voortzetting van een gematigde ont
wikkeling van de reële lonen,
stimulering van de vraag,
vergroting van het aanpassingsver
mogen van de markten (van zowel ar
beid als kapitaal).
is men allengs tot het inzicht gekomen
dat een stelsel van ongelimiteerde ga
ranties door de feiten achterhaald is en
aanpassing behoeft. Daar staat natuur
lijk tegenover dat men zich binnen de
landbouw zorgen maakt over de effec
ten van het hervormingsbeleid op de in
komensontwikkeling in de sector.
Er is natuurlijk een spanningsveld tus
sen marktherstel en kostenbewaking
enerzijds en agrarische inkomensont
wikkeling anderzijds.
In een overschottenmarkt is herstel van
het evenwicht slechts mogelijk door de
prijzen meer in overeenstemming te
brengen met de realiteit van de markt.
En een druk op prijzen betekent nu een
maal een druk op inkomens. Daar kun je
niet om heen. Daar staat echter tegen
over dat op termijn een evenwichtige
markt de beste garantie geeft voor een
gunstige inkomensontwikkeling in de
landbouw.
Er zijn een tweetal concrete vragen.
Hoe kunnen wij in zo'n marktsane-
ringsperiode inkomens van met name
sociaal zwakkere boeren zoveel moge
lijk ontzien?
Hoe kunnen wij de landbouwers - en
met name de jonge boeren - met ons
beleid een perspectief blijven bieden?
Dit is natuurlijk niet alleen een kwestie
van markt en prijsbeleid. Dat is slechts
mogelijk indien wij de landbouwproble
matiek in een samenhangend beleid
voor de middellange termijn onderbren
gen. D.w.z. dat tevens aandacht gege
ven moet worden aan het milieu- en
landschapsonderhoud, het socio-struc-
tureel beleid, de regionale ontwikkeling
De Gemeenschap lijkt met deze strate
gie op de goede weg. De inflatie is laag.
De rente vertoont een dalende ontwik
keling. De overheidsfinanciën worden
gesaneerd. Op de lopende rekening
neemt het tekort af. Voor bepaalde lid
staten is er zelfs een groot overschot.
Nederland had een overschot van 4 mil
jard ecu in 1985 en de Bondsrepubliek
zelfs 33 miljard. Ter vergelijking: de VS
hadden een tekort van 173 miljard en
Japan een overschot van 62 miljard
(ecu)!
Het economische beleid biedt nieuwe
perspectieven op werk en inkomen. Als
de periode van sanering voorbij is kan
de ondernemer weer initiatieven nemen
en investeren. De boer en de bankier
zullen profiteren van betere financiële
en monetaire verhoudingen. Lagere ren
te, stabielere koersen, geringe inflatie.
In dit verbeterde economische klimaat
krijgt de noodzakelijke hervorming van
het landbouwbeleid betere kansen.
Druk op de prijzen,
druk op de inkomens
De noodzaak van die hervorming wordt
na de uitgebreide discussies die wij op
basis van het Groenboek gevoerd heb
ben door niemand meer in twijfel ge
trokken. Ook binnen de landbouw
wordt de markt en begrotingsproble-
matiek voldoende onderkend. Ook daar
en de internationale context. Het is de
verdienste van het Groenboek geweest
dat hiermee de landbouwproblematiek
in zijn totaliteit ter discussie is gesteld.
Uitgangspunten Groenboek
in praktijk brengen
Mag ik de uitgangspunten nog eens in
herinnering roepen.
Daar is in de eerste plaats de noodzaak
om de produktieontwikkeling in de over
schotsectoren om te buigen en de be-
grotingskosten dienovereenkomstig te
rug te brengen.
In de tweede plaats moeten wij een di
versificatie van de produktie aanmoedi
gen en de kwaliteit verbeteren in functie
van de markt en de wensen van de ver
bruikers.
In de derde plaats moeten wij tot een
meer fundamentele aanpak komen van
het grondgebruik d.w.z. een communau
taire aanpak van het uit de produktie ne
men van grond, bebossing en beheers
overeenkomsten.
In de vierde plaats moeten wij trachten
in een overschotten-
markt is herstel van het even
wicht slechts mogelijk door de
prijzen meer in overeenstem
ming te brengen met de realiteit
van de markt. En een druk op
prijzen betekent nu eenmaal een
druk op inkomens. Daar kun je
niet om heen
op een meer effectieve wijze rekening te
houden met de inkomensproblematiek
van het kleinere gezinsbedrijf.
In de vijfde plaats is een ondersteuning
van de landbouwactiviteit gewenst in
die gebieden waar deze noodzakelijk is
uit een oogpunt van milieu en land
schapsonderhoud.
Ten slotte moeten wij ook in de land
bouw de deur open houden voor toe
komstige technologische ontwikkelin
gen, met name voor wat betreft nieuwe
industriële aanwendingen van agrari
sche grondstoffen.
Een aantal van deze uitgangspunten
vinden wij terug in de prijs- en hervor
mingsvoorstellen van begin februari van
dit jaar. In aanvulling hierop heeft de
Commissie half april een reeks van
voorstellen gedaan op socio-structureel
gebied.
In het prijspakket hebben wij met name
het accent willen leggen op het herstel
van het marktevenwicht en op een meer
fundamentele aanpak van het over
schotprobleem.
De omstandigheid dat de ministers eind
april in staat bleken om over een om-