Geslaagd Symposium 'Privacy-wetgeving in de Nederlandse samenleving onderstreept belang nieuwe wet Verplichtingen registreerder De Sectie Beveiliging van het Nederlands Genoot schap voor Informatica (NGI) en de Stichting Waak zaamheid Persoonsregistratie (SWP) hebben minstens één ding met elkaar gemeen. Beide organi saties proberen een juiste en adequate voorlichting te geven over de inhoud en consequenties van de re gels die er in de Nederlandse samenleving al zijn en nog moeten komen ter bescherming van de persoon lijke levenssfeer in verband met persoonsregistraties. Dat was dan ook de reden dat zij de handen in elkaar sloegen en op 6 maart jongstleden in het RAI Con grescentrum in Amsterdam een symposium organi seerde waarin het ontwerp-wet persoonsregistraties centraal stond. Zowel uit de produkt- als de cliëntge richte industrie waren vertegenwoordigers aanwezig. Ook de centrale overheid, dienstverlening- en ser vicebureaus, informatie- en postorderbedrijven, adressenbureaus, de lagere overheid en de weten schap gaven acte de présence. Het kenmerkende van het symposium was dat de consequenties die de WPR heeft voor zowel registreerders als geregistreer- den aan de orde kwamen. Prof. G. P. V. Vandenber- ghe, hoogleraar Informati ca en Recht aan de Vrije Universiteit in Amster dam, gaf een algemene beschouwing over het wetsontwerp. Vervolgens schetste Mevr. drs. G. Overkleeft-Verburg, ver bonden aan de Katholieke Hogeschool Tilburg de plaats van het ontwerp- WPR binnen de Nederlan- de wetgeving. De wet maakt deel uit van een groter geheel. Er zijn ver schillen en raakvlakken met onder andere de Wet Openbaarheid van Be stuur (WOB), de Archief wet, de Wet op de Inlich tingen en Veiligheids diensten en de Wet Justi tiële Documentatie. Mr. F. Kuitenbrouwer, commen tator van het NRC- Handelsblad besprak de consequenties van de Mr. F. Korthals Altes: .nu al maatregelen treffen. WPR wat betreft de in spraak voor overheid, be drijfsleven en consumen tenorganisaties. De och tendsessie werd besloten met een uiteenzetting van de voorzitter van de Stichting Waakzaamheid Persoonsregistraties, de heer J. Holvast. De heer Holvast, in het dagelijks leven wetenschappelijk medewerker in de Sociaal Wetenschappelijke Infor matica aan de Universi teit van Amsterdam, pleitte ervoor dat de wet niet alleen snel zou wor Nederlandse houders. Het wetsontwerp roept een aantal vragen op waarvan de beantwoording niet in de tekst van de wet zelf en evenmin in de memorie van toelichting is terug te vinden. Hiervoor is overigens bewust gekozen door de wetgever om een flexibel bruikbaar systeem te krijgen. Bij de invoering van de wet zal dit echter vooral in de aan vangsfase aanleiding geven tot veel vra gen. De definitie van de persoonsregistratie is een van die problemen. Voor wat be treft de handmatige persoonsregistratie vermeldt het wetsontwerp dat enkel voudige dossiers en dossierverzamelin gen die alleen via een alfabetische rang schikking lexicografisch toegankelijk zijn gemaakt niet als persoonsregistra tie in de zin van de wet kunnen worden aangemerkt. Bij een niet-geautomati- seerde gegevensverzameling zal voor het overige in het licht van de omstan digheden van het geval moeten worden beoordeeld in hoeverre sprake is van een persoonsregistratie in de zin van de wet. Met andere woorden, er blijven wel enige vraagpunten over. Een persoonregistratie mag slechts bestaan in verband met een redelijk doel van de houder, welk doel niet strijdig mag zijn met wet, openbare orde of goede zeden. De erin opgeslagen gege vens moeten rechtmatig zijn verkregen en corresponderen met het doel van de registratie. Van belang is dat de re gistreerder maatregelen dient te treffen die ertoe leiden dat de persoonsgege vens kloppen en volledig zijn. Immers: onjuistheid of onvolledigheid van gege vens kan grote schade berokkenen aan personen. Het gebruik van de gegevens is alleen toegestaan binnen het doel van de re gistratie. Ook van die norm is een nade re uitwerking te vinden in de wet. Alleen die personeelsleden die de gegevens voor hun werk nodig hebben, mogen de gegevens op hun bureau krijgen. De re gistreerder moet zijn administratie zoda nig inrichten dat er een voldoende mate van technische en organisatorische be veiliging is tegen verlies of aantasting van en tegen illegale toegang tot de ge gevens of registraties. Veel aandacht wordt besteed aan ver strekking van gegevens. In de wet staat een aantal algemene bepalingen die steeds van toepassing zijn. Daarnaast zijn speciale aanvullende regelingen voor informatiebureaus, direct mailing- bedrijven en wetenschappers opgeno men. Algemeen geldt dat verstrekking van gegevens slechts is toegestaan in geval van speciale wettelijke voorschrif ten of als de verstrekking voortvloeit uit het doel van de registratie. Ook als de geregistreerde schriftelijke toestem ming daartoe heeft gegeven, is gege vensverstrekking toegestaan. Eventueel kan in dringende omstandigheden van het voorgaande worden afgeweken. In geen geval mag de privacy van de gere gistreerde onevenredig worden ge schaad. Gegevens mogen voor weten schappelijke of statistische doeleinden worden gebruikt, echter eveneens al leen als de privacy gewaarborgd blijft. Informatiebureaus mogen slechts gege vens opnemen die op hun juistheid zijn gecontroleerd. Gegevensverstrekking door informatiebureaus mag alleen plaatsvinden als daarom gevraagd

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 14