Nieuwe Amerikaanse Landbouwwet Het Amerikaanse landbouwbeleid Eind vorig jaar heeft president Reagan zijn handtekening gezet onder de 'Farm Bill' 1985. Daarmee is na bijna 1 jaar touwtrekken tussen de Regering, de Senaat en het Huis van Afgevaardigden een einde gekomen aan de speculaties met betrekking tot de bezuini gingsplannen van de Ameriksianse regering in de landbouw voor de komende jaren. Een en ander houdt ook verband met het streven van de overheid om de overproduktie in de VS te beperken door een meer marktgeoriënteerd landbouwbeleid te gaan voeren. Opmerke lijk hierbij is dat dit alles plaats heeft gevonden in een periode waarin grote delen van de Amerikaanse landbouw - overwegend gespeci aliseerde akkerbouwbedrijven - in een crisissituatie verkeren. De wortels van het huidige Amerikaan se landbouwbeleid liggen in de 'AgricuT tural Adjustment Act' van 1933. In ze kere zin komen de doelstellingen van dit beleid sterk overeen met die van het ge meenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Gemeenschap. Genoemd kunnen onder meer worden: zekerstelling van de voedselvoorzie ning en bestrijding van de honger redelijke inkomens voor de boeren en redelijke voedselprijzen voor de con sument. De belangrijkste landbouwwet is de zo genaamde 'Farm Bill', die om de 4 jaar wordt vastgesteld. Deze wet geeft het kader aan waarin het landbouwbeleid in de betrokken periode van 4 jaar gevoerd zal worden. De voornaamste instrumen ten van het Amerikaanse landbouwbe leid zijn prijsondersteunende, produktie- beperkende en afzetbevorderende maatregelen. Een wezenlijk verschil met het Gemeenschappelijk Landbouw Be leid is dat boeren vrij zijn om mee te doen met de landbouwprogramma's. Voor enkele belangrijke sectoren kun nen de volgende maatregelen worden onderscheiden: Granen en katoen Boeren kunnen geld lenen tegen hun oogst als onderpand. Het te lenen be drag per eenheid produkt is de 'loan rate'. Deze is op een bepaald minimum niveau vastgesteld en legt daarmee een bodem in de markt. Voor granen en ka toen worden daarnaast ook 'target- prices' richtprijzenvastgesteld door de Amerikaanse overheid. Deze geven de gewenste marktprijs aan waarbij de producenten een 'redelijkinkomen ver dienen. Daalt de marktprijs onder de richtprijs, maar blijft hij boven de 'loan rate' dan kunnen de boeren een 'deficiency pay- ment' inkomenstoeslagkrijgen ter grootte van het verschil tussen de marktprijs en de richtprijs. Als voor waarde wordt gesteld dat de betrokken boeren meedoen aan een bepaald areaalbeperkend programma. Zuivel Het ondersteuningssysteem voor de zuivelsector komt sterk overeen met het EG-interventiesysteem. De overheid koopt via haar uitvoerend bureau {de Commodity Credit Corporation) kaas, boter en melkpoeder op. De prijs waar tegen wordt ingekocht bedraagt 75-90% van de 'pariteitsprijs' (een soort richtprijs). Voor tal van produkten waaronder sui ker, vlees en zuivel, worden de binnen landse prijzen in de VS in stand gehou den via importrestricties. Daartoe heeft de VS sinds 1955 onder meer bij de GATT een uitzonderingspositie bedon gen, de zogenaamde landbouw 'wai- ver', waarbij de invoer bij tijd en wijle kan worden tegengehouden zonder in strijd te komen met GATT-afspraken. Daarnaast zijn er op het gebied van bestrijding van honger tal van voedsel hulpprogramma's voor binnen- ('Foodstamp-program', schoolmelk etc.) en buitenland (op basis van het PL 480-programma). Op het gebied van exportbevordering worden onder andere het zogenaamde BICEP-programma en andere exportkredietfaciliteiten aan gewend. e waarde van de agrarische uitvoer uit de VS is vorig jaar verder gedaald tot 31 mil jard dollar (1981: 44 miljard dollar). Daarbij is het Ameri kaanse aandeel in de interna tionale graanhandel in de af- gelopen vijf jaar gedaald van 49% tot 38%. Aangezien in de VS (en ook in de EG) de laatste jaren bovendien sprake was van record-graanoogsten zijn de voorraden enorm toegenomen. Zodoende liggen de marktprijzen in de VS en daarmee de inkomens van de boeren reeds geruime tijd op een laag niveau. Mede vanwege de hoge nomi nale rentestand (tegenover een lage in flatie) zijn de rentelasten voor vele agra rische bedrijven met name de groep die meer dan 40% van het geïnvesteer de vermogen heeft geleend - ondraag lijk geworden. Inmiddels zijn de grondprijzen in sommi ge staten in vergelijking met enkele ja ren geleden gehalveerd. De grootste agrarische financier - het Farm Credit System (FCS) - die ruim een derde 74 miljard) van de markt, en relatief gezien veel zwakkere bedrijven in porte feuille heeft, is onder zware druk komen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 8