'Geld is te belangrijk om aan de
vrije marktkrachten over te iaten!
ntervïew
Ir. P. J. Lardinois
Die uitroeptekens horen er bij, want de
ze zinnen vormden de kern van een ge
passioneerd betoog, waartoe Lardinois
zich liet verleiden, toen in ons gesprek
de geld- en landbouwwereldsituatie in
breed verband ter sprake kwam.
'Daar hebt u - wat dit betreft - mijn
grondfilosofie', zegt Lardinois. 'Als het
gaat om dingen van zo groot belang,
mag de (internationale) overheid ze niet
op hun beloop iaten, maar mag en moet
ze zich ermee bemoeien. Op een ver
standige manier, niet te ver zich verwij
derend van de markt, en vooral door
samen met grotere internationale ver
banden bijsturend op te treden.'
Het is een filosofie, die aan de eigen er
varingen van Lardinois ontsproten is. 'Ik
heb het een en ander meegemaakt en
dat leert je wel enkele verbanden te
zien. Door ervaring krijg je ai meer kijk
op het geheel, en daardoor ook een
overtuigde kijk op de juiste weg'. Lardi
nois zegt er enigszins rouwig en relati
verend bij: 'Wel jammer, dat je dan geen
35 jaar meer bent.'
Over de gang van zaken in de Rabo-
bankorganisatie - we beginnen ook de
ze keer op de geijkte wijze - kan
Lardinois een opgewekte toon aan
slaan. Een jaar geleden keek hij al niet
somber tegen 1985 aan, maar hij ver
wachtte toen, dat het voor ons wel een
moeilijker jaar zou worden.
'Somber is het zeker niet geweest, en
sober is ook niet het juiste woord. Ik
vind dat 1985 voor ons behoorlijk is
meegevallen. De einduitkomsten staan
nu (begin december) nog wel niet ter
beschikking, maar het beeld dat we
hebben wijst er op, dat 1985 uiteindelijk
voor de Rabobanken een goed jaar is
geworden.
Tevreden ben ik vooral over de goede
ontwikkeling, die onze kredietverlening
te zien geeft. Of de Rabobank in dit op
zicht een uitzondering is, weet ik niet,
maar ik acht het mogelijk dat wij een
sterkere groei in de kredietverlening
kunnen laten zien dan andere banken.
Ons marktaandeel op de (niet-agra
rische) bedrijvenmarkt is gestegen. Bij
de besparingen hebben we ons markt
aandeel kunnen behouden, maar on
dertussen is het wel zo, dat de
besparingen bij het bankwezen zich nog
niet voldoende hebben hersteld van de
inzinking uit de begin tachtiger jaren.
Ook in 1985 is dat herstel bij ons, en
trouwens op de hele spaarmarkt, uitge
bleven.
De kredietexpansie is gezond geweest
en evenwichtiger dan in 1984. De ex
ceptionele stijging van het marktaan
deel in de woningsector, die ons toen
als Rabobanken ten deel viel, heeft in
1985 volgens onze verwachting voor
een veel gematigder ontwikkeling (iets
boven het gemiddelde van ons markt
aandeel) plaats gemaakt. Ook dat is ge
zond. We zullen ons marktaandeel
handhaven, o.a. door een voor ons
nieuw produkt als de recent uitgebrach
te 10-jaar vast hypotheek van de Rabo-
hypotheekbank.
Onze balansgroei is zeer bevredigend,
maar zal mogelijk op de helft uitkomen
van de 8 groei van 1984. Dat komt
mee door de veel lagere dollarkoers. Bij
andere banken zal dat effect mogelijk
nog sterker zijn.
Wat de netto resultaten betreft, reken ik
1985 tot een goed jaar voor de Rabo
bankorganisatie. Het is een resultaat,
dat bereikt is ondanks een dunne spaar
kirt*