Goederenuitvoer (in van de totale goederenuitvoer)
Buitenlands kapitaal
Huidige situatie
Reële economische groei
Hongkong Singapore Taiwan Zuid-Korea
1960 1983 1960 1983 1960 1983 1960 1983
j Brandstoffen, mineralen
en metalen 5 2 1 30 8 2 30 1
Andere primaire
produkten 15 6 73 13 64 9 56 7
Textiel en kleding 45 34 5 3 20 22 8 21
Machines en transport
middelen 4 19 7 26 1 25 0 28
Overige
industrieprodukten 31 39 14 28 7 42 6 43
dustrie, de textielindustrie en de petro
chemische industrie. Voorts heeft de
elektronica te kampen met de groeiver
traging in de Amerikaanse computerin
dustrie. Ook de activiteiten in de bouw
zijn afgenomen, nadat deze te ver wa
ren doorgeschoten, hetgeen tot
leegstand bij met name hotels en kan
toorgebouwen heeft geleid. Bovendien
floreert het toerisme minder, vanwege
een dure Singaporese dollar en omdat
Indonesië en Maleisië maatregelen heb
ben getroffen om de toeristenstroom
naar Singapore te verminderen. Als ant
woord op de problemen heeft de over-
Taiwan en Zuid-Korea exporteerden vijf
entwintig jaar geleden met name land-
bouwprodukten, terwijl deze landen te
genwoordig belangrijke exporteurs van
industriële produkten zijn. Singapore
was in 1960 een belangrijke doorvoer
haven voor rubber, terwijl momenteel
de nadruk ligt op de export van geraffi
neerde olieprodukten en industriepro
dukten. Bij alle vier landen is de sprong
van het aandeel 'machines en trans
portmiddelen' opvallend. Dat het accent
is verschoven van arbeidsintensieve
produkten naar geavanceerde kapitaal
intensieve produkten als machines en
transportmiddelen, is mede het gevolg
van de protectionistische maatregelen
in de industrielanden en van de toene
mende concurrentie van andere ontwik
kelingslanden met betrekking tot met
name de arbeidsintensieve produkten.
Als we de goederenuitvoer onderverde
len in primaire en industrieprodukten,
dan bedraagt het aandeel van de in
dustrieprodukten in Hongkong, Taiwan
en Zuid-Korea circa 90% van de totale
uitvoer. De structuur van de goederen
uitvoer van Singapore past als gevolg
van het belang van de olieraffinage
meer bij die van ontwikkelingslanden,
waar ongeveer de helft van de totale
uitvoer bestaat uit primaire produkten.
Aangezien de binnenlandse besparin
gen onvoldoende waren om de investe
ringen te financieren, was ook buiten
lands kapitaal nodig. Met name Zuid-
Korea heeft de economische groei gefi
nancierd met buitenlandse leningen. Als
gevolg hiervan heeft Zuid-Korea, op Bra
zilië, Mexico en Argentinië na, de
hoogste bruto buitenlandse schuld van
de ontwikkelingenslanden 46 miljard
in 1985). Maar in tegenstelling tot vele
andere landen heeft Zuid-Korea geen
problemen gehad met het betalen van
rente en aflossingen. Dit zal ook op mid
dellange termijn niet het geval zijn, er
van uitgaande dat er geen forse daling
van de uitvoer of scherpe stijging van
de rente optreedt.
Taiwan heeft geen hoge bruto buiten
landse schuld. Integendeel, het land is
een netto crediteur; het buitenland
stond vorig jaar voor ruim 12 miljard
bij Taiwan in het krijt. Dit bedrag zal nog
verder oplopen gegeven de verwachte
overschotten op de lopende rekening
van de betalingsbalans in de komende
jaren. In Singapore waren directe bui
tenlandse investeringen een belangrijke
financieringsbron, zodat de bruto bui
tenlandse schuld in dit land zeer beperkt
bleef. Ook in Hongkong is de buiten
landse schuld niet hoog.
In het afgelopen jaar hadden met name
de twee stadsstaten te kampen met een
zeer forse teruggang van de economi
sche groei. In Singapore verdween de
groei geheel en daalde het reële binnen
landse produkt zelfs met 1,7%. Veel be
drijven zijn daar in moeilijkheden geko
men door de stijgende loonkosten. Sec
toren die een ernstige terugval onder
gingen, zijn de scheepsbouw, de houtin-
heid het loonbeleid gewijzigd. De loon
kosten moeten nu weer omlaag.
In Hongkong nam de reële economische
groei af van 9,4% in 1984 tot slechts
0,8% in 1985. De export, waarvan
maar liefst 30% naar de Verenigde Sta
ten gaat, groeide veel minder snel dan in
het jaar ervoor. Bovendien daalden de
reële investeringen in vaste activa.
In Zuid-Korea stagneerde de export in
1985 volledig als gevolg van de terug
gang in de scheepsbouw, de minder
grote Amerikaanse vraag (die goed is
voor 36% van de totale uitvoer) en de
protectionistische tendensen in zowel
Europa als de Verenigde Staten. De reë
Ie economische groei liep in 1985 met
bijna de helft terug tot 4,1%. Aangezien
een vijfde deel van de Zuidkoreaanse in
voer bestaat uit aardolie, profiteert het
land van de lagere olieprijzen en kan de
reële groei hierdoor weer aantrekken.
gemiddelde schatting
1960-1983
1984
1985
1986
Hongkong
9,7
9,4
0,8
3
Singapore
8,6
8,2
-1,7
0
Taiwan
9,0
9,6
4,5
7
Zuid Korea
8,6
7,9
4,1
7