Een kwart eeuw Rabo -bestuurder E. J. M. Kolfschoten verlaat Raad van Beheer De heer Kolfschoten is 'van 1961', eigenlijk 'van 1959.' Daarmee doelen we niet op zijn geboortejaar 11917) maar op de jaren waarin hij voor het eerst op een hoge bestuurlijke post in onze organisatie werd benoemd. Dat begon in 1959 met zijn benoeming tot lid van de Raad van Toezicht van de Eindhovense Centrale Boerenleenbank, een tweetal jaren later gevolgd door zijn benoeming tot lid van de Raad van Beheer. Een college dat Kolfschoten derhalve 25 jaar heeft gediend. hans, kort na zijn aftreden op de jongste algemene vergade- ring, beseffen wij welk een rij ke vervlechting door al die 25, zelfs 27, jaren heen de per- pUP soon Kolfschoten en onze or- ganisatie hebben geboden. Kolfschoten trad aan in de ja ren dat het Rapport Landbouwkrediet (de Commissie-Verrijn Stuart) tot stand kwam en heeft sindsdien het baanbre- ken van de coöperatieve kredietorgani satie naar haar huidige zeer brede bed ding als insider meegemaakt, inclusief alle hobbels en stroomversnellingen. Kolfschoten is er de man niet naar om uit die hele ontwikkeling bepaalde wa penfeiten voor zichzelf te claimen. 'De Raad van Beheer is een college en besluit als een college. Ik zag mij zelf als een lid van dat college en zo'n simpel lid moet niet te veel aandacht trekken.' Ak koord, maar we vergeten toch maar niet, dat die Raad van Beheer zeer ver strekkende beslissingen neemt en daar voor een grote verantwoordelijkheid draagt. Dat is Kolfschoten zich in die 25 jaar ook zeer goed bewust geweest! Vier lijnen In Kolfschotens leven tekent zich duide lijk de bestuurlijk ambtelijke lijn af. Al op 29-jarige leeftijd, in 1946, werd hij bur gemeester van Eemnes, en hij is van 1954 tot 1981 achtereenvolgens burge meester geweest van Alkemade, Voor hout en Leidschendam. Een ambt dat hem op het lijf was geschreven, ver moedelijk ook al omdat hij zelf een bur gemeesterszoon en zelfs een burge meesterskleinzoon is. En het ligt in de rede, dat zijn ervaringen als hoofd van een gemeente, waar altijd het dienen van vaak uiteenlopende belangen een wijs beleid vordert, hem op zijn plaats bij onze organisatie van pas gekomen ;s. Toch was het vooral zijn betrokkenheid bij de agrariërs, speciaal de tuinders, die hem bij onze organisatie deed belanden. 'In mijn tweede gemeente, Alkemade, kwam de ruilverkaveling-Roelofsarends- veen op gang. Dat was de eerste tuin- bouwruilverkaveling in Nederland en ook de meest ingrijpende. Ik heb daar hard aan moeten werken, vooral voor de tuinders. En, zoals dat dan gaat, die tuinders hebben mij toen mede voorge dragen als voorzitter van de LTB de r.k. gewestelijke standsorganisatie Land- en Tuinbouwbond). Nu had ik wel altijd veel met agrariërs te maken gehad, maar als een van de kan didaten voor het voorzitterschap van de LTB, was ik de enige niet-vakgenoot. Er is dan ook duchtig tussen de kandida ten gestemd voor ik als voorzitter uit de bus kwam. Dat was in 1958 en als je dan tot 1965 voorzitter blijft en lid wordt van het bestuur van de KNBTB en van het Landbouwschap, wordt je als niet-vakgenoot toch snel agrariër met de agrariërs. Inderdaad, zo ging dat in dat tijdperk. Ik volgde de afgetreden voorzitter van de LTB, de heer Kampschröer, ook op in de Raad van Toezicht van de Eindhovense Centrale Bank en twee jaar later werd ik daar lid van de Raad van Beheer. De Boerenleenbankorganisatie was in die dagen nog vri|wel uitsluitend op de land- en tuinbouw georiënteerd en trok daarom graag bestuurders uit agrari sche organisaties aan.' Daarmee heeft Kolfschoten het begin van de tweede en derde lijn in zijn loop baan al aangegeven: de land en tuin bouworganisatie en de coöperatieve bankorganisatie. Maar is er nog een vierde lijn, die weliswaar enigszins pa rallel loopt aan de tweede en gedeelte lijk ook (tot de fusie tussen Eindhoven en Utrecht) aan de derde, maar die toch apart genoemd moet worden: nl. de po litieke. Kolfschoten is van 1958 tot 1972 lid geweest van de Tweede Ka mer. Voor de kenners van onze parle mentaire geschiedenis: dat was in de tijd van de 'oude' KVP met prof. Romme als fractievoorzitter. Een tijd die het stempel had van 'de politieke verzuiling.' Kolfschoten laat in ons gesprek heel wat interessante namen uit zijn politieke verleden vallen, maar is er ook blij mee, dat de 'verzuiling' veel minder sterk is dan vroeger. 'Een politicus pur sang ben ik niet, maar ik heb er wel veel belangstelling voor. Ik voelde me meer een belangenbehartiger voor het groene front. Daarnaast kreeg je binnen de fractie je eigen aandachts gebieden: binnenlandse zaken (o.a. poli tie) en ruimtelijke ordening. Ik heb de Wet Ruimtelijke Ordening nog op poten helpen zetten. En ja, de Kies wet was ook een van mijn speciali teiten.' Dit laatste komt vanzelf boven, want we spreken Kolfschoten op de dag der ver kiezingen, woensdag 21 mei jl.l De kies- systematiek is een terrein waar hij nog warm voor kan lopen en waarover hij je politieke verhalen kan vertellen. Want Kolfschoten heeft als kamerlid een initi atiefwetsvoorstel ingediend om de kies drempel te verlagen (laat een fractie mi nimaal 2 a 3 leden hebben) en een mo tie voor een door de Tweede Kamer ge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 27