Bankwezen
Vooruitzichten
dat andere gewassen o.a. groente, een hogere prijs op
brachten.
Het bijsturen van de produktie zal ook de Chinese overheid in
de toekomst nog heel wat problemen geven. De ontwikkeling
van de landbouw heeft een hoge mate van prioriteit in het
overheidsbeleid. De Chinese landbouw moet namelijk bijna
een k wart van de wereldbevolking - 1 020 miljoen mensen
voeden en wel in een land dat maar 8% van het wereldto
taal aan bouwland bezit. Geen geringe opgave dus. Boven
dien wordt bijna 80% van de bevolking gerangschikt als
landbouw afhankelijk voor zijn werkgelegenheid.
Sedert 1978 is ook het beleid ten aanzien van het toelaten
van buitenlandse investeerders door middel van joint ventures
succesvol gebleken. Men kent thans circa 1 900 joint
ven tures, die circa $2,8 miljard aan buitenlands kapitaal in
brachten. De meeste joint ventures zijn gevestigd in de z.g.
'speciale economische zones'. Hier richt men zich vooral op
de export van de geproduceerde goederen. Bedrijven in die
zones verkrijgen belastingfaciliteiten en de buitenlandse aan
deelhouders mogen een belangrijk deel van de winst repatrië
ren. Zelve heb ik een joint-venture bezocht, nl. die met Volks
wagen, in de omgeving van Shanghai. Ook daar viel me op
de arbeidstoewijding en het intensieve leerproces van om
gaan met nieuwe Westerse technologieën. Thans worden
vrijwel alle auto-onderdelen in deze fabriek nog uit het buiten
land geïmporteerd, maar het beleid is erop gericht dit binnen
enkele jaren om te buigen naar de helft van Chinese origine.
Met dit beleid wil de Chinese overheid enerzijds het even
wicht in de buitenlandse handel bevorderen en anderzijds in
houd geven aan de decentralisatie van de industriële produk
tie en handel met het buitenland. De handel met het buiten
land krijgt in China grote aandacht van de overheid. Het te
kort op de handelsbalans in 1985 beliep volgens Chinese sta
tistieken 15,2 miljard, hetwelk in belangrijke mate te wijten
was aan (te) grote vraag naar moderne technologische pro-
dukten en consumptiegoederen. China poogt voorts met de
ze joint ventures de samenstelling van het exportpakket te
wijzigen. De export is thans te eenzijdig: textiel en
grondstoffen.
De onevenwichtigheid van de buitenlandse handel heeft uiter
aard de buitenlandse schuld doen toenemen. De OESO schat
de bruto buitenlandse schuld per ultimo 1984 op 12,5 mil
jard, die naar alle waarschijnlijkheid vorig jaar gestegen is
naar 16,5 miljard, ofte wel 7% van het bruto nationaal
produk t.
Ook in de komende jaren zal China in verband met de invoer
van Westerse technologieën look voor zijn landbouw) nog
veel buitenlands kapitaal nodig hebben. Daartoe is China in
maart jl. lid geworden van de Asian Development Bank, zodat
bij deze instelling Igoedkopeleningen opgenomen kunnen
worden. Zolang de buitenlandse gelden voor produktieve in
vesteringen aangewend worden, behoeft de stijging van de
omvang van de buitenlandse schuld geen zorg te betekenen.
Anders wordt het indien hiermede consumptiegoederen gefi
nancierd worden.
Met de Nederlandse uitvoer naar China gaat het bepaald niet
slecht: onze uitvoer steeg vorig jaar ten opzichte van 1984
met maar liefst 50%tot 811 miljoen gulden. De invoer uit Chi
na steeg met 16% tot 624 miljoen gulden. De totale uitvoer
van China beliep in 1985 $27 miljard; dit bedrag is niet zo
veel hoger dan uitsluitend de agrarische uitvoer van Ne
derland!
