27
Afscheid
volgen. Het was met name ook tegen
die achtergrond dat de wens tot samen
werking tussen beide landbouwkrediet
organisaties steeds vaster omlijnde
vormen aannam. Dit kwam onder meer
tot uiting in een groeiend onderling
overleg tussen de beide organisaties
met betrekking tot de vestiging van
ir hij op zijn tocht
t stil stond om ach-
m te kijken. Wat was
voor hem een vreug-
toen hij in 1972 bij de
te fusie van Utrecht
ïindhoven zijn tochten
in Eindhovense regio
kon uitstrekken. Wat
parallellen vond hij in
geschiedenis van al
plaatselijke Raiffei-
- en Boerenleenban-
Geen speurder mis-
len, maar toch een
nerker langs de weg.
heeft ons inzicht in
e afkomst - klein,
preid en op zelfwerk-
mheid en verbonden-
el gestoeld - zeer ver
at. Niet omdat Van
er een theoretisch
ma van maakte, maar
t, omdat hij als een
ndelaar op de kleine
reurtenissen en ont-
etingen langs de
torische weg gespitst
s. Al die Terugblikker-
halen zijn een verza
ling van heel veel klei-
losse stukjes, die te
nen een kleurrijk mo-
k van de geschiede-
van onze banken
10 jaar van zijn pen-
nering heeft de heer
Wijk dit werk ge-
n.
levenswerk? Wij den
ken het, al twijfelen we
een beetje, omdat Van
Wijk een veelzijdig man is
en met meer pijlen raak
geschoten heeft. In ieder
geval zijn wij hem als re
dactie dankbaar, dat hij
door alle moderne ont
wikkelingen heen, op zijn
wijze het historisch besef
in onze organisatie leven
dig heeft gehouden. Een
dank, die ongetwijfeld
ook namens vele onzer
banken mag worden ge
uit.
De heer Van Wijk nadert
thans zijn 75ste verjaar
dag en hij vindt dat een
goede gelegenheid om
zijn 'vaste medewerker
schap' te beëindigen. Dat
gebeurt bij deze afleve
ring: met ere!
Dit betekent een afscheid
van 'Uit onze historie',
maar wij hopen in de toe
komst, zij het op andere
wijze, wel af en toe iets te
laten zien van wat er al zo
uit onze geschiedenis
naar boven gebracht kan
worden. Er is ten slotte
ook nog een 'historieka
mer' (in opbouw) aan de
Croeselaan, iets waar
voor Van Wijk steeds ge
ijverd heeft en waarmee
hij ook al een begin had
gemaakt. JRH
Jtr'
*-
Coevorden en ganzenhoedsters horen al
eeuwen onverbrekelijk bij elkaar. Een
folkloristisch gebeuren op iedere 2e
maandag in november.
Raiffeisenbanken en Boerenleenbanken
in eikaars naaste omgeving.
En het bleef niet bij dit onderling af
gestemde vestigingsbeleid voor aan
gesloten banken, dat inderdaad zéér
noodzakelijk was. Bij de bestuurders en
directieleden van beide centrale banken
begon duidelijker het besef te leven dat
het steeds moeilijker te verantwoorden
was dat men wel in hoofdlijnen dezelfde
werkmethoden toepaste maar dat men
in weerwil daarvan toch 'gescheiden
maar wel parallelle wegen ging'. Een
kostbare zaak die niet alleen tot verwar
ring kon leiden bij mogelijke spaarders
en klanten, maar die ook een toenemen
de kapitaalverspilling in de hand zou
werken. Al met al geen gunstige voor
waarde voor een verdere ontwikkeling.
In september 1971 ging, waarschijnlijk
voor veel van de plaatselijke bestuur
ders toch nog vrij onverwacht, de kogel
door de kerk en werd bekend gemaakt
dat de centrale banken te Eindhoven en
te Utrecht met de bij hen aangesloten
banken zouden gaan streven naar een
heid. Geen gemakkelijke opdracht, die
echter soms hier en daar met wat
struikelen en opstaan - in het afgelo
pen decennium tot een goed einde is
gebracht.
De stormachtige ontwikkelingen heb
ben echter ook hun weerslag gevonden
in de geschiedschrijving over de plaat
selijke banken. Daarbij komt dat de vele
fusies tussen plaatselijke banken het
noodzakelijk maken om in plaats van de
historie van één bank, dikwijls de ge
schiedenissen van meerdere (samenge
gane) banken in elkaar te vervlechten.
En dat is niet altijd een even eenvoudige
aangelegenheid, die veel tijd, ruimte en
informatie vraagt. Ter illustratie: voor
heen waren bij de Utrechtse Centrale
ongeveer 740 plaatselijke banken aan
gesloten; bij de Eindhovense waren dat
er ongeveer 525. Van deze, ongeveer
1265, banken floreren er heden 935.
Hieruit blijkt hoeveel banken 'in elkaar
werden gevlochten' en juist daarin ligt
een voorname oorzaak dat terugblikken
door de loop der jaren een wat ingewik
keld karakter heeft gekregen. Daarbij
komt dat veel oude functionarissen in
middels van het toneel zijn verdwenen.
Zij zijn geen bronnen meer voor 'Uit on
ze historie' om de puzzel in elkaar te hel
pen passen.
Maar 'Vater Raiffeisen' en zijn Neder
landse pioniers hebben beslist niet kun
nen bevroeden dat het Landbouwkre
dietwezen een zo enorme omvang zou
bereiken als dat heden ten dage het ge
val is; niet alleen in Nederland, maar ook
in andere landen.
En hiermede neemt Terugblikker af
scheid van zijn lezers en lezeressen. Het
was zijn aangename taak om gedurende
bijna twintig jaar bij voortduring te be
nadrukken dat 'onze' banken toch an
ders zijn ais andere banken.
Het ga u allen goed!
Tb.