Nederlandse handel
11
Veelbelovend
Hoog bezoek uit het Verre Oosten bij Rabobank Nederland.
In de week van 18 tot 26 augustus vond in de media uitgebreide berichtgeving plaats over het werkbezoek van de Chinese
landbouwminister He Kang aan ons land. In gezelschap van een uitgebreide delegatie stelde de minister zich op de hoogte
van de jongste ontwikkelingen binnen de Nederlandse land- en tuinbouw. De waarde van deze verre belangstelling, waarmee
men in landbouwkringen zeer was ingenomen, kreeg onder meer concreet gestalte in het 'Memorandum of Understanding'
dat minister Braks en zijn Chinese collega als afronding van het werkbezoek ondertekenden. Aan de vooravond van zijn terug
reis vereerde minister He Kang (derde van links) ook Rabobank Nederland met een bezoek. Een bevestiging van de intensieve
banden die de Rabobankorganisatie met het Verre Oosten aan het opbouwen is!
(in miljoenen guldens)
uitvoer naar
invoer uit
1980
1984
1985
1980
1984
1985
Filippijnen
130
168
147
283
485
374
Indonesië
929
853
535
544
779
792
Maleisië
124
316
247
533
1 066
1 001
Thailand
157
351
244
946
1 328
1 294
mische terugslag welke de Asean-
landen vorig jaar ondervonden.
Na in de periode 1 980-1 984 gestaag te
zijn toegenomen, daalde de Nederland
se uitvoer naar deze regio vorig jaar met
niet minder dan 30%. De voornaamste
uitvoerprodukten zijn machines, trans
portmiddelen en chemische produkten.
Voorts is de uitvoer van agrarische pro
dukten (zoals zuivel en eieren) naar de
Filippijnen en Maleisië van belang. Ook
de Nederlandse invoer uit de vier
Asean-landen is in het afgelopen jaar
afgenomen en wel met 5%. De invoer
bestaat voornamelijk uit agrarische pro
dukten: veevoeder, groenten en fruit
(Indonesië), kurk, hout, veevoeder en
cacao (Maleisië), veevoeder (Filippij
nen) en plantaardige oliën en vetten (al
le drie landen). De veevoedergrondstof
tapioca is veruit het belangrijkste in-
voerprodukt uit Thailand. De handels
balans van Nederland laat in het verkeer
met deze landen een groot invoerover-
schot zien, dat echter waarschijnlijk
deels wordt veroorzaakt door de door
voer naar andere Europese landen via
de Rotterdamse haven.
Ondanks de huidige economische te
ruggang lijkt de toekomst voor de vier
grote Asean-landen veelbelovend. Het
industrialisatieproces zal doorgang vin
den en ook de landbouw zal de nodige
aandacht krijgen. Met name de produk-
tiviteit in deze sector moet worden ver
beterd, ten einde bij een groeiende be
volking te kunnen blijven voldoen aan
de binnenlandse vraag. De handel tus
sen de Asean-landen en de nieuwe in
dustrielanden in Azië zal naar verwach
ting steeds belangrijker worden. Met
name de invoer van kapitaalgoederen
en halffabrikaten uit de nieuwe in
dustrielanden zal toenemen. Voorts
streeft ook het grondstoffenarme Ja
pan naar vergroting van de handel. Ja
pan kan deze landen voorzien van kapi
taal, technologie en management, ter
wijl de Asean-landen grondstoffen kun
nen leveren. De economische penetra
tie van Japan in de Asean-landen wordt
door hen echter met enige terughou
dendheid beoordeeld. De vasthoudend
heid waarmee zij met succes hebben
gepoogd tot een nauwere samenwer
king met de Europese Gemeenschap te
komen, kan deels worden verklaard uit
de vrees voor de gevolgen van een te
grote mate van afhankelijkheid van Ja
pan op de lange duur. Zodoende zijn er
zeker kansen voor Europa en dus ook
voor Nederland.