Tijdens mijn bezoek zijn diverse besprekingen gevoerd met de
Agricultural Bank of China (ABC). Gesproken is over de ont
wikkeling van de bank alsmede over de relatie met de Rabo
bank. Ten aanzien van de relatie kan ik gelukkig opmerken dat
daar een positieve ontwikkeling in zit. In de bestaande sa
menwerkingsovereenkomst met onze bank is op verzoek van
de Chinese bank, uitdrukkelijk 'Opleidingen' opgenomen. Ook
in 1986 zullen wij medewerkers van ABC voor opleidingen
ontvangen. Dit keer is in juni een achttal opleiders van de
bank te zamen met een tolk 2 weken bij ons te gast geweest
om een verkenning te maken van onze opleidingen. Op het
terrein van zaken doen is het verheugend te constateren dat
meerdere bedrijfsrelaties inmiddels bezoeken hebben afge
legd bij de ABC, ten einde investerings en handelsinformatie
te ontvangen. Meerdere kantoren van ABC zijn daarbij
bezocht.
De interne ontwikkelingen bij ABC gaan momenteel snel: op
bouw en uitbouw naar de steden en de speciale economische
zones alsmede aanpassingen aan de snelle groei. Dit laatste
geldt voor het gehele bankwezen in China.
De sterke economische groei, de toenemende buitenlandse
handel en het vertrouwen in het Chinese bankwezen dragen
bij tot een snelle groei van de Chinese banken. Naar mijn oor
deel zal het niet lang meer duren voordat de ABC zich ook
wat balanstotaal betreft zal scharen onder de grootste ban
ken in de wereld. Nu is het vooral de bank met de grootste
personeelsomvang ruim één miljoen personen - terwijl
het balanstotaal vergelijkbaar is met dat van de Rabobank.
Het bankwezen is thans sterk gericht naar bedrijfssectoren.
Naast de Landbouwbank kent men bijvoorbeeld ook een bank
voor de buitenlandse handel Bank of China) en voor de han
del en industrie. De banken staan onder toezicht van de Cen
trale Bank van China (de People's Bank of China). De Centrale
Bank bepaalt naast het monetaire beleid ook het rentebeleid
van de banken. Slechts in geringe mate mag daarvan afgewe
ken worden.
Ten aanzien van sparen is mij opgevallen dat een deel van het
spaargeld van de agrarische sector toevertrouwd wordt aan
de banken in de steden. Kennelijk verkiezen sommige spaar
ders op het platteland de anonimiteit van de stad boven het
eigen dorp.
Eén van de hoogtepunten van het bezoekprogramma was een
bezoek aan een plaatselijke bank. Bezocht werd de Rural Cre
dit Co operative in Ping Dong, een plattelandsgemeente gele
gen circa 30 km ten noorden van Beijing. Het werkgebied van
de bank beslaat 3 877 agrarische gezinnen, die 750 ha grond
bewerken. Daarnaast kent de gemeenschap circa 3 200 ge
meenschapsbedrijven (bedrijfjes). In acht jaar tijd is het per
soneelsbestand van deze bank van 5 op 14 gebracht, terwi/l
de spaargelden van 1,2 miljoen naar 12,5 miljoen Yuan, circa
10 miljoen gulden, groeiden. Circa een derde van de spaargel
den kwam van leden. Aan leningen stond 6,7 miljoen Yuan
uit, zodat van een liquide bank gesproken kan worden.
De winst van de bank beliep in 1985 300 000 Yuan. De in
richting van het bankgebouw is sober en er wordt nog met
het te/raam (abacus) gewerkt (goedkoop en snel!/. De toewij
ding waar mee gewerkt wordt, is opvallend.
In de afgelopen 8 jaar is er op vele terreinen in de Volksrepu
bliek China grote vooruitgang geboekt.
De voedselvoorziening is nagenoeg veiliggesteld, het land
ontwikkelt zich tot een exporteur van bepaalde agrarische
produkten (o.a. maïs). De inkomensontwikkeling, met name
op het platteland, is met een flinke sprong omhoog gegaan.
Door middel van toepassing van Westerse technologieën en
het systeem van loon naar prestatie worden de produktie en
het inkomen opgevoerd. Het is mijn stellige overtuiging dat,
wanneer de huidige lijn wordt voortgezet en het land gevrij
waard blijft van sociale onrust, de Volksrepubliek China een
geduchte economische macht zal worden, waarmee rekening
gehouden moet worden.
Ondanks de enorme problemen waar dit ontwikkelingsland
mee te worstelen heeft, moet vooral geconstateerd worden
dat hun grootste krachtbron is de arbeidzaamheid van hun
enorme bevolking en vooral de wil om vooruit te komen.
Dit geldt ook voor de ABCI
Ir. P. J. Lard/no/s