Pootgoed en siergewassen
Met vaste teugel
geopend. Bij Avebe werd in 1985 17%
van de totale omzet in het Verre Oosten
afgezet. Dit betreft een totaalbedrag
van ongeveer f 150 miljoen. In 1980
was het omzetaandeel van dit gebied
nog slechts 10%. De aardappelzetmeel-
derivaten worden vooral afgezet in Ja
pan, Korea, Taiwan en China. De deriva
ten gaan daarbij in het bijzonder naar de
voedingsmiddelenindustrie. In Japan
werkt Avebe reeds sinds 1972 met
twee bedrijven intensief samen, terwijl
in Singapore in 1980 een eigen ver
koopkantoor is gevestigd van waaruit
mede met inschakeling van enkele tien
tallen agenten de grote Oostaziatische
afzetmarkt wordt bewerkt. In Thailand
wordt thans gewerkt aan de bouw van
een tapiocazetmeelfabriek voor de pro-
duktie van eenvoudige zetmeelderiva-
ten. Avebe levert hierbij vooral de know
how voor de bouw van de fabriek en
heeft een 39% belang in het project.
Vooral ook voor een produkt als poot-
aardappelen lijken er in Azië goede mo
gelijkheden. ZPC uit Leeuwarden is zo'n
bedrijf dat zich in deze sector nadrukke
lijk op het Verre Oosten oriënteert. Van
de totale pootgoedexport van deze Frie
se coöperatie gaat thans al bijna 20%
naar Azië (vooral Midden-Azië). Er is
reeds een behoorlijke afzet naar Indone
sië en Hongkong, maar men is thans
vooral actief om een entree te krijgen op
de markten in China, Japan, Korea en
de Filippijnen. In ons nationale export
pakket zijn de bloemen een permanente
'bloeier en groeier'. Maar het Verre
Oosten is voor dit produkt nog steeds
wel erg ver weg. Recent vond echter
met steun van de Rabobank de oprich
ting plaats van het 'Holland Horticulture
Center Tokio' dat de marktaanpak voor
de afzet van Nederlandse siergewassen
in Japan stimuleert en coördineert. Om
dat men deze markt vooral op langere
termijn beziet, richt men zich thans
eerst en vooral op het 'kweken' van be
langstelling voor het gebruik van bloe
men en andere siergewassen. Later zal
dit hopelijk leiden tot een uitbreiding
van de verkoop. Ook in China zijn recent
enige promotie-activiteiten onderno
men, maar een grote vlucht zal deze ex
port, ondanks de positieve reacties, op
korte termijn nog wel niet nemen.
Eén ding is bij alle ervaringen in het Ver
re Oosten wel duidelijk. Het bewerken
van deze markt kan niet uit de losse
pols gebeuren. In een aantal sectoren
zal eerst via voortgaande promotie
activiteiten het pad verder geëffend
moeten worden. Vervolgens is dit pad
slechts begaanbaar voor die onderne
mers die in staat en bereid zijn om hun
onderneming met vaste teugel naar de
ze markten te sturen.Als men bereid is
deze 'lange mars' te gaan, dan is het
vertrouwen gerechtvaardigd dat men in
deze regio hechte relaties opbouwt,
waarmee - gezien de potentie en de
omvang van dit gebied goede zaken
kunnen worden gedaan. Of, zoals de
heer Wang Jingshi als vice president
van de Agricultural Bank of China het
vorig jaar op onze Algemene Vergade
ring zo treffend zei toen hij sprak over
een ontluikende en hopelijk langdurige
relatie met de Rabobank: 'Onze vriend
schap zal zijn als uw nationale bloem de
tulp die eeuwig bloeit en geurt, en als
de Yangtze-rivier in China, die altijd zal
blijven stromen'. Hoewel het iets te ver
zou gaan om te zeggen dat onze tulp
voor haar groei perse het water van de
Yangtze-rivier nodig heeft, mag men
toch stellen dat het Verre Oosten - op
termijn zeker van belang kan zijn voor
een verdere bloei van onze nationale ex
port. De Rabobankkantoren ter plaatse
willen daarbij graag assisteren. Het in
zicht in de markt en de relaties die thans
worden opgebouwd, stellen wij graag
beschikbaar voor Nederlandse onderne
mers die handelscontacten in het Verre
Oosten zoeken.
Singapore, raakpunt van culturen.
KHgnn