Bijzondere Leerstoel
Commercial paper
Vervolg van pagina 3
beleid goeddeels is hersteld, hetgeen op
den duur een gunstig effect zal hebben
op het renteniveau in ons land.
Het Europese Monetaire Stelsel heeft,
na een moeilijke beginperiode, in be
langrijke mate bijgedragen tot de verwe
zenlijking van een, bij de oprichting be
oogde, zone van monetaire stabiliteit in
j Europa. Sinds de laatste herschikking
van 3 jaar terug zijn de onderlinge ver-
schillen in economische ontwikkeling
tussen de EMS-landen duidelijk afgeno-
men. Een verdergaande monetaire inte
gratie is mogelijk, als de betrokken
lidstaten hun financieel-economisch be
leid beter op elkaar afstemmen en de
politieke wil opbrengen de consequen
ties voor het binnenlands beleid te trek
ken die voortvloeien uit het EMS-
lidmaatschap.
j Al sinds jaar en dag, en op tal van ma
nieren, bestaan er contacten tussen het
onderwijs en de Rabobankorganisatie.
Het beschikbaar stellen van stageplaat
sen, het leveren van gastdocenten en
leermiddelen, het initiatief tot en deel
name aan contactbijeenkomsten, voor
lichting aan en ontvangsten van groe
pen uit onderwijs etcetera, zijn daar de
voorbeelden van. Deze activiteiten
bestrijken een breed scala van lagere,
middelbare, hogere en universitaire on
derwijsvormen en resulteren in een ge
zonde wisselwerking tussen de Rabo
bankorganisatie en de wereld van het
onderwijs.
Vanuit deze gezonde wisselwerking
hebben de Vrije Universiteit te Amster
dam en de Rabobankorganisatie beslo
ten een Bijzondere Leerstoel Monetaire
en Bancaire Vraagstukken aan de Eco
nomische Faculteit van de Vrije Univer
siteit in te stellen. Economiestudenten
krijgen door de instelling van deze bij
zondere leerstoel de gelegenheid hun
studie op doctoraal niveau sterker toe te
spitsen op bestudering van problematie
ken die direct gerelateerd zijn aan de
bancaire praktijk. De Rabobank heeft
zich, vanuit een maatschappelijke be
trokkenheid, altijd een warm voorstan-
der getoond van het zoveel mogelijk
aanbrengen van praktische relevantie
binnen ons onderwijs.
De hoogleraar die de leerstoel gaat ver
zorgen, heeft als voorname aandachts
gebieden: de vervlechting van de finan
ciële instellingen en markten op Euro
pees en mondiaal niveau, het internatio
nale bankwezen en het toezicht daarop,
en de internationale coördinatie van het
monetaire en bancaire beleid. Stuk voor
stuk aandachtsgebieden waarvan de
Rabobankorganisatie, vanuit de praktijk
van haar bankbedrijf, het belang onder
kent. En natuurlijk hecht de Rabobank
er, vanuit diezelfde praktijk, zeer aan dat
in de leerstoel ook een plaats is inge
ruimd voor de rol van het coöperatieve
bankwezen en de financiering van de
agrarische sector.
Op 4 april werd de oprichtingsakte voor
de Stichting Bijzondere Leerstoel Mone
taire en Bancaire Vraagstukken onderte
kend. Onder meer namens Rabobank
Nederland door mr. 0. W. A. Baron van
Verschuer (links), voorzitter van de
Raad van Beheer, namens de Vrije Uni
versiteit door prof. dr. L. Traas (rechts)
en namens het Stichtingsbestuur door
prof. dr. F. de Roos, voorzitter (midden).
De gevolgen van de ingeluide liberalisa
tie van de kapitaalmarkt zijn in brede
bancaire kring onderwerp van gesprek.
Onlangs organiseerde Rabobank Neder
land, in samenwerking met de Ameri
kaanse investmentbanker 'Shearson
Lehman Brothers', een discussiedag
voor binnen- en buitenlandse cliënten,
waarop met name de mogelijkheden
van het voor Nederland nieuwe com
mercial paper centraal stonden. Een be
langrijke vraag daarbij was onder meer
hoe het perspectief van een markt voor
dit nieuwe papier beoordeeld kan wor
den, zowel gezien vanuit het ge
zichtspunt van de geldgever als de
geldnemer.
Mr. H. J. A. E. M. Klarenbeek stelde in
zijn openingstoespraak dat er nogal wat
twijfel bestaat in welke mate de nieuwe
instrumenten volumegewijs een belang
rijke rol gaan spelen in de Nederlandse
markt. De marktstructuur zou een snel
le ontwikkeling kunnen tegenhouden.
Maar gezien de groeiende atmosfeer
van globalisatie, open communicatie
netwerken en de snelheid van informa
tie zullen de Nederlandse financiële
markten niet ontsnappen aan de invloed
van deregulering en van de nieuwe
technieken.
Opmerkelijk was dat verscheidene parti
cipanten aan de discussiedag vanuit
verschillende invalshoeken eenzelfde
geluid lieten horen. Vooralsnog blijkt er
bij partijen geen dringende behoefte te
bestaan aan een guldens commercial
paper markt. Voor geldgevers geldt het
bestaan van een goed functionerende
depositomarkt, waarbij de afwikkeling
van de transactie eenvoudiger is dan bij
commercial paper. Geldnemers wijzen
op de bestaande kasgeldmarkt. Com
mercial paper voldoet weliswaar aan
een aantal strategische eisen van geld
nemers, zoals flexibiliteit, geen domi
nantie van één geldgever en publiciteit,
maar kasgeld kan, vooral gezien de prijs,
voorlopig toch als een aantrekkelijker fi
nancieringsinstrument worden gezien.
In de discussie werd benadrukt dat aan
het fenomeen van de swapmarkt vanuit
geldnemersoogpunt meer belang ge
hecht moet worden dan aan een markt
voor commercial paper. Vanuit dit oog
punt is het aan te bevelen dat de Neder
landse banken zich verzekeren van een
optimale toegang tot de swapmarkt, die
met name in Londen sterk wordt ont
wikkeld.
Na de vele beschouwingen, die de afge
lopen tijd over dit onderwerp te horen