Kwaliteit in risico onvermijdelijk zullen we het dus moeten zoeken bij de enige component die we groten deels zelf in de hand hebben: de kosten Kostenbeheersing: de boodschap Hartelijke felicitaties voor de toekomstige voorzitter van de Hoofddirectie. een aanzienlijk beroep op de externe ar beidsmarkt. Zo werden in '85 meer dan 4000 medewerkers 'van buiten' aange trokken. Alleen al daarom zullen wij on ze invloed blijven aanwenden om een betere aansluiting van het onderwijs op de praktijk in het bankbedrijf te be werkstelligen. Ik heb er vorig jaar op gewezen dat opleidingen in het belang zijn van zowel de werkgever als de werknemer en dat dit ook meer in de verdeling van de kosten tot uitdrukking zou mogen ko men. Bijvoorbeeld door het inzetten van roostervrije dagen voor opleidingen. Hoewel sommigen hier misschien nog aan moeten wennen, is het een goede zaak dat we dat in de onlangs overeen gekomen CAO met elkaar hebben kun nen afspreken. Dat geldt overigens voor het gehele pakket van geaccordeerde arbeidsvoorwaarden en vooral het feit dat weer een CAO kon worden afgeslo ten. Ik betreur het ten zeerste dat het niet is mogelijk gebleken met alle CAO partners tot een overeenkomst te ko men, maar in de gegeven omstandighe den was het niet anders mogelijk. De kwaliteit van onze kredietportefeuille laat een duidelijke verdere verbetering zien. De dotatie aan de VAR kon dan ook over '85 belangrijk worden terugge bracht: van f 651 miljoen naar f 510 miljoen. Uiteindelijk resulteerde een netto winst die 8% hoger lag dan die over '84, nl. f 668 (619) miljoen. Een alleszins bevre digende uitkomst. Wanneer ik dat ver gelijk met '76, dus bijna 10 jaar gele den, dan constateer ik dat de toevoe ging aan onze algemene reserve over het verslagjaar evenals over '83 en '84 zodoende royaal het dubbele kan zijn van die over '76. De stand van onze re serves is nu meer dan het drievoudige van toen. Ondertussen is ons balans totaal natuurlijk ook sterk gestegen: - maar toch minder dan de reserve - na melijk van f 50 naar ruim f 130 miljard. Dit is van des te meer betekenis omdat in de voorbije jaren gebleken is dat de ri sico's van het kredietbedrijf veel groter zijn dan we toen voor mogelijk hielden. Trouwens dit is niet tot Nederland be perkt. Vele zusterorganisaties in West- Europa, om van de Verenigde Staten nog maar niet te spreken, zijn daardoor ook als instelling voor een ontnuchte rende werkelijkheid geplaatst. We mogen gelukkig vaststellen dat de Rabobankorganisatie de niet gemakke lijke aanvangsjaren tachtig goed is door gekomen. De bank staat er gezond voor hetgeen tevens blijkt uit de toekenning van de zogenaamde Triple A-rating door het Amerikaanse Moody's, nadat de an dere grote Amerikaanse Beoordelings instelling, Standard Poors, ons deze onderscheiding reeds in 1983 had ver leend. Onze opdracht voor de komende jaren op dit punt is er in gelegen deze hoogste externe waardering voor onze financiële gezondheid vast te houden. Dat zal niet altijd eenvoudig zijn. De druk op de marges van het bankwezen is naar mijn mening zeker voor een deel terug te voeren op structurele factoren en zal derhalve aanhouden. Ook onze verwachtingen voor '86 wijzen in die richting. De oorzaken heb ik hiervoor al ge noemd. We kunnen die maar in beperk te mate zelf beïnvloeden. Onvermijdelijk zullen we het dus moeten zoeken bij de enige component die we grotendeels zelf in de hand hebben: de kosten. Om dat wij niet mogen rekenen op een ster ke toename van de volumegroei is mati ging en beheersing van de kostenont wikkeling noodzakelijk. Overloopeffec ten uit '85 maken dat zulks voor '86 nog maar beperkte invloed kan hebben. Een daling van de brutowinst in dezelf de orde van grootte als over '85 is voor alsnog dan ook waarschijnlijk te achten. Voor 1986 zal de invloed hiervan op de nettowinst naar het zich laat aanzien kunnen worden gecompenseerd door de voortgaande vermindering van de verliesrisico's en een dienovereen komstige verlaging van de toevoeging aan de VAR. De structurele veranderingen in onze omgeving maken het niettemin noodza kelijk meer nadruk te leggen op produkt- en cliëntrentabiliteit. De nieuwe ta riefstructuur voor de bedrijvenmarkt is daarvan een voorbeeld. Zonder twijfel zullen er de komende jaren nog meer veranderingen volgen. Ik ben mij er van bewust dat het er daarmee voor u als bestuurder of directeur van een plaatse lijke bank niet eenvoudiger op wordt. Dat geldt ook voor de medewerkers en medewerksters in onze organisatie. U allen wil ik danken voor de getoonde in zet in het afgelopen jaar. Het is mijn vaste overtuiging dat wij mo gen blijven rekenen op die inzet en op uw betrokkenheid bij onze coöperatieve bankorganisatie. Die is ook na bijna ne gentig jaar nog springlevend en draagt alle beloften in zich voor een kansrijke verdere ontplooiing. Rede van ir. R J. Lardinois

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 26