tijk gemaakt werd doordat de admi
nistratieve verwerking van ai die nieuwe
rekeningen aan de automatisering kon
worden toevertrouwd. Met een ouder
wetse administratie zou het betalings
verkeer zoals wij dat nu gewend zijn ge
worden, ondenkbaar zijn geweest. Het
betekende al met al een popularisering
van het bankbedrijf en als Rabobanken
hebben wij ons daarvoor ingezet omdat,
zakelijk redenerend, iedere rekeninghou
der een cliënt is en het zakenvolume
vergroot, waarmee wij iets kunnen
doen.
Niemand wil die ontwikkeling te
X I rugdraaien, gesteld al dat het zou
kunnen. Maar het is geen geheim,
dat er aan het betalingsverkeer, zoals
dat aan particulieren wordt verleend,
ook een geduchte schaduwzijde voor
de banken zit. Wie de gemiddelde
kosten en de gemiddelde opbrengsten
van het particuliere betalingsverkeer
naast elkaar zet, valt het op dat de
kosten de opbrengsten verre overtref
fen. Dat is al jaren het geval en de inter
ne berekeningen die ik er wel eens over
heb gezien, sterkten mij in de overtui
ging dat de banken hier zeer terecht een
probleem voelden aankomen. Het wa
ren telkens berekeningen waarbij con
sciëntieus alle kosten en met name ook
alle opbrengsten zo goed mogelijk in be
schouwing werden genomen, inclusief
de z.g. 'pijplijn-' en 'valuteringsop
brengsten'. Vaststaat dat het betalings
verkeer voor de particuliere sector sterk
verlieslatend is.
Er kan natuurlijk verschil bestaan tussen
de ene rekening en de andere, maar de
meeste rekeninghouders gaan ervan uit
dat hun privé/salarisrekening een soort
portemonnaie is. Elke maand komt je
salaris er op binnen, je haalt er naar be
hoef te af en toe contant geld af, schrijft
er op af of laat via cheques of afzonder
lijke opdrachten lal dan niet geautomati
seerd) overboekingen verrichten. Vooral
de handmatige opdrachten en de kasop
namen zijn voor de bank bijzonder kost
baar en zorgen voor het leeuwedeel van
de kosten. Het 'debettraject' is duidelijk
duurder dan het 'credittraject' en wordt
nog aanzienlijk drukker gebruikt ook.
Het gebruik van Euro- en Betaalcheques
onderstreept nog eens de portemon-
naiefunctie van de particuliere rekening.
Natuurlijk, het zou onzin zijn het
portemonnaie-achtige gebruik van zo'n
rekening te veroordelen. Zo'n rekening
is immers voor lopende inkomsten en
lopende uitgaven. Mutaties horen erbij
en die heeft de rekeninghoudende bank
maar te verwerken. Maar als nu het aan
tal mutaties - van kastransacties tot
automatisch overboeken - in verhou
ding tot het gemiddelde saldo veel gro
ter blijkt te zijn dan ooit werd verwacht
en als de kosten voor de bank ver boven
de inkomsten komen te liggen? Wat
dan? Moet de bank zwijgen of mag zij
misschien naar wegen zoeken om de
rentabiliteit van de rekening toch wat te
verbeteren?
Zulke vragen liggen gevoelig. De door
snee rekeninghouder zal er wel enig be
grip voor hebben dat de kosten die hij
veroorzaakt lang niet opwegen tegen de
baten die de bank uit zijn rekening trekt.
Maar hij zal aanvoeren, dat hij in deze
tijd nu eenmaal die portemonnaie moet
hebben, dat er geen alternatief is voor
iemand die aan het moderne betalings
verkeer wil deelnemen, en dat hij zich
niet om die kosten hoeft te bekomme
ren. Het betalingsverkeer moet, zo kan
men horen verkondigen, in principe
kostenloos zijn. Dat er bovendien nog
creditrente vergoed wordt is mooi mee
genomen, maar is minder belangrijk dan
het kostenvrij zijn.
