verschoven. De overheid lijkt in haar streven tot bezuiniging de integratie van de twee oorspronkelijke garantiecircuits vooral te hebben aangewend om - in de woorden van Wijffels 'een nogal fors uitvallende terugtrekkende bewe ging uit te voeren'. Voor de herziening bleek de staatsga rantie steeds een uiterst doelmatig in strument om de bereidheid tot investe ren in het midden- en kleinbedrijf te sti muleren. Nu moeten we vaststellen dat de vorig jaar doorgevoerde wijzigingen in het garantiebeleid van de overheid een krachtdadig herstel niet bevorderen. Enerzijds blijkt dat de eisen, die aan het eigen vermogen van natuurlijke- en rechtspersonen gesteld worden, erg hoog zijn opgeschroefd. Anderzijds is er sprake van een overmaat aan procedu rele voorschriften die een niet geringe sta-in-de-weg vormen. Het instrument van de staatsgarantie is ondanks het toekennen van eigen goedkeuringsbe voegdheid aan alle banken sterk aan kracht en betekenis aan het inboeten. Dit is des te betreurenswaardiger omdat de ondernemer in het midden- en klein bedrijf zo alleen maar wrange vruchten plukt van een oorspronkelijk veelbelo vende herstructurering. Het ingewikkelde karakter van de nieu we regeling werkt belemmerend op vaak broodnodige investeringen, die voor een verder herstel van het midden- en kleinbedrijf juist nu essentieel zijn. De vraag is of het niet verre de voorkeur verdient de administratieve 'rompslomp' drastisch te verminderen en in plaats daarvan het risico in het kader van de Kredietregeling wat zwaarder op de schouders van de financiers te laten drukken. Dit ten voordele van de in vesterende ondernemer in het midden- en kleinbedrijf. De Rabobank onderkent het belang van een soepeler regeling voor staatsgaranties aan het midden- en kleinbedrijf en heeft zich in principe voor een dergelijke aanpassing uit gesproken. Europa van de twaalf Met ingang van het nieuwe jaar zijn Spanje en Portugal tot de Europese Ge meenschap toegetreden. De Gemeen schap is daarmee op niet onaanzienlijke wijze van gedaante veranderd. Geogra fisch vond aan de zuidflank een uitbrei- Vervolg wob op pagina 6 We kruipen uit het dal omhoog. Niet alleen nationale maar ook internationale instan ties zoals de OESO getuigen daarvan. Hoe komt het dat met name Nederland in zo'n dal terecht kwam? Analyses uit de achter ons liggende jaren hebben op een aantal zere plekken gewezen: o.a. op onze gebrekkig functionerende ondernemingszin, eer der een risicomijdende instelling, een slechte afstemming tussen het onderwijs en het bedrijfsleven, een star loongebouw op een te hoge vloer en te hoog opgelopen collectieve lasten. Dezelfde analyses wezen herhaaldelijk op de noodzaak van innovatie. En dan inno vatie niet te eng opvatten: derhalve niet alleen technologisch, maar vooral econo misch en ook - en niet op de laatste plaats - sociaal. Kortom, een brede vernieu wingsstroom was (en is nog steeds) noodzakelijk om verder uit het dal te komen. In het begin van 1986 lijkt een aantal belangrijke zaken ten goede gekeerd: het fi nancieringstekort is dalende, de export stijgt, loonmatiging is opgetreden, de in vesteringen en de consumptie beginnen aan te trekken. Onvermijdelijke en belangrij ke ingrepen in de sociale uitkeringen hebben plaatsgevonden en de werkloosheid vertoont een dalende tendens. Geen andere conclusie is dan ook gewettigd dan dat er de laatste jaren veel is gebeurd. Mensen hebben de neiging om na zo'n periode eens even uit te blazen, op adem te komen en met tevredenheid terug te blikken: kijk eens wat we allemaal hebben gepresteerd en eigenlijk zonder noemenswaardige maatschappelijke onrust. Hoezeer ook te begrijpen, toch zou deze houding voor ons land funest zijn. Hetzelf de geldt voor de Rabobankorganisatie, want met name in het bankwezen is er veel aan de hand. Denkt u maar aan de liberalisatie van het financiële bestel, de scherp toenemende concurrentie van bestaande en nieuwe marktpartijen en de mede als gevolg daarvan verkrappende marges. Bovendien zien we op het kostenvlak dat met name de automatisering en informatisering zeer omvangrijke investeringen vergen. Al met al, er