Passieve financiering vraagt
actieve aanpak
Moeilijke periode
Een behouden vaart
soonlijker. Daarbij moet bedacht wor
den dat het in feite om objectfinancie
ring gaat. In de scheepsnieuwbouw re
gelt de werf meestal de financiering
voor de verkoop. Er is in die gevallen
nauwelijks een initieel contact tussen
reder en bank.
Heeft de uitzettingenkant van de balans
haar geheel eigen kenmerken, ook de
middelenzijde heeft haar karakteristie
ken. Dat is het domein van directeur
Smit, die verantwoordelijk is voor de z.g.
passieve financiering. 'De passieve fi
nanciering bij de Scheepshypotheek-
bank onderscheidt zich van bijvoorbeeld
de Rabohypotheekbank door het grote
bestand aan vreemde-valutafinancierin-
gen, bovendien zijn de looptijden in on
ze branche veel korter: gemiddeld zo'n
drie jaar. Voor de passiefzijde van de ba
lans zijn we in hoge mate afhankelijk
van de onderhandse markt. Natuurlijk
plaatsen we ook pandbrieven maar dat
is toch maar een bescheiden deel van
het totaal aan opgenomen gelden. Her
financiering van grote transacties ge
beurt ook ondershands, voor dezelfde
looptijd.' De recente liberalisatie van de
kapitaalmarkt komt de bank goed van
pas. Tot voor kort waren de hypotheek
banken in hun mogelijkheden vrij gelimi
teerd. Verwacht mag worden dat nu
meer vraag zal ontstaan naar kort
rentend papier, hetgeen een (ren-
telkostendrukkend effect zal hebben.
Ook de introductie van floating rate no
tes (what's in a name) op de Nederland
se markt geeft nieuwe mogelijkheden
voor commerciële creativiteit. Niet zon
der trots wijst de bankier op het geauto
matiseerde systeem, waarmee met de
spreekwoordelijke druk op de knop een
beeld kan worden verkregen van de va
lutapositie met een beeld van de
matching van looptijden, rentetypen en
valuta's. Die faciliteit is hoognodig,
want er gaat veel om. De looptijden zijn
kort: er wordt veel afgelost en er moet
nieuw gefinancierd worden. Bij de huidi
ge bedrijfsomvang kan het kasverkeer
evenhoog zijn als het balanstotaal.
'Zonder die geautomatiseerde syste
men ben je niet in staat om een grote
omzet te realiseren met relatief weinig
mensen,' zegt Smit.
Het valt niet te ontkennen dat het voor
de Scheepshypotheekbank in de afgelo
pen jaren moeilijk was geworden om
Vervolg op pagina 16
Het overnemen van een bankinstelling
is een veelomvattende operatie van
een ogenschijnlijk beperkte financiële
omvang. Zowel in het Nederlandse als
in het internationale bankwezen is na
melijk een eigen vermogen van ±5%
van een balanstotaal gebruikelijk. Als
men dit vergelijkt met de industriële
sector, waar een eigen vermogen van
minimaal 30% gebruikelijk is, dan bete
kent dit dat voor een relatief gering be
drag een grote hoeveelheid activa kan
worden verworven. Het probleem van
een overname zit dan ook niet zozeer in
de vaststelling van de hoogte van de
overnameprijs op basis van bijvoor
beeld de rentabiliteitswaarde, maar
vooral in het vaststellen van de vol
waardigheid van de activa.
Rabobank Nederland was in de gelukki
ge omstandigheid, dat zij reeds gerui
me tijd betrokken was bij de Neder
landse Scheepshypotheekbank NV. In
eerste instantie vloeide deze betrok
kenheid voornamelijk voort uit het ge
zamenlijk financieren van schepen, uit
het ten behoeve van de Scheepshypo
theekbank plaatsen van openbare en
onderhandse leningen en het recht
streeks verlenen van kredieten en Ie
land na toetsing bij lokale Rabobanken
tot de conclusie was gekomen, dat de
Scheepshypotheekbank een welkome
aanvulling zal kunnen vormen op de
mogelijkheden, die de Rabobankorga-
nisatie haar cliënten kan bieden.
Voorts kon worden vastgesteld, dat de
know-how over het specifieke markt
segment van directie en personeel van
de Scheepshypotheekbank zodanig is,
dat verwacht mag worden, dat na het
beëindigen van de malaise in de
scheepvaartsector zeker weer een ren
dabele bedrijfsvoering mogelijk moet
zijn. Het was dan ook voor Rabobank
Nederland uiteindelijk niet zo'n moeilijk
besluit om de samenwerking met de
Scheepshypotheekbank om te zetten
in een zo volledig mogelijke overname
van alle uitstaande aandelen.
Daar ik het genoegen had de overna
meprocedure namens de Rabobankor-
ganisatie te mogen leiden, heb ik van
zeer nabij kunnen vaststellen, dat di
rectie en medewerkers van de
Scheepshypotheekbank gelukkig zijn
met het binnentreden in de Rabobank-
organisatie en dat zij er ook alle ver
trouwen in hebben te zullen voldoen
aan de verwachtingen die van beide zij
den voor de toekomst bestaan. Een bij-
Op 9 december jl. werd tijdens een persconferentie het bod op de aandelen
'Scheeps' wereldkundig gemaakt Iv.l.n.r. de heren Smits, Boons en Wilde).
ningen aan de Scheepshypotheek
bank.
Een sterkere betrokkenheid ontstond
toen in 1984 door Rabobank Nederland
een converteerbare achtergestelde le
ning van f 35 miljoen werd verstrekt.
Bij het verstrekken van risicodragend
vermogen kijkt men dieper in de keu
ken dan bij een normale financiering,
waardoor het in dit geval mogelijk werd
een steeds grotere kennis over de han
del en wandel van de Scheepshypo
theekbank op te doen. Deze ontwikke
ling had dan ook tot gevolg, dat het uit
brengen van een openbaar bod op alle
uitstaande aandelen kon worden geba
seerd op een goed inzicht in het gehele
bedrijf.
Een belangrijke reden om tot overname
te besluiten was, dat Rabobank Neder-
zonder gunstig teken hierbij is, dat het
gehele overnameproces vlekkeloos is
verlopen. Hierbij wil ik er vooral op wij
zen dat alles perfect kon worden afge
wikkeld binnen het kader van de SER-
fusiegedragsregels en de regels van de
Vereniging voor de Effectenhandel en
dat naar buiten toe niets is uitgelekt
over de op handen zijnde operatie. Per
soonlijk heb ik er dan ook alle vertrou
wen in, dat deze goed verlopen proce
dure de aanzet zal zijn tot een zeer be
houden vaart van de Scheepshypo
theekbank binnen de Rabobank-
wateren in de komende jaren.
F. H. J. Boons,
lid Hoofddirectie Rabobank Nederland