3 uit 3000
Koomen:
Sympathiek bestuurder met
beide benen op de grond
Weinig begrip bij ruimen
voorraden
ring van het quotastelsel twee jaar gele
den nog immer gebukt gaat onder
steeds toenemende voorraden. Overi
gens om een voor de hand liggende re
den. Men heeft indertijd de quota op
een te hoog niveau vastgesteld. Je kunt
stellen dat er altijd nog zo'n vijf a zes
miljoen ton melk is waar wij geen weg
mee weten.
Met name die botervoorraden geven
ons grote zorgen. De huidige situatie is
dat niettegenstaande prijsbevriezing en
een verdere quotaverlaging, er meer bo
ter in interventie wordt aangekocht dan
er wordt uitgeslagen.
Aldus hebben wij bijna 1,2 miljoen ton
boter in de openbare koelhuizen. Daar
van is 60 000 ton inmiddels ouder dan
drie jaar en ruim 200 000 ton ouder
dan twee jaar. Een ton opslag kost de
Gemeenschap, en dus de belastingbeta
ler, zo'n duizend gulden per jaar. Rekent
u maar na!
Alleen al in de afgelopen twee weken
hebben wij meer dan 50 000 ton boter
in interventie moeten aankopen. Dat is
meer dan de helft van de boterproduktie
in deze periode. Dat is natuurlijk te gek
om los te lopen. Daar komt bij dat het
moeilijk verkoopbaar is om kostbare af-
zetmaatregelen te besluiten indien
minstens zoveel verse boter weer vrolijk
door de voordeur van de interventie bin
nenkomt. We hebben daar in Nederland
een goede uitdrukking voor: dweilen
met de kraan open.
Dat brengt mij op de eveneens positieve
beslissing van de Raad inzake een bij
zonder afzetprogramma voor boter en
vlees. Door akkoord te gaan met een af
schrijving op voorraden en bijzondere fi
nancieringsmodaliteiten ten behoeve
van dit afzetbeleid zou de Gemeen
schap nu de ruimte hebben om met na
me onze oudste voorraden te ruimen.
Wij hebben hierover juist dezer dagen
binnen de Europese Commissie gespro
ken. Als je het over boter van meer dan
drie jaar oud hebt zijn de afzetmogelijk
heden uiterst beperkt. Zo je nog wel van
afzet kunt spreken. In de veevoedersec
tor heb je nog enige opbrengst - zij het
miniem - in de industriële sector moet
je er nog flink geld bij doen. Er zijn er
zelfs die aan destructie denken, waar je
eveneens geld op toe moet leggen. Ter
wijl wij over al deze mogelijkheden na
denken moeten we per 100 kg een
tientje per maand betalen aan opslag
kosten. Wij hebben dan ook gemeend
althans voor wat die oudste boter be
treft in contact te treden met het be
drijfsleven met het oog op de instelling
van een openbaar inschrijvingssysteem
ten behoeve van de veevoeding. Daar is
Vervolg pagina 12, 3e kolom
Op 5 juni jl. op de Algemene Vergade
ring signaleren we Lou Koomen, voor
zitter van de Rabobank Opmeer, tijdens
de lunch. Hij is duidelijk in een geani
meerd gesprek gewikkeld met zijn
buurman, een collega-voorzitter uit
Friesland. Alleen een tikje op zijn
schouder is in staat zijn concentratie
op de levendige conversatie te doorbre
ken. Het mag typerend zijn voor deze
ras-Westfries: met hart en ziel bezig
met wat hem interesseert. Even type
rend is zijn ontwapenende glimlach,
waarmee hij regelmatig de betrekkelijk
heid der dingen, en zijn open geest,
weet te onderstrepen.
Thuis in Spanbroek had hij ons al ver
teld dat hij de Algemene Vergadering,
naast het vlagvertoon, vooral ook ziet
als een ontmoetingsplaats, waar con
tacten gelegd kunnen worden met Ra-
bomensen uit alle delen van het land.
Een unieke gelegenheid om eens wat
zaken 'zomaar' af te stemmen bij ande
ren, die dan vaak door het lot zijn aan
gewezen. De interessante discussie tij
dens de lunch, die over ledenbetrokken
heid bleek te gaan, getuigt daarvan.
'Ja,' zegt Koomen, 'want wat Van Ver-
schuer vanmorgen in zijn openings
toespraak te berde bracht over leden en
cliënten die naar elkaar toe moeten
groeien, daar probeer je natuurlijk als
plaatselijke bank iets mee te doen. En
dat is niet altijd even eenvoudig. Men
sen die lid zijn, willen daar graag voor
delen aan verbonden zien. Daar worden
we op onze eigen Algemene Vergade
ring regelmatig mee geconfronteerd. Je
kunt dan wijzen op de waarde van het
verenigingsleven, dat we met elkaar de
bank binnen, én voor, onze gemeen
schap 'dragen'. Maar hoe laat je zo'n
boodschap, los van materiële voordelen,
aanslaan, daadwerkelijk leven, daar
hebben we het antwoord nog niet op
gevonden. Maar we zijn doende.'
In het dagelijks leven drijft Koomen
(50), samen met zijn broer, een ge
mengd bedrijf - 3 ha bollen en 21 ha
grasland met 45 stuks melkvee -, een
bestaan waar hij, ondanks de proble
men in de landbouw, zichtbaar tevreden
mee is. 'Die superheffing is voor ons
een domper op het vrije ondernemer
schap. Vroeger keek je uit naar de staat
jes van de melkfabriek, nu heb je de
angst in je hart dat je teveel produceert.
We hebben qua vee al behoorlijk in
moeten krimpen en het zit er dik in dat
we meer in de bollen gaan doen.' Koo
men Is dan ook wat teleurgesteld In de
toespraak van Andriessen. 'Kijk, dat we
met z'n allen minder moeten, daar zijn
we het wel over eens. Maar hoe pakt
dat uit naar de individuele boer toe,
welk houvast heeft hij, wat kan hij ver-