is geen tijd voor rust, we moeten verder. En alhoewel onze organisatie het in de voorbije moeilijke tijd relatief goed heeft ge daan, dienen ook wij de komende jaren actief en alert te zijn. Ook wij zullen in brede zin innovatief moeten zijn. Niet alleen met betrekking tot produktontwikkeling van nieuwe en bestaande produkten en diensten maar ook met betrekking tot de wijze van distributie. Het begint langzamerhand duidelijk te worden dat de verschillende aanbieders van bankdiensten qua produkten en prijsstellingen steeds sterker op elkaar gaan lijken. Concurrentie op dit vlak zal zeker blijven bestaan en natuurlijk zijn er onderschei dingsmogelijkheden, die wij terecht ten volle zullen benutten, maar toch.. We zullen meer moeten doen dan zorgen voor goede produkten met een adequate prijsstelling. We zullen het begrip kwaliteit expliciet moeten introduceren en integre ren in het hele functioneren: niet alleen in produktontwikkeling maar met name ook in onze wijze van dienstverlening. En onder kwaliteit van de dienstverlening moet in dit verband dan worden verstaan het vinden van de juiste antwoorden en oplos singen op vragen als: kennen we onze cliënten voldoende, benaderen we ze op de wijze die zij wensen, hoe spelen we in op hun behoeften etc. Kwaliteit van dienstverlening is derhalve een begrip, dat vooral ook betrekking heeft op de kwaliteit van de organisatie en van de medewerkers. Een dergelijk concept moet ook zijn eisen stellen aan onderdelen van het sociale beleid. De tijd is voorbij dat op dit gebied min of meer autonome doelstellingen werden geformuleerd, los van het bedrijfsbeleid. Ook, en met name, het sociale beleid zal dienen bij te dragen aan kwaliteit van de dienstverlening. Wat kan dat in concreto betekenen? Op de eerste plaats noem ik onze pogingen om in 1986 een CAO gerealiseerd te krijgen die een grote mate van flexibiliteit in onze organisatie mogelijk moet maken. Er zal begrip moeten zijn voor de commerciële weg, die wij als coöperatieve bankier wensen te bewandelen. Concepties als het geïntegreerd relatiebeheer stellen hun eisen aan het beleid met betrekking tot arbeidsduur en beloning. Een CAO voor het bankbedrijf zal het vereiste maatwerk per onderneming mogelijk moeten maken. Vervolgens vragen wij via de presentatie van instrumenten met betrekking tot het beoordelen aandacht voor het scherper kijken naar de toegevoegde waarde van ie dere functionaris van hoog tot laag en reiken de mogelijkheid aan dit in financiële zin te vertalen. Een moeilijke materie, waarvoor menige bestuurder of manager graag wil weglopenmaar een noodzaak, indien de kwaliteit van de dienstverlening ons werkelijk ter harte gaat. En ten slotte: steeds meer dringt het besef door, dat vooral met betrekking tot de wijze van dienstverlening het opleiden een belangrijk instrument is. Opleiding is geen luxe artikel maar - mits geplaatst in het juiste bedrijfskader - een noodzake lijke investering. Beslissingen dienaangaande dienen dan ook op dezelfde wijze ge nomen te worden als andere investeringsbeslissingen, met andere woorden zoveel mogelijk op basis van een kosten/batenafweging. Een aantal belangrijke projecten is gestart die een bijdrage kunnen leveren aan de verhoging van de kwaliteit van de organisatie en de medewerkers. Ik noem met name de mijns inziens uitstekende nieuwe opzet van onze bestuurders conferenties waarin de eigen rol van het bestuur als leidraad voor de opzet is geko zen. En het Integraal Commercieel Opleidings Pakket IICOP-projectI. Een naar het zich laat aanzien, zeer belangrijk project dat beoogt marktontwikkelingen en be drijfsdoelstellingen op elkaar af te stemmen. Dit project is enerzijds gericht op het verbeteren van het functioneren van de gehele organisatie van een bank via een daartoe aan te reiken methode van werkstructurering en is anderzijds gericht op het functioneren van alle individuele medewerkers van diezelfde bank. Tijdrovend, kost baar en ambitieus. Maar een coöperatie heeft toch een bijzondere opvatting over kwaliteit van dienstverlening Drs. P. M. Burghouts

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 3