bij de kredietverlening, de omvang en ri
sico's van bedrijfsfinancieringen en de
zwaarwegende continuïteit van dienst
verlening, ook bij wisselende bedrijfsre
sultaten van de cliënt. Voorts dient een
beleidsinvloed van agrarische en overi
ge bedrijfsleden te worden gewaar
borgd, die overeenkomt met hun econo
mische betekenis in het werkgebied.
De voordelen van het
lidmaatschap
Tegenover het lidmaatschap met de bij
behorende aansprakelijkheid staan dus
voordelen. Om te beginnen, blijken die
voordelen in de kwaliteit en condities
van de dienstverlening. De leden heb
ben aanvullende voordelen. In de eerste
plaats hebben de leden zeggenschap
over het beleid bij hun eigen bank. In de
tweede plaats waarborgt de ledenzeg
genschap een grote zorgvuldigheid met
de financiële belangen van de leden, le
der bedrijf komt wel eens in de situatie
dat een bank die 'achter zijn leden
staat' van grote betekenis blijkt! In de
derde plaats hebben bedrijfsleden voor
rang bij financieringen in tijden van liqui-
diteitsschaarste. De reden van deze
prioriteitenstelling is dat een passende
financiering van vitaal belang is voor het
voortbestaan van een bedrijf en daar
mee voor de welvaart en werkgelegen
heid in de plaatselijke gemeenschap.
De samenstelling van de
ledenkring
Het onderwerp ledenbetrokkenheid is
niet nieuw. Raiffeisen zelf moest zich
reeds beraden over de verhouding tus
sen de leden en hun coöperatie. Een van
de gevolgen hiervan was de spoedige
wijziging van de lidmaatschapsbepalin
gen. Ten tijde van de oprichting van de
eerste kredietcoöperaties waren de le
den grote creditrelaties die de oprich
ting van de bank mogelijk maakten door
met hun bezittingen garant te staan.
Persoonlijke bewogenheid bleek op den
duur een te smal draagvlak voor de
groeizame coöperatieve banken. Het
principe van de eigenhulp vereiste dat
ook de geldleners een inbreng hadden in
de coöperatieve bank. Het verplichte lid
maatschap voor debetrelaties werd in
gevoerd. Daarmee werd het zakelijk fun
dament onder de coöperatie versterkt.
'Hulp in nood' werd 'welbegrepen le-
denbelang'.
Lange tijd was het lidmaatschap een
voorwaarde voor iedereen die geld wil
de lenen tegen gunstige voorwaarden
bij een coöperatieve bank. Inmiddels is
de kring der relaties van de coöperatieve
Rabobank, evenals de plaatselijke ge
meenschappen waarin zij werkzaam
zijn, breed en heterogeen geworden. De
traditionele lidmaatschapseis leidde er
toe dat een grote kring van weinig be
trokken leden ontstond. Ten einde hierin
verandering te brengen, werden zekere
minimumeisen gesteld aan de betekenis
en duurzaamheid van het samenwer
kingsverband tussen het lid en zijn coö
peratieve bank. De aan het lidmaat
schap te stellen kwaliteitseisen hadden
tot gevolg dat de verplichting lid te wor
den kwam te vervallen bij de verstrek
king van consumptieve kredieten en
vervolgens eveneens bij woninghypo
theken. Sindsdien is het verplichte lid
maatschap beperkt tot bedrijven die een
lening of krediet willen afsluiten bij de
Rabobank.
Vrijwillige leden
De Rabobank blijft een bank voor de he
le plaatselijke gemeenschap. In de le
denkring en de beheerscolleges is dit
ook zichtbaar. Veel bestuurders en di
recteuren rekenen zich tot taak het vrij
willige lidmaatschap te stimuleren. Dit
vraagt om het vinden en benaderen van
inwoners die zich aangesproken voelen
door de doelstelling van de coöperatieve
7. De dienstverleningsdoelstelling van
de Rabobank houdt in dat ons coöpera
tief karakter moet blijken uit de kwaliteit
en de condities van de dienstverlening.
2. Ook verplichte leden besluiten vrij
willig cliënt te worden bij een Rabo
bank, vanwege de voordelen van het
coöperatief bankieren. Lid en cliënt zijn
dezelfde persoon.
3. De beperking van het verplichte lid
maatschap tot bedrijfsrelaties hangt sa
men met bijzondere kenmerken van de
relatie tussen bedrijf en coöperatieve
bank.
4. Aandacht moet besteed blijven wor
den aan de werving van vrijwillige le
den. De Rabobank is een bank van de
gehele plaatselijke gemeenschap.
5. Het vraagstuk van de ledenbetrok
kenheid is vooral een communicatie
probleem.
Rabobank. De categorie vrijwillige leden
betreft vaak personen die actief zijn in
de lokale gemeenschap en mede daar
door een sleutelfunctie uitoefenen. Bij
de werving van vrijwillige leden moet
ook bijzondere aandacht besteed wor
den aan vrouwelijke leden, waarvan de
rol in de beleidsvorming van de Rabo
bank nog niet zo groot is als verwacht
mag worden op grond van hun maat
schappelijke en economische invloed.
Een communicatievraagstuk
Onbekend maakt onbemind. Gelukkig
ervaren we dat in veel gevallen het om
gekeerde ook opgaat. Ledenbetrokken
heid verhogen is dan ook vooral een
communicatieve aangelegenheid. Daar
om is het van groot belang, dat de orga
nisatie haar coöperatieve signatuur
breed uitdraagt. Het is in de banksector
niet alleen uniek, het is ten slotte iets
om trots op te zijn.
Algemene Vergadering: gedachtenwisseling tussen leden en hun banken tussen
leden onderling.