10
Pierre Lardinois op 1 september met pensioen. Dat zai
toch even wennen zijn; voor iedereen in de organisa
tie en zeker niet in het minst voor mijzelf.
Het vertrek van iemand met een zo overduidelijke pre
sentatie laat een leemte die zich niet zomaar laat vul
len. Een leemte die overigens allerminst een leegte is.
Evenals na vorige etappes in zijn loopbaan kan ook
thans weer gezegd worden dat voor de volgende ge
neratie een stevige basis wordt achtergelaten om op
verder te werken. Dat was al zo in zijn jonge jaren
toen hij een van de architecten van de modernisering
en enorme opgang van de Brabantse landbouw was.
De daarvoor noodzakelijke investeringen werden aan
gemoedigd onder het motto: 'een gulden kost maar
vier cent'. Hoewel we in later jaren ook nog wel ande
re prijzen voor de gulden hebben moeten rekenen,
moet erkend worden, dat die boodschap van toen
goed en lang is blijven beklijven. Zijn eggen en ploe
gen in het Brabantse zand is bepaald niet zonder
vrucht gebleven.
Hetzelfde kan zonder reserve gezegd worden van zijn
periode als minister van Landbouw. Als beginnend
ambtenaar op Landbouw herinner ik me zeer goed
een ingrijpende reorganisatie van het departement.
Een zeer belangrijk onderdeel daarvan was het toe
kennen van een volwaardige plaats aan de agrarische
handel en industrie in de structuur van het ministerie.
Het was een strategische beweging die de samen
hang tussen de verschillende fasen in de produktieko-
lom organisatorisch vastlegde.
Tegelijkertijd was het een markering en versteviging
van de positie van Landbouw in het interdepartemen
tale veld. Ondanks vele herschikkingen sindsdien
heeft dit element in de toenmalige reorganisatie tot
op de dag van vandaag stand gehouden. Niet slechts
het profiel van het departement, maar zeker ook de
belangenbehartiging van de gehele agrarische sector
is daar wel bij gevaren.
Een kenmerkend aspect van zijn manier van werken
is altijd geweest de combinatie van aandacht voor de
grote en de kleine lijnen. Zicht op het totaal werd vaak
verkregen via een zeer levendige belangstelling voor
details.
Enigszins berucht waren in dat verband de zaterdagse
telefonades met bepaalde beleidsambtenaren. Wie
zich niet wapende met een grote hoeveelheid recente
informatie over markt- en andere ontwikkelingen in de
land- en tuinbouw was niet in staat dergelijke
gesprekken op een bevredigende wijze te doorstaan.
Dit soort gesprekken, soms ook wandelend in het
Haagse bos gevoerd, vormde de belangrijkste infor
matiebron. Nota's en andere geschreven informatie
hebben nooit meer dan een secundaire rol gespeeld.
Het spreekt vanzelf dat ook in zijn Brusselse periode
de belangrijkste elementen uit deze werkwijze tot uit
ing kwamen. Het best laat zich dat illustreren aan de
gang van zaken tijdens de jaarlijkse prijsmarathons.
Met a/s grondslag een superieure inhoudelijke kennis
van de materie werden deze marathons onder zijn be
wind volgens de beste agrarische tradities geënsce
neerd als complete groei- en rijpingsprocessen.
Plenaire zittingen, veelvuldig afgewisseld door schor
singen, veel bilaterale gesprekken, veel luisteren, voh
doende ruimte voor een passende verzorging met
spijs en drank. Als dan na verloop van voldoende tijd
een finaal pakket op tafel kwam, was dat steeds een
wonder van grote en kleine evenwichten. Ook door de
combinatie van aandacht voor het globale en het
detail.
Dienst aan de landbouw, dat is de groene draad die
door de carrière van Pierre Lardinois heeft gelopen.
Met volledige inzet van naar het leek onuitputtelijke
krachten heeft hij in verschillende rollen gewerkt aan
de ontwikkeling van de agrarische sector. De sporen
die hij daarbij heeft achtergelaten dragen vrijwel
steeds het stempel van vernieuwing, opgang en
groei. Wat dat betreft was hij ook een duidelijke expo
nent van zijn tijd. Dat was een van de elementen
waardoor hij geknipt was om leiding te geven aan het
tot ontplooiing brengen van de potenties die na de fu
sie in de Rabobankorganisatie voorhanden waren.
De sporen die zichtbaar zijn na 10 jaar inzet in en voor
de bank vertonen veel gelijkenis met die welke de
landbouw vertoont. Ook bij ons in ruime mate ver
nieuwing, opgang en groei. Op basis van vooral per
soonlijke statuur is hij drager en symbool van die ont
wikkeling geweest. Meer dan wellicht op het eerste
gezicht lijkt, is daarbij de groene draad ook tijdens de
laatste etappe van zijn loopbaan doorgetrokken. Een
van de belangrijkste taken van de Rabobank is en
blijft in zijn ogen - en terecht - het vervullen van
een instrumentale rol voor de agrarische sector. In die
zin is dienst aan de bank ook dienst aan de landbouw
geweest. Zowel voor de bank als voor de landbouw
is er alle reden om daarop met grote tevredenheid en
dankbaarheid terug te kijken.
Het kan niet anders dan dat we hem zullen missen in
de komende tijd. Om zijn bestuurlijke ervaring, om zijn
zakelijke inbreng, om zijn menselijkheid in wisselende
stemmingen. Hij stapt uit het veld en neemt plaats
aan de zijlijn. We weten dat hij ons van daaruit met
belangstelling zal blijven volgen. De wetenschap dat
hij in de buurt blijft, geeft een gerust gevoel.
Drs. H. H. F. Wijffels
Plaatsvervangend voorzitter Hoofddirectie