agboek van 'n kassier
30
hoge grondprijs en de lange tijd dat het geïnvesteerde
vermogen geen rendement draagt, vormen een pro
bleem. Ook is ons land geen producent van kwaliteits
hout. Zweden maakte honderd jaar geleden bij de ont
ginning van zijn woeste gronden de keuze voor hout-
produktie en landbouw. Nederland koos voor de land
bouw. De Scandinavische landen hebben een sterke
bos-, hout- en papierindustrie opgebouwd. Coöpera
ties spelen hierbij een leidende rol. De bosbouw is gro
tendeels een zaak van de boeren gebleven. Een gemid
deld bedrijf heeft naast 30 ha landbouw zo'n 50 tot
100 ha bos. Voor ons land ligt dit perspectief ver weg,
al moeten we beseffen dat ook hier honderd jaar gele
den op de zandgronden de combinatie van 15 ha land
bouw en 30 ha woeste grond of bos geen uitzonde
ring was. Wellicht dat er voor Nederland ten aanzien
van bosbouw meer perspectieven liggen voor het leve
ren van specifiek uitgangsmateriaal voor bosaanplant
elders, dan voor het bedrijven van 'echte' bosbouw.
Een moderne vorm van een intensieve houtteelt, die
meer aansluit bij de instelling van onze agrariërs dan
braakliggen van grond. Voor zo'n ontwikkeling is een
georganiseerde aanpak onmisbaar. Ligt hier geen uit
daging voor een coöperatieve aanpak?
Zo'n dagbladschrijver heeft 't gemakkelijk. Kijkt
's avonds even naar het laatste nieuws, als dat niet
voldoende inspiratie oplevert, desnoods naar Den
Haag Vandaag en kan vervolgens de ochtend daarna
kiezen uit een keur van actuele onderwerpen.
Bij een maandblad is dat minder eenvoudig, want wat
heden van het allergrootste belang is, blijkt over vier
weken vergeten geschiedenis.
ik raakte dan ook wat in paniek toen ik namens de
heer hoofdredacteur vanuit zijn glazen commandobun
ker in het Utrechtse werd gebeld met het verzoek mijn
bijdrage wat te bespoedigen in verband met de
snipper en atv-problemen rondom de komende
feestdagen.
Die komende feestdagen, dat is dan wei Goede Vrij
dag en Pasen en als ik dit schrijf zitten we nog aan de
verkeerde kant van de eerste officiële lentedag.
Hedenmorgen heb ik als een van de eerste burgers de
zer gemeente - en dat is alleen bedoeld om mijn vroe
ge opstaan te accentueren - mijn stem uitgebracht
voor een nieuwe en uiteraard weer veel betere ge
meenteraad. Een beetje lezer weet dus wanneer ik dit
schrijf en kan voor zichzelf nagaan welke actualiteiten
ik vanochtend tandenknersend heb moeten laten voor
bijgaan.
Over de verkiezingen valt ook al weinig bemerkens-
waard te vermeiden. Bij ons is ai veie jaren sprake van
het thans zo veelvuldig ais wonderbalsem aangepre
zen driepartijenstelsel. En zonder de mederegenten te
verraden wit ik u wei zeggen dat Gemeentebelangen
een van de drie isi
Geen actualiteiten dus. Iets anekdotisch dan wellicht,
ik heb een collega, die altijd leuke tekstjes uitknipt en
in zijn portefeuille bewaart. Moet hij een spietsje hou
den dan bladert hij even door zijn verzameling en vindt
in een mum van tijd een goeie kapstok om een verhaal
aan op te hangen. Uiteraard geen zwaarwichtig be
toog over de coöperatieve identiteitsp/aatjes of de
dienstverleningsdoelstellingenoorlog, maar wel altijd
de zaai op het juiste moment plat en de handjes aan
het einde op elkaar! Maar ja, een zaaltje met luiste
raars is een gevoeliger instrument dan een zowel in
ruimte als tijd nog ver weg gesitueerde lezerskring.
Gelukkig stond er vanmorgen één bericht in mijn
krant, waarover ik toch wei wat kan zeggen: We gaan
binnenkort een stoei financieren! En wie nu zegt, dat-
ie dat door middel van PL-etjes ai jaren doet, is op het
verkeerde spoor, want het gaat hier om een volkomen
nieuwe dienstverlening aan de gemeenschap die veel
meer betekent dan de materiële behoeftebevrediging
van de gemiddelde consument.
Het gaat hier om een Léérstoel en dat is totaal iets an
ders dan een leren stoel of een leunstoel.
Een prof hier en daar in een bestuur of een raad van
toezicht, dat staat wei chique natuurlijk, maar een
echt Raboprofessoraat is toch pas je ware!
Lieber Vater Raiffeisen, wir sind jetzt erst richtig gross
geworden, zou je willen schrijven. Maar je weet dat die
brief toch niet meer aankomt.
Nu hoop ik maar één ding en dat is dat die nieuwe
hoogleraar er een beetje waardig zai uitzien. Niet zo'n
jongen in vrije-tijdskledij, zoals je ze tegenwoordig
vaak in de talkshows op de televisie ziet. Die blijken
dan wei professor te zijn in het een of ander, maar vi
sueel gezien schat je ze meestal in op een tweede of
derde klas Mavo.
Wat ik graag zou willen en hierbij ais aanvullende voor
waarde wens te zien genotuleerd, is dat 'onze' hoogle
raar professoraal oogt. Een statige, goedgebouwde,
witharige, goudgemontuurde, degelijke conservatieve
pakken dragende, oudere heer.
Dat is goed voor het onderwerp dat-ie gaat doceren op
doctoraal niveau en dat is ook goed voor ons imago en
dat van het hele bankwezen, dat best een opfrissertje
kan gebruiken.
Cas Sier