teiten en financieringsmogelijkheden. Ziedaar de primaire reden, waarom de Rabobank naar het Verre Oosten trekt. Singapore en Hongkong zijn we reldhavens, met alle financieel- economische activiteiten die zo'n haven aantrekt. Zij passen wat dat be treft helemaal in het stramien van ons vestigingenbeleidRotterdam, Hamburg kantoor van de ADCA), Antwerpen, Londen en New York. Plaatsen, die alle door goederenstromen met elkaar ver bonden zijn. Met Jakarta ligt het iets an ders, maar ook daar is een heel goede reden voor onze keuze. We zijn er o.a. door het werk van de Stichting Steun Rabobanken heel goed thuisgeraakt. In donesië biedt een grote markt waar in de toekomst nog veel te doen is aan de veredeling van het voedselpakket. Juist ook voor Nederlanders. En al is de huidi ge olieprijsontwikkeling een handicap, Indonesië heeft structureel gezien krachtige economische mogelijkheden. Tussen Indonesië en Nederland is geluk kig een aparte betrokkenheid blijven bestaan, die een goede basis biedt voor het zakelijk verkeer. Zelfs de wederzijd se taal is vaak min of meer vertrouwd. In Jakarta en Hongkong worden verte genwoordigingen geopend, maar de vestiging in Singapore is een volledig bankkantoor. Een 'off-shore' kantoor. Dat betekent dat je je in je actieve en passieve bedrijf hoofdzakelijk moet rich ten op partijen buiten het land van vesti ging. In Singapore wonen maar 2,5 mil joen mensen. Ons kantoor Singapore zat dus vooral gaan optreden als cen- traalpost voor relaties en transacties in de regio daaromheen, landen zoals Ma leisië, Thailand, Australië, Nieuw- Zeeland, Indonesië en Hongkong. Overigens betekent dat geen verschui ving van Nederlandse middelen naar het Verre Oosten. Net als in New York ge beurt, zullen wij die middelen ter plaatse op de financiële markten aantrekken. Zoals we een Europese dollar kennen, zo is er ook een Aziatische dol- larstroom, die een constante handel in deze valuta meebrengt. Dank zij de ge degen naam van de Rabobank, van wie internationaal bekend is dat zij al jaren de z.g. AAA-rating waardig is, heeft de ze een goede entree in de financiële centra. Door ons wordt overigens on derkend, dat dit ons tegelijk tot een ze kere bedachtzaamheid maant. Enerzijds kun je interbancair gemakkelijk geld op nemen. Je bent een gezochte bank, om dat je als een safe adres wordt be schouwd. Anderzijds is het niet zo ge makkelijk even solide uitzettingsadres sen te vinden. Daartussen ligt ergens je marge. Hoe minder solide een bank in de markt wordt ervaren, des te hoger de prijs die zij voor het opnemen van mid delen bereid moet zijn te geven. Marge maximalisatie zou dan ook een te ris kant richtsnoer zijn, zegt Klaren beek. Ons depositobedrijf sturen we daarom aan de hand van voorzichtig gestelde banklimieten, op basis van zorgvuldige analyse van het kredietrisico. In wezen is daarmee in zekere zin het volume van het interbancaire bedrijf en de op brengst daarvan ook aan grenzen ge bonden. Natuurlijk hebben we voor deze vestigingen ook klanten en rela ties gepolst. Hun mening was: doen! Dat hoeft nog niet te betekenen, dat onze relaties ook automatisch met een hun zaken via onze vestigingen lei den. Daarvoor zullen we ook concurre rend moeten zijn. We hebben nu een maal geen monopolie als bankier en in het Verre Oosten zullen we zelf natuur lijk ook de concurrentie van andere ban ken ondervinden. Dat is vanzelfspre kend, evenals het vanzelfsprekend is, dat de Rabobank daar een eigen geluid laat horen. Van veel belang is dat de naam Rabo bank in buitenlandse bank- en onderne merskringen verrassend snel een typi sche eigen inhoud heeft verkregen. Daar is door ons ook bewust naar toe gewerkt. Wij presenteren ons a/s een echt Nederlandse bank, die op een breed terrein ook internationaal werk zaam is. Rembrandt en Rabobank wor den bij de internationale presentatie in één