natuurlijk vrijwel altijd ook cliënt zijn en
iedere bancaire cliënt nog geen lid van
de coöperatieve vereniging hoeft te zijn.
Maar hoe verdraagt zich een en ander
met elkaar? Als bank maken we vrij
baan voor al onze cliënten. Maar onze
identiteit en mentaliteit worden in de
grond der zaak gedragen en gevormd
door onze leden. Zouden bancair de le
den en cliënten een verschillende be
handeling behoeven? Moeten we in on
ze bank twee loketten hebben, één voor
leden en één voor cliënten?
Zo'n gedachte lijkt mij niet juist en on
realiseerbaar. We moeten er ook geen
voedsel aan geven, want ze miskent de
eenheid, die een Rabobank van haar
oprichting af representeert: zij is een
coöperatieve vereniging die het bankbe
drijf uitoefent. Bedrijf en vereniging mag
je niet van elkaar los zien, ook al kent de
vereniging leden en spreken we be
drijfsmatig van bankcliënten. Beiden,
het lid en de cliënt, behoren bij de Ra
bobank.
Vereniging met leden!
Ik denk trouwens ook, dat langzamer
hand iedereen in onze organisatie naar
de overtuiging is toegegroeid, dat ban
cair gezien een onderscheid tussen le
den en niet-leden niet hanteerbaar is.
Dat betekent dan ook, dat bancaire be
voordeling van leden boven cliënten niet
wel mogelijk is. In dat opzicht hebben
beiden gelijke aanspraak op eenzelfde
behandeling en dienstverlening!
Dit gezegd zijnde, stuit ik nog op een
moeilijke vraag, die ik niet uit de weg wil
gaan. Want, als we - bancair gespro
ken - geen onderscheid willen en kun
nen maken tussen leden en cliënten, ge
ven we daarmee dan niet tegelijkertijd
te kennen dat de coöperatieve bankver-
eniging met het accent op vereniging
- in deze tijd niet meer mogelijk is, al
thans scheef is gegroeid? Want in zo'n
coöperatieve vereniging spelen niet de
cliënten, maar alleen de leden een rol.
Die leden dragen de verantwoordelijk
heid en hebben rechten en plichten.
Moet er dan toch een onderscheid wor
den gemaakt tussen leden en cliënten?
Inderdaad, dat is een onderscheid dat
eigen is aan ons coöperatief georgani
seerd zijn - een vereniging met leden!
- maar dat niet automatisch betekent
dat we dat onderscheid in het bankbe
drijf moeten doortrekken.
Coöperatieve discussie
Ik ga hier nog even verder op in en grijp
daarvoor terug op het begin van onze
coöperatieve discussie. Wij constateer
den toen, dat onze organisatie als het
ware op twee benen stond. Voor het ge
mak te noemen: het coöperatieve been
en het bancaire been. Beide behorend
tot één en hetzelfde lichaam: de coöpe
ratieve bank met haar bankbedrijf. En
als bank maken we vrij
baan voor ai onze cliënten. Maar
onze identiteit en mentaliteit
worden in de grond der zaak ge
dragen en gevormd door onze
leden
we constateerden, dat dat bancaire
been sterk was uitgegroeid: wij werden
een algemene bank met een grote toe
vloed van cliënten en bankzaken. En te
gelijk merkten we dat het coöperatieve
been sterk bij de groei van dat andere
been was achtergebleven. Wij spraken
met elkaar af, dat we ernst zouden ma
ken ons coöperatieve been bij het ande
re been te trekken. Beide benen
moesten hun bijdrage leveren in de
vaart, die onze coöperatieve organisatie
had genomen.
Als ik dat voornemen toepas op de ver
houding leden en cliënten zie ik twee
essentiële zaken:
voor het in stand houden en uitbou
wen van onze coöperatieve vereniging,
haar identiteit en de bewaking daarvan,
is het hebben van leden essentieel;
voor het voeren van een bancair be
drijf is het hebben van cliënten - on
geacht of zij lid zijn - essentieel.
Vroeger, in de periode die ik eerder
noemde, vielen die beide groepen vrij
wel samen, omdat de cliënten voor het
overgrote deel ook leden waren. Naar
die tijd kunnen we niet zonder meer te
rug. Dat hoeft ook niet! Want we erva
ren nu, dat leden en cliënten heel goed
naast elkaar, ieder op eigen wijze, bin
nen de Rabobankorganisatie hun plaats
kunnen innemen. Het zijn geen twee
groepen, die tegenover elkaar staan en
elkaar beconcurreren.
Maar wel meen ik, dat we om onze coö
peratieve identiteit te waarborgen, ons
er in de komende tijd voor in moeten
zetten leden en cliënten naar elkaar toe
te laten groeien.
Laat de cliënten zich bewust zijn dat we
een coöperatie zijn en leden kennen!
Laat onze leden zich bewust zijn, dat zij
samen de coöperatieve bankvereniging