Financiering socio-structureie maatregelen knelpunt 37 Op de Algemene Vergadering van de Rabo- bankorganisatie op 5 juni jl. zette mr. F. H. J. J. Andriessen, vice-voorzitter van de Euro pese Commissie, uiteen dat een meer op de markt gericht prijsbeleid noodzakelijk is om het Europese landbouwbeleid en de kosten ervan beheersbaar te houden. Hij gaf aan dat een meer marktgericht beleid geflan keerd zal moeten worden met aanvullende maatregelen. Die aanvullende maatregelen moeten de harde marktpolitiek aanvaard baar maken. De inkomens van de boeren en de effecten op achtergebleven landbouwge bieden in Europa spelen daarbij een belang rijke rol. De ministers van Landbouw hebben zich voorgenomen daar deze zomer uit te komen. Extensiveren Hoe de maatregelen er precies gaan uitzien, is nog niet bekend. De Europese Commissie heeft wel een aantal voorstellen gedaan. Een ervan is de introductie van een soort VUT-regeling voor oudere boeren en werk nemers. Dergelijke regelingen zijn niet nieuw. Neder land bijvoorbeeld heeft al in de jaren zestig ervaringen opgedaan met landbouwbeëindigingsregelingen. Het nieuwe in de huidige voorstellen zit in de voorwaarden die gesteld worden met betrekking tot de grond die bij beëindiging vrijkomt. Tot nu toe wordt deze grond vooral gebruikt om de blijvende bedrijven te vergroten. Sociaal beleid mede in dienst van de structuurontwik keling en concurrentieverbetering van de landbouw. De Europese Commissie wil nu voorkomen dat de vrij komende grond weer wordt gebruikt voor de verdere overschotproduktie. Wat dan wel geproduceerd dient te worden is niet geheel duidelijk. Een extensievere landbouw, bosbouw en het onderhouden van het landschap staat er in de stukken. Dat is gemakkelijker gezegd dan gerealiseerd. Staartbijten Extensieve landbouw en landschapsonderhoud levert voor bedrijven nauwelijks rendement op, wanneer de overheid er geen grote bedragen bijlegt. De Europese Commissie stelt voor om premies per ha te geven aan jonge boeren die tot een meer extensieve produktie overgaan. De categorie oudere boeren is in de Europese Ge meenschap omvangrijk. 2,3 miljoen landbouwers zul len de komende vijf jaar in de categorie ouder dan 55 jaar vallen. Deze groep heeft ongeveer 40 miljoen ha (20 keer de cultuuroppervlakte van Nederland) in ge bruik. VUT-uitkeringen en hectare-premies gaan dus veel geld kosten, willen ze uit oogpunt van produktie- vermindering zoden aan de dijk zetten. Te meer omdat de oudere boeren niet de meest intensieve bedrijfsvoe ring hebben. De Europese Commissie wil het grootste deel van de premies door de lidstaten laten betalen. Wanneer daartoe wordt besloten, is de kans groot dat er van de produktievermindering niet al te veel terecht komt. Voor de afzonderlijke lidstaten is namelijk struc tuurverbetering en concurrentieversterking veel aan trekkelijker dan het bijdragen aan de produktievermin dering op Europees niveau. Vooral achtergebleven Ir. J. H. Egberink landbouwgebieden hebben moeite met het inleveren van economische activiteit. De Europese Gemeen schap zal een aanzienlijke financiële bijdrage moeten leveren, anders komt er wellicht niets terecht van pro duktievermindering. Op dit punt is er nog grote ondui delijkheid. Wanneer het socio-structurele beleid uit het budget voor het 'normale' markt- en prijsbeleid moet komen, zal er niet aan te ontkomen zijn dat het prijsbe leid nog strikter gevoerd zal moeten worden. De hond bijt dan in zijn eigen staart. Sluipende verandering In wezen gaat het om de vraag of de Europese Ge meenschap ook een taak heeft om de gevolgen van een meer marktgeoriënteerd beleid voor het inkomen op te vangen of dat dit de verantwoordelijkheid is van de afzonderlijke landen. Het probleem zou een stuk gemakkelijker liggen wanneer de verschillende landen zouden beschikken over een sociaal beleid dat ook de landbouwers een sociaal vangnet biedt. Voor de meer derheid van de Europese landbouwers ontbreekt dit echter. In de nieuwe zuidelijke lidstaten van de Europe se Gemeenschap is het sociaal beleid overigens niet alleen voor de agrarische bevolkingsgroep gebrekkig. Het Brusselse landbouwbeleid kan een leemte opvul len. Via allerlei steunprogramma's wordt het Europese landbouwbeleid al jaren ingezet om de regionale ont wikkeling in achtergebleven gebieden te bevorderen. De Bergboerenregeling en de programma's voor de Middellandse Zee-gebieden zijn daarvan de bekendste en de kostbaarste. Overigens worden steeds meer ge bieden aangemerkt als achtergebleven agrarisch ge bied. Meer dan de helft van West Duitsland en Enge land valt er onder. Onlangs heeft de Europese Mi nisterraad ingestemd twee derde van Spanje en 2 mil joen hectare Westduits landbouwgebied - de opper vlakte van Nederland - toe te voegen aan de lijst van achtergebleven landbouwgebieden. Dat geeft extra EG-steunmogelijkheden en een voorkeursbehandeling. Zo is het Europees landbouwbeleid ongemerkt aan het veranderen. Optimisten zien dergelijke maatregelen als de prijs die betaald moet worden voor het openhouden van de Europese markt, wat vooral in het voordeel is

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 37