Igemene Vergadering 1986
12
wachten aan ondersteuningIk had ge
hoopt met name over dat sociale aspect
wat meer te horen. Voor ons coöpera
tieve banken zijn dat toch belangrijke
zaken.' Overigens krijgt Andriessen wel
een tien voor duidelijkheid van Koomen:
'een heldere uiteenzetting, waar je niet
omheen kunt.'
In de plaatselijke gemeenschap heeft
Koomen een lange staat van dienst.
Dertien jaar lang was hij secretaris van
het LTB-bestuur, hij was een van de ver
nieuwende krachten in de Beheerscom
missie van het parochiehuis, hij is al 20
jaar vice-voorzitter van de Vereniging
bedrijfsvoorlichting landbouwers in de
streek, en niet in de laatste plaats is hij
al zo'n twintig jaar gemeenteraadslid.
Maar ook deze laatste functie stelt hij
graag ter beschikking als zich een jon
gere mocht aandienen. 'Ik doe het
raadswerk graag en met volle overtui
ging, maar gezonde doorstroming vind
ik veel belangrijker.' Voordat hij in 1973
bestuurslid van de Rabobank werd, was
Koomen een regelmatige bezoeker van
de Algemene Vergadering van de Rabo
bank Opmeer. 'Van jongs af aan ben ik
in het financiële geïnteresseerd ge
weest, in '60 haalde ik ooit al het Kas
siersdiploma Boerenleenbank. Er was bij
mij dan ook geen enkele aarzeling om
tot het bestuur toe te treden toen mij
dat gevraagd werd. Ik had al eens tegen
mijn vrouw gezegd dat die functie mij,
ondanks alle drukke werkzaamheden,
sterk aansprak. Maar nooit bij stil
gestaan dat ze mij daar nog eens voor
zouden vragen.' De verwijzing naar zijn
vrouw is niet toevallig. Koomen bena
drukt dat hij in al het vrijwillige werk dat
hij doet voor de gemeenschap - elk
weekend een pak papier - gesteund en
gestimuleerd wordt door zijn vrouw. 'Ze
staat me niet in de weg, ze staat achter
me.'
Sinds '77 hanteert Koomen in het
bestuur van Opmeer de voorzittersha
mer. Al een jaar of zes maakt hij deel uit
van het Kringbestuur. De veelzijdigheid
van dit werk boeit hem enorm en maakt
het veruit favoriet boven al het andere.
Juist ook omdat die coöperatieve di
mensie eraan zit. 'Onze bank doet het
uitstekend. We hebben een goede ren
tabiliteit en een goede solvabiliteit.
Maar dat gaat niet ten koste van de
cliënt, lid of geen lid. Nu de concurrentie
zich verscherpt, ligt in dat coöperatieve
ons sterke punt. Helaas blijkt voor nogal
wat agrariërs het coöperatieve van min
der doorslaggevende betekenis te zijn,
dan je op grond van hun coöperatieve
achtergrond en traditie zou mogen en
willen verwachten. We hanteren zeer
gunstige voorwaarden en juist wanneer
een concurrent onder de markt duikt -
wat maar tijdelijk kan zijn! - zou dat
coöperatieve element bij het lid of de
cliënt de doorslag moeten geven. Dat te
bewerkstelligen is de opgave waar we
voor staan. Daar kun en moet je hard
aan werken, maar als je het nuchter be
kijkt is dat toch wel een hele zware dob
ber. Mensen zijn toch wel heel erg gauw
geneigd die paar tienden van een pro
cent de doorslag te laten geven.'
Veranderingen als gevolg van een zich
verhevigende concurrentie namen ook
in de toespraak van Lardinois een be
langrijke plaats in. Koomen heeft er aan
dachtig naar geluisterd. 'Lardinois gaf
- in begrijpelijke en gewone taal, zoals
we van hem gewend zijn de ontwik
kelingen uitstekend weer. We zullen
tegenover die grote veranderingen, gro
te kwaliteit moeten plaatsen. Terecht
ligt daarbij een zwaar accent op het
opleidingsgebeuren. Mede daarom is de
Rabobank Opmeer alvast 'pilot-bankin
het ICOP-project geworden.'
Het voorgenomen vertrek van Lardinois
was voor Koomen wel dé verrassing van
de dag. 'Daar was ik op deze korte ter
mijn helemaal niet op voorbereid, pas
vanochtend op weg hier naartoe kreeg
ik er lucht van. Dat is wel even wennen:
Rabo zonder Lardinois. Maar hij laat ons
goed verzorgd achter: ik heb zeker ver
trouwen in Wijffels.'
Met die boodschap verlaat Lou Koomen
ons, op zoek naar zijn 'maten' om de te
rugreis te aanvaarden.
AJK
Vervolg van pag. 11, Ie kolom
vraag, je verstoort de verse markt niet
en je hebt nog een geringe opbrengst
voor het produkt. Dat het grote publiek
weinig begrip zal kunnen opbrengen
voor dit soort recyclage ligt alleszins
voor de hand. Het lijkt mij echter dat bo
ter in zeep of verfstoffen of destructie
minstens zo weinig enthousiasme zal
oproepen.
Wij kunnen echter zo al niet om het pro
bleem heen, laat staan als wij daar ook
nog publieke instemming voor hopen.
Met prijsbevriezing, quotavermindering
en afbouw van voorraden gaan we in de
kortom een Ameri
kaans/Europese krachtproef
waar de belastingbetaler voor
moet betalen, de boeren aan
beide zijden van de oceaan niet
beter op worden
zuivel de goede kant uit. Dat neemt niet
weg dat in de tussentijd het zuivelpro-
bleem nog in volle omvang bestaat en
zich in een land als Nederland onder
meer vertaalt in omvangrijke investerin
gen in de aankoop van weidegrond
waaraan quotarechten verbonden zijn
met alle gevolgen van dien voor de
grondprijzen. Een ontwikkeling waar
men zich ook in bankierskringen zorgen
maakt. En als je het over landbouw
grond hebt dan kunnen die bankiers al
leen maar onderdeel zijn van de Rabo-
organisatie!
Ook vlees vraagt
slagvaardigheid
Behalve met boter zitten wij ook nog al
tijd met een aanzienlijke voorraad vlees.
Ook hier heeft de Raad besloten af te
schrijven op onze voorraden en finan
ciële ruimte gecreëerd voor een extra af
zetprogramma. Wij hopen nog dit jaar
van die mogelijkheden gebruik te maken
en de kansen daartoe zijn ook aanwezig.
Zo hebben onlangs de Brazilianen bi)
ons aangeklopt voor belangrijke aanko
pen van interventievlees ten einde het
hoofd te bieden aan een binnenlandse
schaarste waarin niet in voldoende ma
te tegemoet gekomen kan worden door
landen als Argentinië en Uruguay.
U ziet maar hoe gek het in de landbouw
kan lopen: Europa dat vlees verkoopt
aan Zuid-Amerika! Dit zou overigens wel
van pas komen. Niettegenstaande de
speciale afzetprogramma's zitten wij al
tijd nog met zo'n 700 000 ton vlees in
de openbare koelhuizen.
Het valt te betreuren dat de Raad op dit
punt minder slagvaardigheid heeft ge
toond dan in de granen en de zuivel. De
hervorming van de rundvleesmarkt blijft
voor mij een hoge prioriteit behouden.