SSRgangmaker ontwikkeling Toen Albert Schweitzer op de Ogowe, de rivier waaraan Lambaréné ligt, een nijlpaard zag zwemmen, bracht hem dit tot de vertolking van zijn cultuurfilosofie in 'eerbied voor het leven'. Dit staat in het juni-blad van de naar hem genoemde Nederlandse stichting. Het nijl paard dwingt respect af en vraagt om bescherming. Niet omdat hij zwak is; wel omdat zijn leven niet zo veilig is. Onveiligheid treedt in het leven in allerlei vormen op. leder mens ver weert zich ertegen. Maar men is daarbij ook op elkaar aangewezen, genoodzaakt de handen inéén te slaan en samenwerking te zoeken. Hierin ligt tevens de essentie van de coöperatie. Wanneer men er, zoals de gezamenlijke Rabobanken, in geslaagd is een voldoende veilige positie op te bouwen, kan hulp en steun worden geboden aan groepen en personen die er niet weerbaar voorstaan. e coöperatieve Rabobankor ganisatie bezit in haar Stich HH ting Steun door Rabobanken (SSR) een ideaal hulpmiddel om op bepaalde terreinen de =1- levensomstandigheden van groepen mensen in weerloze positie te verbeteren. Groe pen gehandicapten in Nederland ont vangen startsubsidies voor ontplooiing van activiteiten op het gebied van func tioneren in de samenleving. In ontwik kelingslanden wordt bijgedragen aan de verbetering van de bestaansmogelijkhe den van kleine boeren. De SSR heeft een gangmakersrol. Na de start moet de groep proberen zichzelf verder te ont wikkelen. De balans van tien jaar binnenlandse ac tiviteiten toont een sterk toegenomen aantal initiatieven om te komen tot be tere ontplooiingsmogelijkheden. Bij ve len is er bereidheid om aan te pakken, om zich in te zetten voor hen die achter blijven of dreigen achter te blijven: voor gehandicapten, voor ouderen, voor jon geren en niet in loondienst werkenden. De vraag naar financiële steun is in de loop van de laatste 20 jaar verveelvou digd. Deels komt dat ook door de grote re bekendheid die onze SSR heeft ge kregen. Slechts een deel van de aanvra gen kan in behandeling worden geno men. Dit gebeurt binnen de grenzen die de statuten aangeven en aan de hand van criteria die het bestuur heeft vast gesteld. Een belangrijk punt bij de be oordeling is het toekomstperspectief. Indien een nieuwe activiteit voor bij voorbeeld gehandicapten in de toe komst geen of weinig kans heeft zelf dragend te worden, is het voor ons niet mogelijk aan de start ervan bij te dra gen. Jaarlijks zijn er echter veel voor beelden te noemen van succesvolle ini tiatieven. De vele vrijwilligers die daar onder hun schouders zetten, verdienen lof. Als stille krachten in onze samenle ving vormen zij een wezenlijk fun dament. Door het continue werk in het buiten land van de SSR op het terrein van plat telandsontwikkeling is er de afgelopen tien jaar goed inzicht verkregen in de mogelijkheden en de risico's inzake de bevordering van coöperaties, als be langrijk aandachtsgebied. Door samen werking in coöperaties kunnen gezin nen zich vrijmaken van de vaak over heersende positie van handelaren en anderen. Voor die samenwerking is or ganisatietalent nodig, plus groepsmoti vatie. Deze eigenschappen moeten wor den gevoed want zij zijn schaars. Oplei ding, kennisoverdracht, selectie van lei dinggevenden, goede modellen voor communicatie en organisatie, dat be hoort tot de wezenlijke bestanddelen van het ontwikkelingswerk. De SSR is zich er terdege van bewust geworden dat bepaalde gevaren de coöperatiebe vordering parten kunnen spelen. Zo ver wachten de leden vaak direct wonderen van de samenwerking. Als er winst ge maakt wordt, gebeurt het al te vaak dat de leden deze opeisen. De noodzaak om voor de coöperatie zelf een krachtige positie op te bouwen, wordt onvoldoen de onderkend. De winst dreigt gretig onder de leden te worden verdeeld, ter wijl de coöperatie alleen goed kan func tioneren als zij sterk in de markt staat. Het vormen van reserves is daarvoor onontbeerlijk. Een derde aspect is dat men binnen de coöperatie elkaar niet al tijd durft aan te spreken op de gezamen lijke verantwoordelijkheid. Dit geldt vooral voor kredietcoöperaties. De soci ale controle komt in gevaar als één of enkele leden gaan domineren. Met deze waarschuwende aspecten op de achtergrond heeft de SSR de laatste 10 jaar steeds een coöperatie-vriendelijk beleid gevoerd. Daarmee zijn goede re sultaten behaald. Het is een beleid dat beantwoordt aan de opvatting die in veel ontwikkelingslanden, zeker op het platteland, wordt gehuldigd, dat samen met anderen gestreefd moet worden naar het bereiken van een economisch doel. Deze opvatting komt overeen met de basisidee van onze eigen landbouw- Dr. D. Wind Adviseur Hoofddirectie Secretaris SSR Vertegenwoordigers van rurale kredietorganisaties uit Afrika waren in april te gast bij de SSR voor een consultatieve vergadering: voortgaande ondersteuning van eigen opleidingspro gramma's gewenst

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 36