Gevolgen liberalisering
van kredietinstellingen en dus onder
toezicht van DNB staan en dient de be
trokken bank over een volwaardige
effecten- en emissie-afdeling te be
schikken. Voor de uitgifte van rentege-
vend guldenspapier met een looptijd
van minimaal twee jaar en een lenings
bedrag van minstens f 50 miljoen blijft
de systematiek van een emissiekalen
der, zij het minder gereguleerd dan in
het verleden, bestaan. In andere geval
len kan met een melding van de emissie
worden volstaan. Een van de belang
rijkste wijzigingen op het vlak van de
emissiekalender betreft de aanmelding
bij DNB. Deze dient korte tijd voor de ge
wenste datum van aankondiging van de
emissie plaats te vinden zodat een emit-
tent zich aanzienlijk sneller dan tot voor
kort tot de markt kan wenden. Ook bui
tenlandse banken zullen een beroep op
de Nederlandse kapitaalmarkt kunnen
doen.
Als gevolg van de versoepeling op het
vlak van de emissiekalender lijken
scherpere marktbewegingen voor de
hand te liggen: een cumulatie van emis
sies ingeval van rentedaling en een lege
kalender ingeval van rentestijging. Voor
de emittenten is de grotere flexibiliteit
uiteraard een belangrijk voordeel. Het is
dan ook mogelijk dat het aantal emis
sies toeneemt.
De deregulering van het kapitaalmarkt-
beleid betekent zonder twijfel een sti
mulans voor de guldensmarkten. De
toegenomen flexibiliteit zal leiden tot
meer dynamiek op de financiële mark
ten. De buitenlandse belangstelling voor
de Nederlandse financiële markten zal
toenemen. Een aantal voor het buiten
land waarschijnlijk niet altijd duidelijke
regels is immers afgeschaft. Bovendien
mogen buitenlandse banken op de gul
densmarkten middelen opnemen, een
mogelijkheid die gegeven onze ruime
kapitaalmarkt, de sterke positie van de
gulden en de lage rente zeker zal wor
den benut. Ook is het buitenlandse ban
ken toegestaan guldensemissies te ver
zorgen. Van binnenlandse zijde mag
eveneens een groeiende interesse wor
den verwacht, zeker ook doordat uitwij
king naar buitenlandse financiële mark
ten niet meer of minder aantrekkelijk is.
Ook het afschaffen van de beursbe-
lasting zou hieraan stellig kunnen bijdra
gen. Het is moeilijk in te schatten hoe
groot de animo voor de uitgifte van
CD's, CP en FRN's zal zijn en of vervol
gens levendige markten in deze schuld-
titels zullen ontstaan. Een stormachtige
ontwikkeling lijkt evenwel niet voor de
hand te liggen.
De guldensrentetarieven lijken bij een
vrijere kapitaalmarkt zo mogelijk nog
meer door de internationale ontwikke
lingen te zullen worden bepaald, waarbij
heftiger fluctuaties niet kunnen worden
uitgesloten. Een verdere vervaging van
de grenzen tussen geld- en kapitaal
markt is aannemelijk.
Deregulering en verder openstellen van
financiële markten zal een toenemende
concurrentie voor het bankwezen tot
gevolg hebben. De rentabiliteit van de
banken kan daardoor ongunstig worden
beïnvloed. Bijvoorbeeld: buitenlandse
banken kunnen thans het 'lead-
management' bij emissies vervullen en
eersteklas bedrijven kunnen CP uitge
ven in plaats van zich te wenden tot de
banken voor krediet. Naar mag worden
aangenomen zal de neiging van banken
om naast het traditionele rentebedrijf
meer aandacht te schenken aan de pro-
visiegenererende dienstverlening dan
ook worden versterkt. Niettegenstaan
de de druk op de rentabiliteit van de
banken moet met bankpresident Dui-
senberg worden ingestemd, wanneer hij
stelt dat deregulering noodzakelijk is,
wil een krachtig Nederlands bankwezen
zijn rol in de mondiale ontwikkeling blij
ven spelen. 'Zonder deregulering dreigt
de Nederlandse financiële markt een
provinciale status te krijgen in de inter
nationale financiële betrekkingen.'
De taak van DNB wordt er niet eenvou
diger op. De autoriteiten hebben zoals
vermeld als randvoorwaarde gesteld,
dat het voeren van een adequaat mone
tair beleid mogelijk moet blijven. Niette
min moet worden geconstateerd, dat de
mogelijkheden tot beheersing van de
monetaire ontwikkeling in ons land door
de liberalisering en de daarmee samen
hangende introductie van nieuwe pro-
dukten verder zullen worden beperkt.
Evenals in het verleden zal het bankwe
zen vaak het enige wezenlijke aangrij-
De 'financiële autoriteiten': zorgvuldige
afweging tussen vrijheid enerzijds en
beheersbaarheid anderzijds.
pingspunt voor maatregelen in het ka
der van het monetaire beleid kunnen
zijn, zulks door middel van een systeem
van kredietrestrictie. Voor het voeren
van de monetaire politiek zal een ade
quate houderschapsregistratie nodig
zijn. De rapportagelast van het bankwe
zen zal erdoor verder toenemen. Ook
het bewerkstelligen van een ordelijk
marktbeloop kan bij een vrijere kapitaal
markt slechts moeilijker worden.
Kortom: de liberalisering van het kapi-
taalmarktbeleid zal waarschijnlijk geen
aanleiding geven tot spectaculaire ver
anderingen in die zin, dat de nieuwe fi
nanciële instrumenten door een mas
saal gebruik de oude in de verdrukking
zullen brengen. De deregulerende maat
regelen betekenen echter wel degelijk
markante wijzigingen op de Nederland
se financiële markten, die stellig een bij
drage zullen leveren aan de belang
rijkste doelstelling: het behoud van
Amsterdam als financieel centrum.