Het gebouw van de 'Bank der banken' in ons land. De Nederlandsche Bank doet vanuit haar
Amsterdamse hoofdkantoor haar invloed gelden op het Nederlandse bankwezen.
banken anderzijds verloren alle hypo
theekbanken (de facto) hun zelfstandig
heid. In het geval van de Tilburgsche
Hypotheekbank kon in 1983 zelfs aan
een daadwerkelijk faillissement niet
worden ontkomen. Dit betekende dat
uiteindelijk gebruik moest worden ge
maakt van de zogenaamde noodrege-
ling en de collectieve garantieregeling.
Deze instrumenten van de sinds 1979
herziene Wet Toezicht Kredietwezen
waren weliswaar met het oog op derge
lijke calamiteiten ontworpen, maar men
had toch gehoopt dat men van deze re
gelingen nimmer gebruik zou behoeven
te maken en zeker niet op zo'n korte ter
mijn. Deze herziening van het toezichts-
kader hield voor de Rabobankorganisa-
tie overigens in, dat het vermogen van
alle delen nadrukkelijk als één geheel
wordt beschouwd. Eén geheel van vele
samenstellende delen, dat onderling
hecht verbonden is via allerlei lijnen, zo
als de Kruiselingse Garantieregeling.
Het zal geen verbazing wekken dat het
toezicht van de Nederlandsche Bank in
de recente jaren is geïntensiveerd. De
hoge risico's - waarbij niet alleen moet
worden gedacht aan debiteuren- en lan-
denrisico maar ook aan valuta- en rente
risico - gaven daartoe alle aanleiding.
De enkele maanden geleden bekend ge
worden voorstellen van de Nederland
sche Bank om het solvabiliteitstoezicht
te verscherpen ontmoeten dan ook na
drukkelijk instemming van de zijde van
onze organisatie, zeker voorzover deze
zijn ingegeven door de toegenomen risi
co's van de bancaire activiteiten. Zoals
onlangs tijdens de jongste Algemene
Vergadering van onze organisatie naar
voren werd gebracht, ligt daarbij naar
onze mening een evenwichtige verho
ging van de solvabiliteitsvereisten in de
rede.
De spoeling is voor de banken in de af
gelopen jaren behoorlijk dunner gewor
den. Zowel aan de debet- als creditzijde
van de balans is de concurrentie toege
nomen. Begrijpelijkerwijs spitst de con
currentie in de bancaire wereld zich bij
de kredietverlening na de ervaringen
van de voorbije jaren toe op de kwalita
tief goede uitzettingen. Banken zijn
daarbij niet alleen in een onderlinge
strijd verwikkeld, ook minder traditione
le marktpartijen leggen een toenemen
de belangstelling voor bepaalde finan
cieringsactiviteiten aan de dag. Zo
neemt bijvoorbeeld het aantal door pen
sioenfondsen verstrekte woninghypo
theken toe, met name ook doordat pro-
dukten met een lange rentefixatieter-
mijn kunnen worden geoffreerd.
Voorts zijn enkele spaarbanken en sinds
1 januari jl. ook de Postbank nieuwe
mededingers op enkele bancaire deel
markten. Bij het verwerven van toever
trouwde middelen moeten de banken
dingen naar de gunst van cliënten die bij
hun keuze veelal een toenemend ge
wicht zijn gaan toekennen aan het 'net
to denken', zodat fiscale overwegingen
van groter belang zijn geworden. In dit
verband hebben de bezwaren van onze
organisatie betrekking op het feit dat
overigens niet alleen in de produkten
sfeer - van een ongelijkwaardige posi
tie in concurrentieel opzicht moet wor
den gesproken. Van banken verkregen
rente-inkomsten zijn immers voor een
zeer beperkt bedrag vrijgesteld van de
heffing van inkomstenbelasting, althans
voorzover de ontvangen rente de betaal
de overschrijdt, hetgeen voor velen - in
het bijzonder woningbezitters - niet
het geval is. Het fiscale regiem is voor
institutionele beleggers echter veel
gunstiger: lijfrentes en kapitaalverzeke
ringen zijn duidelijk gefacilieerd. Onder
andere bij de besprekingen die het voor
bije jaar hebben plaatsgevonden over
het na 1986 te voeren structuurbeleid,
heeft onze organisatie deze ongelijkheid
met nadruk naar voren gebracht. Zoals
bekend hebben de autoriteiten op dit
punt een studie toegezegd. Het nieuwe
structuurbeleid staat overigens terecht
onvoorwaardelijke samenwerking van
banken en verzekeringsmaatschappijen
in de produktensfeer toe. Het aantrek
ken van toevertrouwde gelden is zowel
lastiger als ook duurder geworden door
de concurrentie van partijen die zich van
nieuwe distributietechnieken gingen be
dienen. Daarnaast bleef de aantrek
kingskracht van belegging in over-
heidspapier groot, terwijl de euforie op
de effectenbeurzen ook resulteerde in
het wegvallen van een deel van de tradi
tionele middelen. Het realiseren van een
gewenste groei van de lange passiva -
in de monetaire analyse van de Neder
landsche Bank als doorgeefbaar passief
aangeduid - is als gevolg van een en
ander dan ook bemoeilijkt. Dit terwijl
juist voor dit jaar een informele krediet-
beheersing van kracht is geworden. Het
geheel van verscherpende concurrentie
verhoudingen heeft, met name ook in
ternationaal, tot vaak flinterdunne mar
ges geleid. Het accent bij de bronnen
van inkomensvorming bij de banken is
dan ook steeds minder op de rentebaten
komen te liggen. Vooral ook door de
voorspoedige gang van zaken in het ef
fectenbedrijf in de afgelopen jaren nam
het aandeel van de provisiebaten toe.