 3 jaar moeten wor den voorzien van KIK-terminalsystemen. Opvallend is het te moeten constateren, dat op het moment, waarop nog zovele aangesloten banken van een nieuw automa tiseringssysteem moeten worden voorzien, binnen de organen van onze organisatie reeds uitvoerig wordt gediscussieerd over de opvolging van de nu deels nog te in stakeren apparatuur. Deze constatering alleen al geeft aan, dat wij hier te maken hebben met een materie, die niet alleen automatiseringstechnisch, maar vooral ook in organisatorisch en beheersmatig opzicht bijzonder complex is. Dit geldt te meer, omdat eventuele besluiten tot het introduceren van een nieuwe generatie appara tuur gevolgen hebben voor het functioneren van de Rabobankorganisatie op auto matiseringsgebied, wellicht tot in de 21ste eeuw. Voorwaarde voor een verantwoorde besluitvorming is dan ook, dat binnen de eigen Rabobankgelederen een grote mate van deskundigheid beschikbaar moet zijn. Wij mogen ons dan ook gelukkig prijzen, dat binnen de gelederen van Rabobank Neder land voldoende kennis beschikbaar is en dat ook steeds meer aangesloten banken via hun directeuren en/of medewerkers een fundamentele inbreng op automatise ringsgebied kunnen leveren. Hoewel in de thans op gang zijnde discussie nog steeds geen concrete voorstellen kunnen worden gedaan over nieuwe apparatuur en nieuwe systemen, vind ik het toch van zeer groot belang, dat iedereen nu reeds in de Centrale Kringvergadering en in de kringvergaderingen de gelegenheid heeft hierin zijn inbreng te leveren en daarnaast in staat wordt gesteld door de leden van de Hoofddirectie te worden geïnformeerd over de ontwikkelingen. Ik stel dit met name op prijs, omdat mijn ervaringen van de afgelopen twee jaar op automatiseringsgebied mij vooral hebben duidelijk gemaakt dat een van de proble men die wij moeten oplossen is, dat wij moeten pogen alle leidinggevende functio narissen in de Rabobankorganisatie zoveel kennis op automatiseringsgebied bij de brengen, dat zij niet alleen kunnen begrijpen hoe complex de materie is, maar ook voldoende inzicht krijgen om de te nemen en de genomen besluiten te aanvaarden. Ik heb kunnen vaststellen, dat via de weg van circulaires en uitgebreide geschriften dit niet te realiseren is, omdat daarmede de informatie bij een groot deel van de be trokkenen veel te vaktechnisch overkomt. Dit is dan ook de hoofdreden om nu reeds via de gebruikelijke overlegorganen van de organisatie deze materie te behandelen en die tevens te ondersteunen door speciale afleveringen van 'Bank in Beeld', waar door de koppeling van een audiovisueel hulpmiddel aan officiële stukken van Rabo bank Nederland ervoor moet zorgen, dat de noodzakelijke kennisoverdracht kan plaatsvinden. Als deze poging slaagt, heb ik er alle vertrouwen in, dat wij in de loop van 1987 tot een aanvaardbare besluitvorming kunnen komen over de verdere automatise ringslijn van de Rabobankorganisatie. F. H. J. Boons Vervolg op pagina 26

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 3