De keerzijde Een bank verleent financiële diensten. Dat weet iedereen en het is misschien aardig om ook te weten dat de Rabobanken in de dienst verlening aan hun leden en cliënten zelfs het eigenlijke doel van hun bestaan vinden. Daarom zeggen wij, dat 'zake lijkheid' en 'mentaliteit' in ons werk be horen samen te gaan. Professionele deskundigheid wordt het lid en de cliënt aangereikt op een persoonlijke betrok ken wijze. En dat vraagt van de rabo- man en -vrouw, zoals een gezagheb bend man uit onze kring onlangs speels maar raak zei, 'nog wel iets meer dan het etaleren van beleefdheid en vriende lijkheid'. Vanuit deze achtergrond kom ik op de bekendste dienst, die banken leveren: het betalingsverkeer. Dat omvat niet al leen kastransacties, maar ook bankgiro opdrachten, acceptgiro's, incasso's, cheques en periodieke overboekingen. Het is ontegenzeggelijk de meest ge bruikte dienst die de banken inclusief de Postbank (de vroegere postgiro) voor ie dereen in huis hebben en het lijkt haast overbodig te zeggen, dat dit 'dienstver keer' tot een gigantische omvang is gestegen. Een pluim op de hoed hoeven we ons bankwezen daarvoor niet te ge ven, maar in alle zakelijkheid mag toch even vastgesteld worden, dat het beta lingsverkeer in ons land er in vergelijking met het buitenland niet gek afkomt. Zo'n uitspraak laat dan nog alle ruimte voor gegronde wensen tot verdere ver betering. Denk maar aan de bekende slepende kwestie van het samensmel ten van het Postgirocircuit en het Bank girocircuit tot een Nationaal Betalings circuit. Kenmerkend voor de betalings diensten is hun overwegend technisch karakter. Het is geen terrein, waarop de ene bank zich veel of opvallend van an deren kan onderscheiden (al noem je als raboman wel even de opmerkelijke Quick Cheque Service, die door onze buitenlandse vestigingen wordt gebo den). In het algemeen gaat het om tech nische produkten, waarvan iedereen bij een bank als vanzelfsprekend gebruik maakt om betalingen te doen of te ont vangen. Dat kan alleen door een goede onderlinge afstemming binnen het bankwezen. Het belang van alle gebrui kers eist dat. We zien dan ook dat bij het invoeren van een nieuwigheid als de geldautomaten (GEA's) rekening wordt gehouden met uniforme technische s tandaardisa tie. De betaaldiensten zijn al net zo oud als de banken zelf, maar het huidige betaalverkeer met zijn massatransacties is een puur modern verschijnsel. Je hoeft niet veel verder dan 20 jaar terug te gaan om te ontdek ken, dat toen de meeste mensen geen bankrekening hadden - hoogstens een postgirorekening - en dat ieder handje contantje zijn salaris kreeg in de be faamde salarisenveloppe. Alleen het za kenleven placht er een bankrekening op na te houden, en zelfs dat was bij klei nere bedrijfjes niet altijd het geval. De drempel van de banken was voor de 'ge wone' man te hoog, zei men in die tijd. Het waren 'bankforten' in plaats van open 'geldwinkels', waar je even binnen loopt om een 'dienst' te laten verrich ten. Bij de Rabobanken was die drempel overigens altijd al heel laag, omdat de honderdduizenden spaarders de bank vanouds heel goed van binnen kenden. Sedert die tijd is het beeld wel heel sterk veranderd. De drempel is schier overal verdwenen en de rekeninghouders zijn van alle kanten toegestroomd. Enerzijds onder invloed van de omstandigheid dat de salarisenveloppe zijn tijd had gehad en vervangen werd door de veel effi ciëntere en minder kostbare overboe king op rekening, anderzijds doordat het publiek in een periode van welvaarts ontwikkeling haast vanzelfsprekend 'bankminded' ging worden. Men kreeg oog voor het gemak en de veiligheid van een bankrekening en voor de andere diensten, die een bank kan bieden. Niet alleen in het betalingsverkeer, maar ook op het terrein van allerlei krediet- en spaarvormen. Ontegenzeggelijk een goede ontwikke ling voor de banken. Die is door hen zelf krachtig gestimuleerd, zeker ook door de Rabobank. Een stimulatie, die moge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 4