Open economieën
Produktiestructuur (in van het
bruto binnenlandse produkt)
Exportbeleid
Reële groei per hoofd (in per jaar)
weliswaar met gemiddeld 6,3% per jaar
iets gedaald, doch in de Europese Ge
meenschap was de groei meer dan ge
halveerd. Ook in vergelijking met de
ontwikkelingslanden scoorden de Azia
tische nieuwe industrielanden aanmer
kelijk hoger.
Tussen de vier landen bestaat wel een
Hongkong
Singapore
Taiwan
Zuid-Korea
EG
Ontwikkelingslanden
belangrijk verschil in de hoogte van het
jaarinkomen per hoofd. In Singapore en
Hongkong is het inkomen het hoogst
met respectievelijk 7 100 en 6 300
in 1985. In de oorspronkelijk agrarisch
ingestelde landen Taiwan en Zuid-Korea
valt het inkomen per hoofd veel lager uit
(respectievelijk 3 100 en 2 000).
Ter vergelijking: in Nederland bedroeg
het inkomen per hoofd voriq jaar
8.500.
De vier nieuwe industrielanden hebben
zeer open economieën. Voor de twee
stadsstaten Hongkong en Singapore is
de grote afhankelijkheid van het buiten
land tamelijk vanzelfsprekend, doch
Zuid-Korea en Taiwan hebben in de af
gelopen 25 jaar een ware metamorfose
doorgemaakt. De openheid van een
economie kan worden gemeten door de
export van goederen en diensten uit te
drukken als percentage van het bruto
binnenlandse produkt. In 1960 was de
ze ratio voor Zuid-Korea en Taiwan met
respectievelijk 3% en 12% nog erg laag.
Vijfentwintig jaar later exporteerde
Zuid-Korea 41% en Taiwan 60% van de
binnenlandse produktie. De mate van
openheid van de economie van Hong
kong steeg in dezelfde periode van 82%
naar 107%, terwijl Singapore als door
voerhaven in 1960 al 163% van zijn bin
nenlandse produkt uitvoerde (1985:
170%).
De fors gestegen export heeft natuurlijk
ook de produktiestructuur sterk beïn
vloed.
Hongkong
7960 1985
Landbouw 4 1
Nijverheid 39 31
Diensten 57 68
Als we de produktie verdelen in drie
sectoren landbouw, nijverheid en
diensten, dan kunnen de landen in twee
groepen worden onderverdeeld. Taiwan
en Zuid-Korea hebben het voorheen ho
ge aandeel van de landbouwsector fors
verminderd, terwijl de stadsstaten
Hongkong en Singapore een zeer hoog
1964-1973 1974 1983
6,0 6,4
9.5 6,8
7.6 6,0
7,3 5,8
3,8 1,5
3,6 2,2
aandeel van de dienstensector behiel
den. Opvallend is dat in Hongkong het
aandeel van de nijverheid in de afgelo
pen 25 jaar is afgenomen.
Deze staat ontwikkelde zich als interna
tionaal financieel- en handelscentrum
voor het Verre Oosten. De dienstensec
tor is daar dan ook het snelst gegroeid.
De sterke stijging van het aandeel van
de nijverheidsector in de overige drie
landen was onder meer gebaseerd op
de geringe produktiekosten als gevolg
van de lage lonen. In de jaren zestig lag
de nadruk op arbeidsintensieve in
dustrieën (textiel, kleding en schoeisel),
terwijl in de jaren zeventig met name in
Singapore en Zuid-Korea veel werd
geïnvesteerd in zware industrieën als
staal, scheepsbouw en petrochemie.
Singapore Taiwan Zuid-Korea
1960 1985 1960 1985 1960 1985
4
1
35
6
37
15
18
31
22
50
20
42
78
68
43
44
43
43
Momenteel is de aandacht meer op de
hoogwaardige technologiesector ge
richt.
Het op het buitenland gerichte industri
alisatiebeleid is de beslissende factor
voor de snelle economische ontwikke
ling in de afgelopen vijfentwintig jaar
geweest. Alhoewel het beleid in Singa
pore, Taiwan en Zuid-Korea ook was ge
richt op importsubstitutie, werden tege
lijkertijd maatregelen genomen om de
groei van de exportindustrie te bevorde
ren. De reden hiervoor is voor de hand
liggend: het effect van importsubstitutie
kan bij een relatief kleine binnenlandse
markt slechts beperkt zijn. Met name
Taiwan en Zuid-Korea hebben tal van in
voerbeperkende maatregelen getroffen
ten einde de pas opgestarte industriële
activiteiten te beschermen. Doch met
de stijging van de uitvoer nam ook de
buitenlandse druk toe om de handelspo
litiek te liberaliseren. Hongkong vormt
op dit alles een uitzondering. Daar
wordt een liberaal beleid gevoerd, het
geen onder meer inhoudt: geen tarieven
of beperkingen op in- en uitvoer, een
convertibele valuta en vrije loon
vorming.
De bevordering van de export biedt de
vier landen toegang tot de grote inter
nationale markten. Aangezien deze lan
den arm zijn aan grondstoffen maar rijk
aan goedkope arbeid, komt een grote
exportindustrie de werkgelegenheid ten
goede. Weinig geavanceerde, maar ar
beidsintensieve produkten als textiel en
(boven) Taiwan: kledingindustrie in
Kaoshiung waar 90 000 mensen werk
vinden.
(rechts) Hongkong: geen tarieven of
beperkingen op in- en uitvoer.
kleding zijn het juiste antwoord. Boven
dien is er voor deze goederen ook een
binnenlandse markt. Textiel en kleding
zijn ook nu nog zeer belangrijke export-
produkten voor deze Aziatische landen.