Grote cliëntenkring
De
scheepshypotheek:
een oerhollands idee
de te grote bouwcapaciteit in de wereld,
die door subsidiëring op de been wordt
gehouden. De normale wetten van
vraag en aanbod gaan dan niet meer op.
De Nederlandse werven moeten het
daarom vooral hebben van hun inge
nieuze produkten. De 'nautische var
kenscyclus' heeft daar minder grip op,
maar het stelt weer hogere eisen aan de
deskundigheid van de financier.
De scheepsfinanciering kan oplopen tot
60% van de waarde van het schip. Dat
is zelfs een statutair bepaalde grens.
Maar deze regel wordt door de directeu
ren van de nodige kanttekeningen voor
zien. Wilde: 'In tijden dat het goed gaat
en de prijzen hoog zijn is 60% een hoog
percentage. Neem een bulkcarrier van
65 000 ton type 'Panamax' - voldoet
dus aan de eisen om door het Panama
kanaal te komen - die werd in '81 toen
de markt booming was, verkocht voor
US$ 23 min. Nu, 5 jaar later krijg je voor
hetzelfde schip US$ 6 min. en dan blijkt
dat een 60% financiering van destijds
veel te hoog was. Aan de andere kant
kan additionele zekerheid de financie
ringsnorm in voor de reder positieve
richting beïnvloeden, zoals een eerste
klas charter: een 10-jarig contract met
Shell bijvoorbeeld. Maar we zorgen er
wel altijd voor dat de reder voor een
flink deel zelf financieel betrokken blijft:
'hij moet ten slotte wat te verliezen heb
ben'. Eventuele topkredieten kunnen via
de Nesec verstrekt worden, een insti
tuut dat door de Nederlandse werven is
opgericht.'
De Nederlandse Scheepshypotheek-
bank mag zich verheugen in een grote
cliëntenkring: zo'n 1500 relaties. Echte
klantentrouw kom je vooral tegen in de
sector Binnenvaart, en eveneens in de
visserijbranche. Tot op zekere hoogte
ook wel in de zeescheepvaart - er zijn
redersfamilies tot in de derde generatie
cliënt bij de 'Scheeps' maar in het al
gemeen gesteld zijn de banden in deze
sector veel losser, de markt is onper
De bakermat van het
scheepshypotheekwezen
ligt in Nederland. Tjgen
het einde van de vorige
eeuw waren er pioniers te
Rotterdam, Dordrecht en
Den Haag die de eerste
aanzetten gaven voor de
ontwikkeling van de
scheepshypotheek tot
een mondiaal geaccep
teerd fenomeen. Het lijdt
geen twijfel dat het in die
prille begintijd als een ab
surde gedachte werd be
schouwd om hypothecair
krediet te verstrekken an
ders dan op onderpand
van onroerend goed De
middelen van de eerste
instellingen die dat in
1899 aandurfden, wer
den dan ook gefourneerd
door welgestelde en bo
venal welwillende men
sen. Bereid hun goede
geld te riskeren, creëer
den zij voor andere, min
der welgestelde maar niet
minder ondernemingsge
zinde mensen de moge
lijkheid om in de scheep
vaart een boterham te
(blijven) verdienen. Aan
het ontstaan van de
scheepshypotheekban-
ken heeft een geest ten
grondslag gelegen die in
Rabo-kring zeker niet
vreemd is.
Daarbij moet bedacht
worden dat het oorspron
kelijke 'scheepsverband'
een vrij zwakke zeker
heidstelling was met een
veel lager gerangschikt
voorrecht dan verbonden
aan de hypotheek op on
roerend goed. De risico's
waren dus beduidend
groter. Pas in de loop van
de jaren twintig van deze
eeuw werd - eerst nati
onaal en later ook inter
nationaal - de juridische
basis gelegd voor de
scheepshypotheek zoals
wij die nu kennen. Tot die
tijd hadden de scheëps-
hypotheekinstellingen
zich begrijpelijk in grote
lijnen beperkt tot de bin
nenvaart - de actieradi
us van binnenschepen is
nog te overzien -, maar
de betrokkenheid bij de
zeevaart werd sindsdien
vele malen groter en
mondiaal van karakter.
De Rijn- en binnensche
pen vormen weliswaar in
aantal nog de meerder
heid van de zekerheid
stellingen, maar wat de
daarmee gemoeide be
dragen betreft, domine
ren de zeeschepen reeds
volkomen.
Nederland heeft in de
loop van deze eeuw een
grote variëteit aan
scheepshypotheekinstel-
lingen gekend, waarbij op
den duur sprake was van
een tendens tot concen
tratie. In 1968 onstaat uit
een fusie tussen de Ne-
derlandsche Scheeps-
Hypotheekbank NV
(1899), de NV Eerste Ne-
derlandsche Scheepsver
band Maatschappij
(1899) en de NV Rotter-
damsche Scheepshypo-
theekbank (1912), de
Scheepshypotheekbank
Nederland NV. In 1970
werd de concentratie ge
completeerd met de over
name van de NV Veenko
loniale Bank voor
Hypotheek- en Scheeps
verband (1903), ge
vestigd te Sappemeer. De
Nederlandse Scheepshy
potheekbank NV, de op
haar terrein unieke instel
ling die we nu kennen,
kwam in 1977 tot stand
door een omvorming van
de Scheepshypotheek
bank Nederland NV als
gevolg van nieuwe eisen,
gesteld in de Tweede EG-
richtlijn en de Wet Toe
zicht Kredietwezen.
De eerste scheepshypo-
theekinstellingen begon
nen ooit met een ge
plaatst kapitaal van rond
de 1000 aandelen van
f 1000. De grote fusie
van '68 behelsde reeds
f 337 miljoen aan lenin
gen. Maar het wordt pas
goed duidelijk van welk
een enorme ontwikkeling
er sprake is, wanneer we
in ogenschouw nemen
dat de Nederlandse
Scheepshypotheekbank
in 1984 beschikte over
een leningenportefeuille
van maar liefst f 1 344
miljoen. De betekenis van
het fenomeen van de
scheepshypotheekbank
voor de ontwikkeling van
de Nederlandse scheep
vaart, zowel nationaal als
internationaal, behoeft
tegen de achtergrond van
deze gegevens weinig
betoog.