Naar die maatstaf gemeten heeft de re
keninghouder de laatste twintig jaar in
ons land niets te klagen gehad! Hij be
taalt gratis en zijn saldo is nog rentedra
gend ook. Hij is wat dat betreft 'ver
wend' vergeleken bij de rekeninghouder
in landen om ons heen, waar men wel
gewend is om voor het betalingsverkeer
te betalen. De gevoeligheid van de ma
terie springt in het oog, als ik er bij zeg,
dat het Nederlandse bankwezen zelf het
kostenvrije van de rekening indertijd
duchtig op de voorgrond heeft gesteld.
Op die basis zijn de rekeninghouders
binnengekomen en met die basis is het
publiek al twintig jaar vertrouwd. Is dat
een lokmiddel geweest? Gaan de ban
ken, nu de fuik vol gezwommen is, de
kostenbuit binnenhalen? Dergelijke uit
latingen vallen soms te beluisteren.
Zo'n redenatie stoelt niet op de
werkelijkheid, want die ligt beslist
anders. Het bankwezen heeft in
dertijd de voorwaarden geschapen voor
het huidige moderne betalingsverkeer.
Het belang van de maatschappij en dat
van cliënt en bank waren daar naar de
toenmalige inzichten mee gediend. Pas
in een veel later stadium werd de exacte
toerekening van kosten en opbrengsten
mogelijk gemaakt door de computer als
beleidsinstrument. Voorheen mochten
dan wel, omdat het niet anders kon, alle
kosten en baten in de grote pot komen,
meer en meer won allengs het inzicht
veld, dat iedere dienst op zijn eigen
kosten- en baten-merites moet worden
beoordeeld. Het evenredigheidsbeginsel
werd een gezonde maatstaf. Een begin
sel dat in onze coöperatieve kring al
vanouds wordt nagestreefd.
Wie profiteert van een dienst, moet ook
de kosten dragen, want anders komen
die kosten ten onrechte op de schou
ders van een ander te rusten. Dat is in
strijd met de evenredigheid, omdat het
de kosten/baten-verhouding tussen
cliënten onderling scheef trekt. Op die
manier is duidelijk geworden, dat het
particuliere betalingsverkeer evident on
rendabel is en dus voor een deel gedra
gen wordt door de andere diensten. De
'grote pot'-gedachte, die wel aange
voerd wordt om het particuliere beta
lingsverkeer gratis te houden, kan geen
standhouden, omdat deze er op neer
komt, dat de bank er anderen maar voor
moet laten opdraaien.
Ik schrijf dit niet om nu maar even de
oplossing aan te reiken voor het beta
lingsverkeer. De kloof die er nu ligt tus
sen kosten en opbrengsten is ook te
groot, dan dat die maar even overbrugd
kan worden. Ook de banken hebben be
grip voor de portemonnaie-functie en de
betalingsgewoonten waaraan het Ne
derlandse publiek gewend is geraakt.
Ik schrijf vooral, omdat ik hoop dat er bij
de rekeninghouders allengs toch ook
wat meer begrip zal kunnen ontstaan
voor de onrendabele situatie van dat be
talingsverkeer. Er is voorshands geen
uitzicht op, dat die situatie drastisch zal
veranderen, maar het moet wel mogelijk
zijn op een redelijke manier, bijvoorbeeld
door een onefficiënt gebruik van betaal-
vormen wat af te remmen of door een
geringe kostenbijdrage te vragen, de
kloof iets kleiner te maken. Of dit haal
baar is, en zo ja in welke vorm, is hier
niet aan de orde. Maar wel meen ik, dat
ook dan het betalingsverkeer een beeld
zal blijven vertonen, dat voor de reke
ninghouder alleszins acceptabel is en de
vergelijking met het buitenland glansrijk
kan doorstaan. Het is onjuist om het
probleem in de taboesfeer te laten han
gen, want aan de medaille van dat 'gra
tis betalingsverkeer' zitten duidelijk
twee kanten. Door een dienstverlenen
de bank als de onze mag dat in alle za
kelijkheid en nuchterheid worden ge
zegd.
JRH m