adem genoemdherkenbaar voor ie dereen! Ook in het Verre Oosten zullen we met kracht uitdragen, wat we als ons internationale handelsmerk be schouwen: onze specialisatie op de agri-business sector. En onze trouw aan die sector. Het Rabo-binnenland verloo chent zich niet in het Rabo-buitenland! Dat betekent niet, dat we uitsluitend in de agri-business sfeer opereren. Klaren beek ziet ook daarbuiten doelgroepen, want er zijn tal van aanknopingspunten met Nederland, ook in de niet- agrarische sfeer op het gebied van import-export, moeder en dochterver houdingen, enzovoort. Maar de agri business is als het ware onze ge velsteen. Die geeft ons internationaal een eigen identiteit. We zullen ons in de Zuidoostaziatische regio een eigen positie moeten opbou wen. Dat betekent ook het kweken van eigen relaties, het ontwikkelen van ei gen activiteiten die enerzijds passen in onze wijze van zakendoen en anderzijds inspelen op de behoefte van de plaatse lijke markten. De achtergrond daarvan is, dat na de aanlooptijd een op zichzelf staande positieve rentabiliteit moet worden bereikt. Bijvoorbeeld betekent dat niet op voorhand, dat we vanuit Sin gapore ons al befaamde Quick-Cheque- systeem zo maar even kunnen invoeren. Dat hangt onder meer af van de tech nieken en het volume van betaalstro- men tussen Neder/and en de landen die wij vanuit Singapore willen bestrijken. Wat Hongkong betreft zijn we ons be wust, dat dit niet alleen een knooppunt is van handelswegen, maar vooral het voorportaal naar China. In 1997 zal die grote stad weer onder Chinese zeggen schap komen en met groeiend vertrou wen wordt verwacht dat dit centrum van handel- en bedrijvigheid daarvan nauwelijks of geen hinder zal ondervin den. Wij achten het zeer gelukkig dat onze vertegenwoordiging zich gesteund mag weten door de samenwerking die vorig jaar tussen de Agricultural Bank of China en ons op gang is gekomen. Dat geeft aan onze Hongkong vestiging on tegenzeggelijk een extra perspectief. Als je je onze plattelandsbankjes van vroeger voor de geest haalt, lijken we met onze continentale en 'overzeese' kantoren een eind van huis geraakt. Toch weer niet zo heel vreemd, want in onze aangesloten ban ken van vandaag herken je ook niet meer zo gemakkelijk de leenbanken van weleer. Hun functie is meegegroeid met hun leden en klanten, dat wel, maar daarom in wezen niet anders geworden. Trouwens, de Nederlander heeft altijd een ondernemende trek naar verre hori zonten gehad. Ook de Nederlandse land- en tuinbouw, die haar produkten nu voor 55 procent buiten onze lands grenzen verkoopt. En in alle eerlijkheid: de Rabobank is haar daarbij niet voorge gaan, eerder gevolgd. Zo is ook voor ons als Rabobank de bui tenlandse activiteit een noodzakelijk en daarom gewenst verlengstuk van ons binnenlands bedrijf, met eigen eisen. Die samenhang - de eerste een functie van de laatste - is er van het begin ge weest en wij willen dat die voortdurend verzekerd blijft. Klarenbeek: 'Het tempo van de buitenlandse ontwikkeling is daarom sterk bepaald door de beschik baarheid van leidende mensen, die zich onze wijze van denken hebben eigen gemaakt en daarin opereren.' Er is geen ruimte voor een mentale kloof tussen onze 'buitenlanders' en de 'thuisbasis'. Ons risicobewustzijn, onze doelgroepen 'filosofie' en onze eigen Rabo-cu/tuur hebben we gemeen. Niet zo vreemd, dat op de verantwoordelijke posten in Hongkong en Jakarta, en eerder al in Antwerpen, directeuren van plaatselijke Rabobanken zijn benoemd. Klarenbeek drukt het nog even kernach tig uit: 'Het buitenlandbedrijf gaat zeker niet met de Rabobank op de loop. Eer der andersom: onze binnenlandse posi tie vraagt om een ontwikkeling naar bui ten. De daarbij betrokken mensen zijn zich van hun verantwoordelijkheid in onze eigen bankcultuur sterk bewust.' JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 5