Landbou wbeleid en scheidslijnen andbouwcommentaar Het landbouwbeleid mag zich verheugen in een brede publieke belangstelling. Voedsel- beleid raakt een ieder. De overheid speelt een grote rol in het beleid. De landbouw en het landbouwbeleid vervullen een voortrek kersrol bij de Europese samenwerking. Niet alleen politici en vertegenwoordigers van belangengroeperingen hebben een mening over het landbouwbeleid. Het vormt een ge liefd onderwerp voor wetenschappers. De Wetenschappelijke Raad voor het Rege ringsbeleid (WRR) heeft de laatste jaren di verse rapporten uitgebracht over het land bouwbeleid. De Raad werkt nu aan een rap port over de Europese samenwerking. De Wetenschappelijke Raad gaat daarbij niet over één nacht ijs. Om een gedegen indruk te krijgen van het Europese landbouwbeleid en zijn problemen is enkele wetenschappers van het Landbouw-Economisch Instituut ge vraagd een voorstudie te maken. Eind de cember is die voorstudie gepubliceerd onder de veelzeggende titel 'Het Europese land bouwbeleid voorbij de scheidslijn van zelf voorziening'. Het verstoorde marktevenwicht bij de belangrijkste agrarische produkten is volgens de opstellers dr. ir. G. Meester en drs. D. Strijker, aanleiding om uit te zien naar een geheel ander landbouwbeleid. De markt dient daarbij richtinggevend te zijn. De prijssteun dient te worden verminderd. De inkomensproblemen die door prijsverlagingen ontstaan, dienen via toeslagen te worden opgelost. De opstellers denken dat op deze wijze in 1988 het quotumstelsel voor melk kan wor den afgeschaft. Door op grote schaal grond uit de landbouwproduktie te nemen, kan het aanbod van graan worden beperkt. Op de vrijkomende grond kun nen natuur- en recreatiegebieden worden ingericht en kan bos worden ingeplant. Deze op zichzelf niet nieu we gedachten worden in het ruim tweehonderd pagi na's dikke rapport onderbouwd met berekeningen en modellen voor de zuivel- en graanmarkt. De sa menstellers van het rapport berekenen dat zo'n nieuw landbouwbeleid met de huidige financiële middelen van het landbouwbeleid kan worden gerealiseerd. De indruk ontstaat dat het ei van Columbus is gevonden. De markt kan schoon worden, de natuur krijgt de ruimte en de inkomens van de boeren blijven op peil. De vraag blijft wel waarom één en ander dan niet al eerder gerealiseerd is. De belangrijkste bron van de huidige Europese land bouwproblemen is volgens het rapport dat met het markt- en prijsbeleid twee niet verenigbare doelen worden nagestreefd: evenwicht op de landbouwmark- Ir. J. H. Egberink ten en ondersteuning van de agrarische inkomens. Bij een toename van het aanbod door de technische ont wikkeling, terwijl de vraag nauwelijks groeit, ontstaan er grote overschotten, hoge kosten voor de Gemeen schap en verstoring van de wereldmarkten door ge subsidieerde exporten. Daarbij komen nog de grote verschillen in agrarische inkomens tussen de noordelij ke delen van de Europese Gemeenschap en het zui den. De lasten van het landbouwbeleid worden vooral door West-Duitsland en Engeland gedragen terwijl, zo wordt gesteld, een land als Nederland in financieel op zicht fors profiteert. Een scala van negatieve punten dat de wetenschappers tot de conclusie brengt dat door zo'n landbouwbeleid de Europese integratie niet wordt bevorderd. Dat het landbouwbeleid nog in zijn huidige vorm wordt voortgezet, wordt vervolgens ge weten aan de boerenorganisaties die in Brussel beter in staat zijn de belangen van hun achterban te realise ren dan in de eigen hoofdsteden, waar consumenten en andere maatschappelijke groepen mee op de besluitvorming invloed hebben. En dat is, op zijn zachtst gezegd, een toch wel erg forse gevolgtrekking

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 28