JRH voorkeur geeft boven beleggen. We zijn wat de rente betreft in een heel andere situatie beland dan een aantal jaren ge leden. In die situatie vind ik de huidige rente heel hoog. Zo gezien is en blijft een variabele rente voor de meeste cliënten heel aantrekkelijk.' De geld en kapitaalmarkt wordt gelibe raliseerd. Volgens Duisenberg kan het bankbedrijf daardoor ongunstig wor den beïnvloed, omdat goede debiteu ren zich rechtstreeks tot de kapitaal markt kunnen wenden. Ook het grote structuurbeleid van De Nederlandsche Bank t.o.v. de verhouding bankwezen tot verzekeringswezen wordt nogal druk besproken in verband met een wij- ziging die wordt overwogen. Hoe denkt de Rabobank over een en ander? 'Aan de liberalisatie van de beurs zitten voor de banken voor- en nadelen. Het kan gebeuren dat grote bedrijven zich, zoals bijv. de Britisch Petroleum al deed, rechtstreeks met commercial paper tot de markt wenden. Maar ik verwacht dat het aantal bedrijven, dat daarvoor in aanmerking komt, beperkt zal blijven. Het cliëntenbestand van de handelsban ken zal wat dit betreft vermoedelijk eer der in de vuurlinie liggen, dan het onze. Afwachten hoe die liberalisatie uitpakt. Er liggen ook kansen voor ons. Die han gen af van de marktpartijen en van ons zelf. Overigens ben ik het er wel mee eens, dat de liberalisatie op zichzelf een goede stap is. Amsterdam kan mede hierdoor een weliswaar klein - interna tionaal financieel centrum blijven. Wat een eventuele wijziging in het structuurbeleid betreft, zijn wij iets min der opdringerig dan sommigen mis schien wel denken. Ik ben voor een geleidelijke liberalisatie van de beleids regels, niet voor bruuske wendingen. Die zijn ook niet nodig. Het gaat er ons a/s Rabobank primair om de mogelijk heid te verwerven grondstoffen, d.i. gel den, aan te trekken die nu - te eenzijdig naar geprivilegieerde marktpartijen gaan. Op dit punt zou het structuurbe leid een bijdrage kunnen leveren. Het probleem is het opdrogen van de vrije gezinsbesparingen. Niet de levens verzekeringsmaatschappijen zijn de hoofdschuldigen, maar de 'pensioencul tuur'. Liefst 44 van het bedrag dat in de EG in pensioenfondsen is gestopt, zit in NederlandI Dat is iets waar alle be trokkenen in het komende jaar eens rustig over moeten denken.' Het bankwezen bevindt zich in deze tijd duidelijk in een spanningsveld. Internationaal en ook in eigen land. Versterking van zijn solvabiliteit blijft een zaak van hoge orde. Binnen de ei gen grenzen is er geen gebrek aan an dere aandachtspunten. Ook de Rabo bank ervaart deze. Niet als bedreigend, maar wel als evenzovele signalen dat dit niet de tijd is om als bank een gerust leven te leiden, maar een tijd, die in veel sneller tempo nog dan vroeger uit dagingen op ons doet afkomen. Lardi- nois somt er voor de vuist weg een stel op en hij lijkt er allerminst onder gebukt te gaan, dat zijn bank een aantal zaken op haar weg ziet, waar ze nog mee klaar moet komen. Dat zal moeten ge beuren ook! Met de kosten van het be talingsverkeer. een probleem van alle banken, met de ontwikkeling van het Nationaal Betalingscircuit en met de komst van de Postbank. Dan is er de doorgaande automatisering bij de Ra- bobanken, waarvoor een tweede lange termijn-plan in de maak is. Een zaak van zorgvuldig overwegen, want het raakt je hele bankapparaat, met zijn mensen en zijn vele vestigingen. Op korte termijn is er ook het CAO-loos overtuigd tegenstander van het free-floating systeem tijdperk en daarachter weer de arbeids duurverkorting, die vragen oproept, niet alleen betreffende kosten, maar ook betreffende de groei en de structu rele aard van het bankwerk. Is het toe vallig, dat de Rabobankorganisatie wat personeelsomvang betreft vorig najaar een grote mijlpaal passeerde? Lardinois zegt er wat van: 'We zijn over de hobbel van 30 000 per soneels/eden heen. Met ons binnen lands bedrijf, dus exclusief buitenland en de ADCA. Wat het vaste personeels bestand betreft zijn we daardoor naar ik verwacht - na Philips no. 2 op de ranglijst van particuliere werkgevers bin nen Nederland. We zijn een grotere marktpartij op het gebied van aantrek ken van nieuw personeel geworden. Bij de grote industriële bedrijven is weer enige groei te constateren maar daar is de teruggang van de laatste 10 jaar nog lang niet goedgemaakt. Netto zijn er in de Rabobankorganisatie vorig jaar 1360 mensen netto bijgekomen, ofwel 1107 zgn. 'full-time manjaren'. Als een bijdra ge aan de werkloosheidsbestrijding juich ik dat natuurlijk zonder meer toe. Maar ieder zal begrijpen, dat het wel een gemengde vreugde is, want uit een oogpunt van noodzakelijke kostenbe heersing is zo'n personeelstoename een extra last. Gezien de krimpende rente marges kunnen we dan ook niet in dit tempo met personeelsuitbreiding door gaan, ook al groeit het volume aan werk. Bancair en organisatorisch staat de Ra bobank gezond in het spanningsveld. Wat dat betreft ziet Lardinois met ver trouwen de toekomst tegemoet. Inter nationaal worden de activiteiten zon der overhaasting, rustig en gestaag uit gebouwd. In 1985 werden de bijkanto ren in Londen, Antwerpen en Parijs ge opend of operationeel en voor 1986 staan vestigingen in Singapore, Djakar- ta en Hong Kong op het programma. De samenwerkingsovereenkomst met de Chinese Landbouwbank zal ook concrete gevolgen krijgen. De eerste Chinezen zullen binnenkort ervaring bij ons gaan opdoen en omgekeerd zal Lardinois begin volgend jaar de over eenkomst met de Agricultural Bank of China verder bespreken en eventueel verder invullen. Bijzonder waardevol vindt Lardinois het, dat onze organisatie zich in deze tijd haar coöperatieve identiteit scher per bewust is en ook duidelijker wil gaan uitdragen. 'Zij heeft de discussie over coöperatief bankieren aangedurfd. Een moeilijke op gave. Je brengt misschien niet alles tot klaarheid, maar de grote waarde is, dat je hier een grote organisatie hebt, die zich haar eigen coöperatieve en demo cratische cultuur weer duidelijk voor ogen heeft willen halen. Ik heb in dat opzicht overal een grote eenstemmig heid bemerkt, zelfs als je over de uitwer king soms verschil van mening con stateerde. De oprichting van het Garan tiefonds Rabobanken, dat we in 1985 mochten begroeten, is een bewijs dat er consekwenties zijn getrokken uit de dis cussie over onze coöperatieve identiteit. Het is een fonds, dat zijn nut nu reeds, in de korte tijd dat het bestaat, bewezen heeft.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 9