Identiteit geschraagd door leden en cliënten Kwaliteit het wachtwoord! /gemene Vergadering 1986 Openingsrede mr. 0. W. A. Baron van Verschuer Vorig jaar wijdde ik mijn openingswoord aan de democratie en de autonomie in onze Rabobankorganisatie. Twee begrippen, die on losmakelijk met elkaar zijn verbonden. Daaruit vloeit een vraag voort, die ik u en mijzelf vandaag zou willen stellen: 'Met wie hebben we in onze democratie te maken? Of: met wie willen we te maken hebben? Of, nog anders: voor wie en met wie werken wij?' Die samenwerkende mensen bepalen met elkaar de identiteit van onze organisatie. Wij denken hier aan leden en cliënten en dat brengt ons op een vraag, waarover m.i. in onze coöperatieve discussie nog onvoldoende helderheid bestaat: 'Hoe verhouden die leden en cliën ten in onze organisatie zich tot elkaar en wat is de samenhang tus sen leden en cliënten?' Dat ene woord: 'behartigen' iedere Rabobank weet dat onze historische intentie doorwerkt in dat woord 'be hartigen'. 7lvee loketten zich op hun eigenlijke doel, dat zij naar de eisen des tijds kort en krachtig for muieren. Zij laten de christelijke moraal ten aanzien van de leden varen en rich ten zich met kracht op de behartiging van het bedrijfsbelang. Onveranderd houdt het zuiver agrarisch bedrijfsbe lang daarin zijn zeer voorname plaats, maar onze banken gaan bewust ook het niet-agrarische bedrijfsleven tot hun werkterrein rekenen. Uiteindelijk leidt dit tot de doelstelling, dat de Rabobank de financiële belangen van haar leden behartigt. Bondig geformuleerd, maar iedere Rabobank weet, dat de histori sche intentie in dat woord behartigen doorwerkt. Die doelstelling streven wij e identiteit van onze organisatie M in al haar samenstellende auto- nome delen was ten tijde van de oprichting geen enkel probleem. Dat komt treffend naar voren in de wijze waarop in de periode van 1900 tot 1925 statutair het doel van de Raiffeisen- en Boerenleenbanken werd omschreven. Dat doel was - ik citeer -: 'a. Ter verbetering van het landbouwbe drijf aan betrouwbare medeleden het nodige geld voor te schieten; b. aan de leden gelegenheid te geven om ledig liggend geld veilig te beleggen. Als vereiste voor het lidmaatschap wordt in diezelfde periode als eerste in de statuten genoemd 'dat men gods dienst, huisgezin en eigendomsrecht (let op de volgorde!) in christelijke zin als de grondslagen der samenleving er kent en zijn gedrag daarna regele'. leder onzer zal moeten erkennen dat on ze voorouders een verbinding legden tussen materiële en immateriële zaken. Dat was voor hen geen holle frase, maar dure plicht. De consequentie hiervan was, dat zij werkten voor en met een aanwijsbare en herkenbare groep in een duidelijk sa menhangend gebied. Zij richtten zich op leden, die betrouwbaar waren en als agrarische bedrijfsgenoten geld nodig hadden dan wel geld over hadden. Van uit die achtergrond werkte de bank voor de stoffelijke en zedelijke belangen van haar leden. Ik sla om des tijdswille nu alle verande ringen over, die zich in de loop der jaren in de statuten voltrokken. Veranderin gen, die een weerspiegeling zijn van de wijzigingen die zich in de omgeving waarin de Rabobank werkte, voltrokken. De tendens van die wijzigingen is heel duidelijk: onze banken concentreren vooral na door kredieten te verstrekken ten behoeve van de leden, in het bijzon der aan hen, die een beroep of bedrijf uitoefenen. Ondertussen zijn wij, dat is u bekend, sinds die beginjaren meer en meer al die werkzaamheden gaan ver richten, die tot het normale bankbedrijf behoren. En daar staan we dan: De Rabobank verleent alle mogelijke diensten, waar leden én cliënten zonder onderscheid gebruik van maken. En er is in de Rabo bankorganisatie een discussie aan de gang, die bedoeld is de coöperatieve mentaliteit en identiteit te versterkenl Verdraagt zich dat wel met elkaar? Ban cair gezien zijn er de cliënten in al hun verscheidenheid, terwijl we als coöpera tieve vereniging een grote veelheid le den kennen. Die leden zijn met name degenen, die een bedrijfsfinanciering ontvangen. Zo'n financiering is immers vanouds een voorwaarde van het lid worden. Maar ook in de particuliere sec tor - spaarders, rekeninghouders, hy potheekgevers enz., voor wie die voor waarde niet geldt - kennen we onze le den. Hoevele honderdduizenden ons Ie denbestand ook telt, de kring van de cliënten is groter. Ook al omdat de leden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 14