I «i Trilaterale aanpassing Problemen per sector '1" ïiï ml reldmarkt. Ook buiten de EG is het land bouwbeleid namelijk vanouds gericht op nationale doeleinden, waarbij de bin nenlandse produktie wordt ondersteund of gestimuleerd met prijs- en afzetga- ranties, terwijl de binnenlandse voedsel- markt via heffingen en subsidies wordt beschermd tegen buitenlandse concur rentie. Dit heeft in de loop der jaren ge leid tot omvangrijke produktieover- schotten, met als gevolg toenemende onderlinge concurrentie op de wereld markt en ernstige budgettaire en (han delspolitieke spanningen. Momenteel wordt de situatie zelfs in ruime kring kri tiek geacht. Het is uiterst belangrijk dat de drie grote handelsblokken van West-Europa, Noord-Amerika en het Verre Oosten het voortouw nemen en hun agrarische po litiek in trilateraal verband aanpassen. Drs. A. M Dierick Stafgroep Economisch Onderzoek Ir. A. R. Sjauw- Koen-Fa Bedrijfstakonderzoek Enerzijds zal men - in een geleidelijk tempo en in onderlinge samenhang - de nationale of communautaire land bouwpolitiek overal meer op de markt moeten gaan oriënteren. Hiertoe kun nen overigens in elk van de drie blokken verschillende maatregelen nodig zijn. Het Groenboek van de Europese Com missie en de kersverse Landbouwwet ('Farm Bill') van de Verenigde Staten maken in elk geval duidelijk dat men op de hoogste politieke niveaus doordron gen raakt van de ernst van de situatie. Onder dwang van de omstandigheden gaat men nu immers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan over tot aan passing van de eigen landbouwpolitiek in een meer marktgeoriënteerde rich ting. In de Verenigde Staten behelst dit onder meer een drastische verlaging van de steunprijzen, terwijl de EG aan stuurt op een gematigd prijsbeleid, be perking van de interventie en invoering van meer medeverantwoordelijkheid van de producent voor de afzetkosten van de overschotten. Anderzijds zal men echter ook in elk van de drie handelsblokken de gelegenheid moeten aangrijpen om een verminde ring van het agrarisch protectionisme op de wereldvoedselmarkt tot stand te brengen, ook met het oog op de positie en het belang van de ontwikkelingslan den. De komende ronde van onderhan delingen in het kader van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Han del, die ditmaal vooral ook op land- bouwprodukten betrekking zal hebben, biedt daartoe een uitstekende gelegen heid. In deze GATT-ronde kan men na melijk in internationaal kader en met wederzijdse concessies bepaalde af spraken maken inzake het afschaffen van kwantitatieve invoerbeperkingen, het verlagen van invoerheffingen en het verminderen van uitvoersubsidies. Op beide punten, zowel de meer marktge richte aanpassing van de nationale land bouwpolitiek als de liberalisatie van de internationale agrarische handelspoli tiek, kan de redding weieens het meest nabij zijn, nu de nood het hoogst is. A. De akkerbouw heeft niet alleen bij de zogenaamde vrije produkten te maken met zeer lage opbrengstprijzen voor aardappelen en uien van het afgelopen oogstjaar, maar kampt bovendien bij de marktordeningsprodukten met de gevol gen van meer structurele overschotpro blemen op de wereldmarkt voor graan en suiker. De produktie van granen in de EG be reikte in 1984 met een totaal van 150 a i i 155 miljoen ton een nieuw record. Bij een min of meer gelijkblijvende interne afzet van bijna 120 miljoen ton leidde dit tot een overschot van ruim 30 mil joen ton, waarvan minder dan de helft werd afgezet op de wereldmarkt. Daar door zijn de EG-interventievoorraden voor granen zoveel gestegen, dat de grenzen van de beschikbare opslag ruimte werden bereikt. Voor tarwe zijn de wereldvoorraden intussen opgelopen tot bijna 150 miljoen ton, ofwel circa an derhalf maal de hoeveelheid die jaarlijks op de wereldmarkt wordt verhandeld. Ook de vooruitzichten voor de wereld graanmarkt zijn niet bijzonder rooskleu rig. Dit geldt in nog sterkere mate voor de EG, omdat de Amerikaanse regering een exportoffensief heeft ingezet om het ingekrompen marktaandeel te her overen. Bovendien zullen de graanprij zen op de wereldmarkt extra onder druk komen, doordat in de VS de steunprij zen voor granen drastisch zijn verlaagd. De Europese Commissie verwacht dat ook in de rest van de jaren tachtig de stijging van de EG-graanproduktie niet meer door de wereldmarkt zal kunnen worden opgevangen en slechts voor on geveer de helft binnen de EG zelf zal kunnen worden afgezet. Het probleem van de aanhoudende overschotten, toe nemende voorraden en lage prijzen zal dus zeker tot 1990 wel boven de graan markt blijven hangen. Ook voor suiker zijn op de wereldmarkt reeds enkele jaren grote overschotten opgetreden. De suikerprijzen bereikten vorig jaar een dieptepunt. De wereld voorraden zijn opgelopen tot ongeveer anderhalf maal de jaarlijkse omzet op de wereldmarkt (circa 30 miljoen ton). Op de wat langere termijn echter zal de toe- knTa! i V-; ""OSf»,. t i.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 9