Rabopolis
Aan het woord: J. van Rijn RA,
per 1 september directeur Rabo
bank Nederland
Rabopolis II
'Eindelijk is het dan zover', zo begint de
uitgave 'Publiciteit' van Marketing Ver
zekeringen van juni van dit jaar waarin
aan onze aangesloten banken aange
kondigd werd dat in augustus de
Rabopolis-auto zou worden geïntrodu
ceerd. Deze verzekering voltooit het
pakket dekkingen rondom het huis en
gezin. Dat het totstandkomen nogal wat
voeten in de aarde heeft gehad hangt
samen met een aantal factoren die inhe
rent zijn aan de verzekeringsmarkt,
waaraan veel partijen deelnemen. Het
aantal verzekeraars (van diverse pluima
ge) is groot, de tussenpersonen die zich
op de markt bewegen zijn vele en er
heerst dan ook een behoorlijk grote con
currentie. Wat ons voor ogen stond is
een produkt tot stand te brengen, dat
voor wat betreft de voorwaarden een
uitstekende verzekering biedt en tegen
een prijs die aan de onderkant van de
markt ligt. Wij menen daar met dit pro
dukt in geslaagd te zijn. Naast de al met
ons samenwerkende verzekeraars Inter
polis, DTG en Avéro zal ook Sterpolis te
Arnhem deze nieuwe Rabopolis-auto te
kenen. Voorts zijn nog met een aantal
onderlinge maatschappijen besprekin
gen gaande om te bezien of verdergaan
de samenwerking mogelijk is. Wellicht
zullen meer maatschappijen dan de ge
noemde vier in de toekomst Rabopolis-
sen op de markt brengen.
lagen. Wij schromen daarbij niet geijkte
paden te verlaten. Kostenbesparing zou
bij een goede verdeling van taken tus
sen verzekeraar en tussenpersoon ge
vonden kunnen worden bij marketing,
opleiding, administratie, incasso, publi
citeit, acceptatie en schadebehande
ling. Welbewust willen wij streven naar
een goede harmonie tussen werkzaam-
'Onderneem het met de Rabobank' is
de nieuwe reclameslogan waarmee on
ze bank thans de ondernemersmarkt
benadert. Het is niet alleen deze onder-
nemersvriendelijke benadering die mij
als ex-industrieel bepaalde verwachtin
gen doet hebben van het werken bij de
Rabobank. Ook de structuur, met ener
zijds autonome banken, die een eigen
commerciële verantwoordelijkheid heb
ben en anderzijds een centrale bank -
Rabobank Nederland die zich zowel
naar haar cliënten als naar de lokale
banken steeds als een ondernemende
instelling moet bewijzen, spreekt mij
zeer aan. Graag voldoe ik aan het ver
zoek van de redactie om mij hierbij in
Rabobankkring wat nader aan u voor te
stellen.
Mijn eerste werkgever was het accoun
tantskantoor Moret Starke. Naast
mijn dagtaak studeerde ik in de avond
uren accountancy, een studie die ik in
1965 afrondde.
heden van risicodragers en Rabobanken
als tussenpersonen, afgestemd op een
gezamenlijk doel: het aanbieden van
kwalitatief goede diensten tegen relatief
gunstige voorwaarden, daarmee ons
houdend aan het eerste adagium van de
beginselverklaring van de coöperatieve
'Rabobank'.
Vervolg op pagina 30
Mijn belangrijkste cliënt in die tijd (overi
gens van 1957 af) was het Verolme-
concern en vooral in de jaren zestig de
heer Verolme. Het is een groot voor
recht geweest om voor en met een zo
dynamische persoonlijkheid als de heer
Verolme te hebben mogen werken.
Direct na de fusie, die leidde tot
totstandkoming van het Rijn Schelde
Verolme-concern, werd ik door de Raad
van Commissarissen uitgenodigd zitting
te nemen in de Raad van Bestuur van
deze nieuwe groep. Na bijna 20 jaar zei
ik derhalve mijn vrienden bij Moret (de
maatschap was inmiddels via fusies uit
gegroeid tot Moret Limperg) vaarwel
en ging het bedrijfsleven in.
Wat dat bedrijfsleven mij heeft ge
bracht, is het Nederlandse volk ten dele
bekend geworden via de Parlementaire
Enquête Commissie, die ter zake van
RSV in 1983 werd ingesteld. Ten dele,
omdat uit het Commissierapport niet af
te leiden is geweest dat er zich ook zeer
positieve zaken in RSV-verband hebben
voorgedaan. In ieder geval heb ik naast
vele problemen ook veel vreugde be
leefd aan mijn RSV-tijd.
Wel moet worden gesteld, dat vooral de
laatste periode van mijn RSV-betrokken
heid, waarbij ik de verantwoordelijkheid
had voor de algehele afbouw van het
concern, mentaal de moeilijkste tijd is
geweest.
Ik ben bijzonder verheugd (en met mij
mijn vrouw en onze dochter en zoon),
dat ik in mei jl. bij Rabobank Nederland
van start ben gegaan. Eerst nog in een
situatie die is te vergelijken met de voet
baller die zich warm loopt langs de zij
lijn, doch op 1 september brak het mo
ment aan, dat ik in het veld werd geroe
pen om leiding te geven aan de staf-
groep Financieel Economisch Beheer.
De manier waarop ik in deze eerste
maanden door collega's en medewer
kers in de organisatie ben geaccepteerd
en ook ondersteund, heeft mij bijzonder
warm gestemd. Van harte hoop ik ook
mijn bijdrage te kunnen gaan leveren
aan de verdere groei en bloei van de
Rabobankorganisatie.
De markt voor financiële dienstverle
ning is volop in beweging. Het struc
tuurbeleid, fusies tussen verzekeraars,
het kapitaalmarktbeleid zijn voorbeel
den van zaken die onze aandacht vra
gen. Ook op het gebied van de assuran
tiebemiddeling doen deze veranderin
gen hun invloed gelden waardoor be
leidsaanpassingen nodig zijn.
In de onlangs verschenen brochure 'Vi
sie op de verzekeringsbemiddeling door
de Rabobanken in de komende jaren'
zijn overwegingen en achtergronden uit
eengezet. Wat ons voor ogen staat, is
om door middel van goed op elkaar af
gestemde bedrijfsprocessen tussen ver
zekeraars en onze banken als tussen
personen tot een efficiency-verbetering
te komen, die het kostenpatroon zal ver-