Wijs met de WIR
Transport op weg naar 1990
mer, zolang deze zich houdt aan een
aantal keiharde randvoorwaarden, bij
voorbeeld op het gebied van de ver
keersveiligheid en de sociale wetgeving.
Voor het echter zover is, zullen de kilo
metervreters van het beroepsgoederen-
vervoer nog heel wat kilometers moeten
verslinden.
te gering positief resultaat behalen.
Daarnaast zijn ook voldoende renderen
de bedrijven met plannen tot méér dan
alleen vervangingsinvesteringen de
dupe.
Een oplossing van de problemen, ont
staan door het verdwijnen van de nega
tieve aanslag, kan gevonden worden in
uit deze kostenontwikkeling bij de ver
voerder, zeker onvoldoende zijn.
Rendementsverbetering moet derhalve
worden gezocht in een verbreding van
de bedrijfsactiviteiten van uitsluitend
transport naar een totaalpakket van fy
sieke distributie. Transportkosten bedra
gen gemiddeld slechts 5% van de totale
Afhankelijk van de parlementaire behan
deling wordt waarschijnlijk per 1 april
1986 de negatieve aanslag in verband
met te verrekenen investeringsbijdragen
afgeschaft. Deze maatregel zal de
branche op jaarbasis ongeveer f 50 mil
joen gaan kosten en kan daarom weinig
waardering oogsten bij de ondernemers
in het wegtransport.
Afschaffing van de negatieve aanslag
houdt in, dat de WIR-bijdragen over een
jaar slechts mogen worden verrekend
tot maximaal het bedrag van de ver
schuldigde belasting over dat jaar. Be
drijven die geen belasting betalen, of
minder dan het premiebedrag, ontvan
gen in het geheel niets, respectievelijk
slechts een deel van het bedrag. Naar
schatting 1 op de 5 wegtransportonder
nemingen ondervindt nadeel van deze
beleidswijziging. In de eerste plaats
gaat het hier om bedrijven die, ondanks
de redelijke rentabiliteitssituatie van de
branche als geheel, nog een negatief of
het aangaan van een lease-overeen
komst. Wanneer het economische ei
gendom van bijvoorbeeld een vrachtwa
gen bij de lease-maatschappij ligt, kan
deze maatschappij de premie opeisen.
Zij geeft dit bedrag vervolgens volledig
door in de door haar berekende tarieven.
In een brochure getiteld 'Visie op lea
sing' doet De Lage Landen, een gespe
cialiseerde dochteronderneming binnen
de Rabobankorganisatie, deze oplossing
verder uit de doeken.
Dank zij de groei van met name de Ne
derlandse en de Westduitse economie,
zal het totale transportvolume met ge
middeld 3% per jaar toe kunnen nemen.
Maar aangezien de kostenmatiging van
de afgelopen jaren naar verwachting
moeilijk langer volgehouden kan wor
den, is het zeer twijfelachtig of het ren
dement nog mee zal stijgen. Daarbij zal
de verwachte tariefstijging, gezien van-
ln efficiency bevorderende technieken
en nieuwe bedrijfsactiviteiten liggen
kansen voor rendementsverbetering.
kostprijs van consumptie- en investe
ringsgoederen. Door verbreding van de
activiteiten door de transportsector
opent zich een aanzienlijk groter omzet
potentieel. De totale kosten van fysieke
distributie bedragen namelijk gemiddeld
21% van de kostprijs van het eindpro-
dukt. Hierin spelen met name de voor-
raadkosten een belangrijke rol.
Kleine bedrijven zullen deze ontwikke
ling moeilijker kunnen realiseren dan de
grotere. Gelet op het feit dat de rende
menten in de kleinere bedrijven onder
het gemiddelde liggen, zullen deze des
te harder moeten vechten om hun conti
nuïteit veilig te stellen. Sinds de af
schaffing van de tonnagestop zijn deze
kleinere bedrijven nog nauwelijks inte
ressant voor overname, terwijl ook de
behoefte van de grotere bedrijven om
transport aan hen uit te besteden daar
door is afgeremd. In een aantal gevallen
lijkt het voor de kleinere transportonder
nemingen verstandig om een samen
werkingsverband te vormen met colle
ga's. Op die manier kan voldoende
draagvlak voor verbreding van de activi
teiten ontstaan. Voorbeelden van deze
aanpak zijn al her en der te vinden.
De perspectieven voor het middelgrote
en grote transportbedrijf lijken goed.
Wanneer ook de kleinere bedrijven door
samenwerking of anderszins de conti
nuïteit zeker stellen, kan de toekomst
van het beroepsgoederenvervoer over
de weg als sector met vertrouwen tege
moet worden gezien.